In Amsterdam krijgen de autoriteiten geen grip op de onderwereld. Vooral drugscriminelen zouden vrij spel hebben in de hoofdstad. Dat zou blijken uit een onderzoek dat aanstaande vrijdag gepresenteerd wordt.
Het onderzoek, 'De achterkant van Amsterdam', werd uitgevoerd door hoogleraar bestuurskunde Pieter Tops en onderzoeksjournalist Jan Tromp, in opdracht van de gemeente Amsterdam. De Telegraaf kreeg het alvast in handen en spreekt van 'vernietigende en verontrustende' conclusies.
Uit het zes maanden durende onderzoek zou onder meer blijken dat er jaarlijks voor 75 miljoen aan coke wordt gebruikt in Amsterdam. In het rapport staat dat 30 procent van het uitgaanspubliek het middel recent heeft gebruikt. De 167 coffeeshops in de stad kennen volgens het onderzoek jaarlijks een gezamenlijke omzet van 300 miljoen euro.
Intimidaties
Achter de schermen zouden de criminele handelaren aan de top van de piramide zich ongehinderd kunnen verrijken. In de onderlinge strijd tussen de 'bazen' in de drugscriminaliteit worden concurrerende zaken beschoten of handgranaten achtergelaten. Vooralsnog heeft geen onderzoek aangetoond wie de opdracht gaven voor de intimidaties, zo staat in het rapport.
De jongeren die door de drugsbendes worden ingezet zouden volgens het onderzoek steeds vaker uit de middenklasse of hoger komen.

'Geen greep op criminaliteit'
Via sommige nieuwe winkels en horecazaken in de binnenstad zou drugsgeld worden weggesluisd en in het buitenland witgewassen. "Ik kan zo tien tot twintig branches in de binnenstad noemen die niet zuiver zijn", zegt een anonieme 'topambtenaar' tegen de onderzoekers. Ook zou geld in vastgoed worden geïnvesteerd en zou daarmee de huizenmarkt worden geraakt.
In een reactie in het onderzoek erkent de gemeente Amsterdam 'dat er geen sprake is van greep op de drugsgerelateerde criminaliteit in de stad'.
