Lachgasbedrijf Ufogas is de afgelopen maand meerdere keren betrapt door handhavers van de gemeente Amsterdam op de verkoop van lachgasballonnen. Dat levert eigenaar Deniz Üresin (25) een flinke boete op, iets waar hij zich niet door laat afschrikken. "Het is complete onzin. Ik sta juridisch in mijn recht", zegt hij tegen RTL Nieuws.
Handhavers hebben geconstateerd dat het bedrijf van Üresin, tegen het verbod in, toch lachgas verkocht in de stad. Na meerdere dreigementen van een dwangsom kreeg Ufogas gisteren de rekening gepresenteerd. "Samen met alle andere openstaande boetes bij de gemeente Amsterdam komt het bedrag nu op zeker 200.000 euro", vertelt Üresin.
Hij maakt zich geen zorgen om het bedrag en spot er zelfs mee: "Als we de 500.000 euro halen, gaan we een groot feestje geven." De gemeente liet vandaag weten dat het tot nu toe gaat om 100.000 euro.
Gratis ballonnen
De gemeente Amsterdam verbood begin september de verkoop van lachgas op straat, wegens overlast en schadelijke gevolgen voor de gezondheid. Ufogas was het niet eens met dat besluit en protesteerde door gratis lachgasballonnen uit te delen.
Om te voorkomen dat Ufogas haar ballonnen per bakfiets blijft verkopen in de hoofdstad, is er ook direct een nieuwe last onder dwangsom opgelegd. Per nieuwe overtreding moet Üresin nu 15.000 euro betalen. Dit bedrag kan oplopen tot drie ton.
Üresin claimt zijn lachgas te kunnen verkopen op straat omdat hij juridisch bezorger is en geen verkoper. Volgens de eigenaar van Ufogas doet hij in wezen niets anders dan Thuisbezorgd of Ubereats, en staat hij daarom volledig in zijn recht. "Ik ben een bezorger, geen verkoper. Als ik niet mag doen wat ik nu doe, dan mogen bedrijven zoals Thuisbezorgd dat ook niet. Ook mijn advocaat vindt het lachwekkend."
'Geloof in rechtstaat'
De gemeente is ziet Ufogas niet als koeriersbedrijf. Omdat verkopers van Üresin de afgelopen tijd zijn doorgegaan met het verkopen van lachgas rondom drukke uitgaansgebieden in de stad, schreef de gemeente de hoge dwangsom uit.
"Ik geloof in de rechtstaat Nederland, en dat de rechter het verschil ziet tussen verkopen en bezorgen", besluit Üresin.
