Ze jaagt op wild, eet het dier van kop tot staart en maakt van de huid een leren jas. Ze bouwt hutten waar ze zelf in woont, rijgt vissen aan haar speer en weet welke plant je leven kan redden. Drop Miriam (36) midden in de wildernis en ze komt er jaren later springlevend weer uit.
Als er iemand een pandemie overleeft, is het de Nederlandse vrouw wel. "Ik heb er jaren voor getraind. Nu ben ik er klaar voor."
We spreken Miriam Lancewood via Skype, want ze woont tijdelijk in een soort van garage in het Nieuw-Zeelandse Golden Bay, het noordelijke stukje van het Zuidereiland. Mensen die het kennen, zeggen meteen: prachtige zandstranden, een blauwe zee en mooie baaitjes om te zwemmen.
Geen stromend water
Maar dat is niet waarom Miriam er woont. Waar ze nu verblijft is ook niet bepaald een toeristische trekpleister. Het is een garage op een heuvel, aan het eind van een doodlopend zandpad. Het heeft maar één stopcontact, geen stromend water en geen internet. Ze is net drie kilometer naar beneden gelopen, naar het kleine dorpje waar vrienden wonen die wel aangesloten zijn op het web. Vanuit hun achtertuin bellen we.
"Luxe hè!" Een stralende glimlach verschijnt op het scherm. Miriam is 'gewoon' een meisje uit de Achterhoek dat jaren geleden besloot haar leven om te gooien. Dat idee wakkerde Peter aan, de man die ze veertien jaar geleden ontmoette tijdens een backpackersreis door India.
Ticket verscheurd
"Ik was 22, hij 52. Hij was sterk, slank met lange grijze haren en een woeste baard. Jarenlang was hij professor op een universiteit, maar die baan gaf hij op om reizend te leven." Peter vroeg of ze ervoor te porren was, voor een andere manier van leven. Geen baan, geen bezittingen, geen vaste lasten. Alleen met een rugzak vol kennis en kracht de wereld over gaan.
Miriam verscheurde haar ticket naar Nederland en ging met hem mee. Dwars door Thailand, Myanmar, Indonesië en Papoea-Nieuw Guinea. Van India reisden ze over land naar Nieuw-Zeeland, het thuisland van Peter. "En vanwege Lord of the Rings. Ik vond de natuur in die film zo mooi!"
Klein budget
Miriam had wat spaargeld en om het reizen zo lang mogelijk vol te houden, leefden ze van een klein budget. "We sliepen op het strand, aten bij lokale restaurantjes en ik speelde gitaar als we extra inkomsten nodig hadden."
In Nieuw-Zeeland moest Miriam eerst een jaar werken om een verblijfsvergunning te krijgen. Daarna kocht het stel een tent, een paar slaapmatjes, twee slaapzakken, een pan en een pijl en boog. Het plan: vier seizoenen overleven in de wildernis. "Mijn ouders vonden dat een beetje eng, maar het was nog steeds soort van kamperen." Maar dan wel kamperen in de herfst, met alleen een klein beetje meel, rijst en wat bonen.
Eerste geit gedood
"Het duurde lang voor ik echt kon jagen. Kijk, dit is van de eerste geit die ik zelf met een speer heb gedood", Miriam laat het hoorntje zien dat om haar nek hangt. Ze kwam als vegetariër in Nieuw-Zeeland aan, maar stond een paar weken later in de wildernis toch met een bijltje een opossum dood te slaan, een soort grote rat met een buideltje als een kangoeroe.
"Het klinkt gek en tegenstrijdig, maar we hadden het dier echt nodig om de winter door te komen. Die ochtend waren we wakker geworden met pijn in onze buik van de honger. Er waren weinig fruit en bessen. We hadden vlees nodig om aan te sterken."
Ritme van de natuur
Sinds het struinen door de wildernis eet Miriam weer vlees. Maar alleen zelf geschoten, gevild en klaargemaakt. Geen biefstukje uit de supermarkt.
Die maanden in de natuur leert ze zichzelf vaardigheden als hout bewerken, jagen, een dier uitbenen en er een maaltje van maken. De dagen slijten en Miriam wordt gelukkiger. "In de mensenwereld draait alles om de klok. In de wildernis lijken de dagen eindeloos. Na twee weken van verveling en rusteloosheid verlangzaamde mijn geest, en kwam ik in hetzelfde ritme als de natuur."
Beter horen en ruiken
Ook haar zintuigen verscherpen. "Na zes maanden begon ik beter te zien in de verte, kon ik beter horen en ruiken. Ik ruik nu een kudde geiten van een afstand. En ook intuïtief weet ik waar de dieren zijn. Onze voorouders leefden op deze manier, het zit nog steeds in ons bloed."
Al meer dan tien jaar trekken Miriam en Peter als nomaden over de wereld. De berglandschappen moeten het liefst ruig en eenzaam zijn, ver van de bewoonde wereld. Pas dan voelt Miriam zich leven. Ze schrijft er een boek over 'Mijn leven in de wildernis', dat vertaald wordt in vier talen - waaronder Chinees - en een bestseller wordt. Van die opbrengsten kan het stel nu makkelijk rond komen.
Leven van de natuur
Miriam heeft amper bezittingen en voelt zich vrij. "Ik dacht eerst dat het leven geslaagd was als je een baan hebt en een huis. Maar een leven op het randje vind ik veel interessanter dan die zogenaamde veiligheid. Het is niet dat ik me afkeer van de maatschappij, ik heb de maatschappij alleen niet nodig om te overleven."
Kijk naar wat er nu gebeurt, zegt ze. En ze doelt op de pandemie die de wereld razendsnel overneemt en in zijn greep houdt. "De wereld is niet veilig als je zo snel dood kunt gaan aan een virus. Jarenlang hebben Peter en ik getraind voor dit moment. Wij zijn voorbereid, we kunnen volledig leven van de natuur."
Peter is ziek
In theorie zou dat kunnen. Maar het stel kiest nu niet voor de veiligheid van de natuur, want Peter is ziek. Zijn nieren begonnen een jaar geleden te falen en functioneren nog maar voor tien procent. Om in leven te blijven is dialyse of een niertransplantatie nodig. En zoveel medische zorg is in de wildernis niet te vinden.
Ze gingen terug richting bewoonde wereld en settelden zich in de garage in Golden Bay. Vanwege Peters gezondheid blijven ze hier vooralsnog even. "Als Peter gezond was geweest, hadden we allang in de hoge bergen gezeten." Nu zitten ze aan het eind van een doodlopend zandpad.
Jagen in de achtertuin
In de garage werkt Miriam aan haar tweede boek, dat aan het einde van het jaar uitkomt. Ze schrijft over hun trektocht vorig jaar door Europa. Toen liepen ze van Frankrijk, Duitsland, Zwitserland, via Bulgarije naar Turkije. In het boek staat ze ook stil bij hoe het met Peter gaat en welke keuze ze zullen maken: terug de natuur in of in de bewoonde wereld blijven.
Voor nu is het prima zo. Maar vanwege het coronavirus en de lockdown in Nieuw-Zeeland, heeft Miriam een doos met kogels gekocht. "Goddank hebben we veel wilde geiten om ons heen. Als het nodig is, kan ik jagen in de achtertuin en hoef ik voorlopig geen supermarkt meer in."