Oud-minister Ivo Opstelten en topambtenaren van het ministerie van Justitie hebben zich persoonlijk bemoeid met de strafzaak tegen Geert Wilders. Vijf jaar na de omstreden 'minder-Marokkanen'-uitspraak duikt bewijs op dat zij invloed hebben uitgeoefend, vóórdat het Openbaar Ministerie (OM) definitief besloot Wilders te vervolgen.
Dit blijkt uit een tot dusver geheime ambtelijke nota uit 2014, die het ministerie vrijgaf aan RTL Nieuws. In die nota staat dat in september alleen nog sprake is van een 'voorgenomen' beslissing van het OM over de vervolging van Wilders.
Dat is belangrijk omdat het ministerie en het OM altijd hebben gezegd dat er al op 10 september een definitieve beslissing door het College van procureurs-generaal was genomen. Uit de nota blijkt dat dat niet waar is.
Voorafgaand aan de definitieve beslissing tot vervolging wordt er overleg gevoerd tussen Justitie en het OM.
Inhoudelijke bemoeienis
Opstelten geeft op 20 september in rode de letters de instructie aan zijn ambtenaren dat hij de strafzaak tegen Wilders wil bespreken: "Zie vier punten van het OM." Dat blijkt uit zijn krabbel op de nota, en uit de inventaris van handtekeningen. Dat overleg over 'de zaak W.' vindt op 25 september plaats met de hoogste baas van het OM, Herman Bolhaar, op de kamer van de minister.
Uit een interne mail van het ministerie blijkt dat het gaat om inhoudelijke bemoeienis met een mogelijk strafproces. Dit ligt extreem gevoelig. Welke punten Opstelten en zijn ambtenaren wilden bespreken is weggelakt omdat dat 'persoonlijke beleidsopvattingen' zouden zijn. De onthulling staat haaks op wat Opstelten, Bolhaar en topambtenaren in vertrouwelijke getuigenverhoren hierover tegen het Gerechtshof hebben gezegd, waar nu het hoger beroep loopt.
'Onthullingen zijn weerzinwekkend'
Verder blijkt dat topambtenaren commentaar gaven en suggesties deden aan het OM om zich beter te prepareren op de zaak-Wilders, voordat een definitief vervolgingsbesluit was genomen. Ook liet het ministerie later persberichten van het OM aanpassen, omdat dat politiek beter uitkwam.
PVV-leider Wilders reageert 'woest' bij RTL Nieuws. "Deze nieuwe onthullingen zijn weerzinwekkend. Er blijkt herhaaldelijk inhoudelijk overleg te zijn geweest over mijn zaak tussen de top van het ministerie en het OM, nog voordat een definitieve vervolgingsbeslissing genomen was. Het is allemaal met geen pen te beschrijven."
Juridische stappen
Wilders hoopt dat het Gerechtshof dinsdag, als de zaak weer dient, 'een einde maakt aan dit belachelijke politieke proces'. De PVV-leider beraadt zich op juridische stappen tegen de hoofdrolspelers, omdat zij volgens hem mogelijk een ambtsmisdrijf hebben begaan.
Wilders woedend na bemoeienis Justitie: 'Maffiapraktijken

De advocaat van Wilders, Geert-Jan Knoops zegt: "Deze stukken laten geen andere conclusie toe, dan dat er tussen de top van het ministerie en het OM veelvuldig overleg heeft plaatsgevonden op inhoudelijke en beleidsmatige aspecten over een voorgenomen vervolgingsbeslissing."
'Pijnlijke onthulling'
Hij noemt dit 'nieuw bewijs', dat aantoont dat 'het OM de strafrechter onjuist heeft voorgelicht over de politieke interventie'. Jarenlang is juist ontkend dat er enig overleg is geweest; dat bleek eerder al niet te kloppen. Knoops zegt dat het OM daarom z’n recht op vervolging heeft verspeeld.
Volgens politiek commentator Frits Wester is sprake van een 'pijnlijke' onthulling: "Of het Gerechtshof het team-Wilders gelijk geeft en de vervolging wordt gestopt, moet dinsdag blijken. Maar het is al wel glashelder dat het OM niet de waarheid heeft gesproken. Het hele beeld wordt steeds smoezeliger. Ook de huidige minister Grapperhaus wordt ernstig in verlegenheid gebracht. Want hoe kan het dat de hoofdrolspelers, die nota bene door zijn ministerie zijn voorbereid voor hun getuigenverhoor, het Gerechtshof op het verkeerde been zetten?"
Vrijgegeven documenten
Het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft de documenten vrijgegeven in een procedure van RTL Nieuws, nadat de rechtbank Midden-Nederland daartoe opdracht gaf een nieuw besluit te nemen. (Alle documenten tref je hier en hier).
Het OM wil geen antwoord geven op vragen omdat de zaak 'onder de rechter' is: "De zittingszaal is de aangewezen plek om in te gaan op de inhoud van de zaak." Het OM heeft altijd volgehouden dat het 'zelfstandig' het besluit heeft genomen om Wilders te vervolgen.
Het ministerie blijft ook bij die uitleg, zei een woordvoerder gisteravond. Het ministerie bevestigt dat de opdracht 'bespreken' van Opstelten is. Ook blijkt uit antwoorden op vragen van RTL Nieuws dat Opstelten en de hoge ambtenaar hiervan op de hoogte waren toen ze als getuigen werden gehoord door het Hof, maar hier juist niets over vertelden.

PvdA-Kamerlid Attje Kuiken zegt dat 'opnieuw de schijn van politieke bemoeienis ontstaat': "Zolang vervolging niet zeker is, moet een minister zich er niet mee bemoeien." Kuiken wil nu uitleg van Grapperhaus over wat er besproken is over de vervolging van Wilders voordat die definitief werd.
Wat mag de minister wel en niet?
In onze rechtsstaat is het Openbaar Ministerie (OM) onafhankelijk. Het OM besluit zelfstandig wie wel of niet strafrechtelijk wordt vervolgd. Dit is de kern van de rechtsstaat: de scheiding der machten. Dat is er om willekeur en (politieke) beïnvloeding te voorkomen.
Omdat íemand de baas moet zijn over het OM, en daarover politieke verantwoording moet afleggen, is de minister van Justitie en Veiligheid de eindverantwoordelijke voor het OM. De verhouding tussen minister en OM wordt omschreven als de 'fluwelen handschoen': het is koorddansen voor gevorderden. De minister is immers wél verantwoordelijk, maar moet zich niet bemoeien met individuele strafzaken.
Hoe minister en OM met elkaar omgaan, is vastgelegd in regels. De minister overlegt regelmatig met de hele top van het OM, het College van procureurs-generaal, over het beleid. Daarnaast heeft hij regelmatig overleg met de voorzitter van het College.
Op de hoofdregel dat de minister zich niet bemoeit met strafzaken, zijn twee uitzonderingen.
- Als het OM een hoge schikking wil treffen in een strafzaak, heeft de minister juist het laatste woord.
- Ook euthanasie-zaken waarbij het OM wil vervolgen, moeten eerst worden voorgelegd aan de minister. (Dit verandert binnenkort – dan gaat de minister er niet meer over, om de onafhankelijkheid van het OM te benadrukken.)
Over grote, gevoelige strafzaken – zoals het strafproces tegen Wilders – moet het OM de minister informeren, omdat hij eindverantwoordelijk is.
- Als de minister in een individuele zaak het OM opdracht geeft vervolging in te stellen terwijl het OM dat niet wilde, heet dat een 'aanwijzing'. Zo'n aanwijzing moet dan in het strafdossier komen, zodat verdachte en rechters snappen wat er is gebeurd.
- De minister mag ook beslissen om in een individuele zaak het OM opdracht te geven géén strafzaak te beginnen. In dat geval moet hij het parlement informeren, zodat iedereen exact kan volgen wat er aan de hand is.
In alle andere individuele strafzaken moet de minister de grootste mogelijke terughoudendheid betrachten; hij en z’n ambtenaren mogen zich er niet mee bemoeien om de onafhankelijkheid van het OM niet in gevaar te brengen. Hij kan de zaken wel vertrouwelijk bespreken met het OM. In strafzaken zoals tegen Wilders betekent dat eigenlijk alleen: het zo goed mogelijk informeren van de minister door het OM, zodat hij verantwoordelijkheid kan nemen. Dus: wel vragen, maar geen mening.
In de zaak-Wilders is de vraag nu of die grens is overschreven, en of eenrichtingsverkeer, tweerichtingsverkeer werd.
