Baarmoederhalskanker kan worden opgespoord door een uitstrijkje te laten doen, maar het aantal vrouwen dat meedoet aan het bevolkingsonderzoek ernaar, stijgt niet meer.
In het verleden deden zeven op de tien vrouwen na een oproep mee aan dit onderzoek, nu blijft dat aantal al een tijdje steken op zes van de tien vrouwen. Vooral vrouwen tussen de 35 en 50 jaar laten minder vaak een uitstrijkje maken.

Baarmoederhalskanker Preventieweek
Dat blijkt uit cijfers van Olijf, een patiëntenorganisatie voor vrouwen met gynaecologische kanker, in het kader van de Europese Baarmoederhalskanker Preventieweek.
Volgens het RIVM, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, krijgen jaarlijks 800 vrouwen in Nederland de diagnose baarmoederhalskanker. Elk jaar overlijden ongeveer 200 vrouwen aan de gevolgen daarvan.

HPV-infectie
Baarmoederhalskanker wordt bijna altijd veroorzaakt door langdurige infectie met HPV, waarmee circa 80 procent van de vrouwen besmet raakt. Dat wordt door seksueel contact overgedragen.
Vrouwen tussen de 30 en 60 jaar wordt elke vijf jaar gevraagd om een uitstrijkje te laten doen. De laatste keer gaven daar zo’n 800.000 vrouwen gehoor aan.
Bij 35 van hen werd uiteindelijk baarmoederhalskanker gevonden en bij 5000 vrouwen werd een voorstadium geconstateerd. Zo werden volgens een schatting circa 325 sterfgevallen voorkomen, zegt stichting Olijf.
Baarmoederhalskanker sneller ontdekken

Waarom minder vaak?
Waarom vrouwen minder vaak een uitstrijkje laten maken is niet helemaal duidelijk. "Ik denk dat het voor veel vrouwen een ver-van-mijn-bedshow is. Ze denken: ik heb geen klachten, dat gebeurt mij niet, ik heb het druk met mijn gezin, dat onderzoek stel ik wel uit", zegt een woordvoerster van Olijf.
"Daarbij is het toch een vervelend onderzoek. Voor veel vrouwen is het toch een drempel om hiervoor naar de huisarts te gaan", vervolgt ze.
