Politie en justitie betwijfelden zelf in 2009 of de uitlevering van toenmalig Transavia-piloot Julio Poch aan Argentinië juridisch door de beugel kon. De vraag of het wettelijk wel in de haak was om Poch via de zogeheten Spanje-route naar Buenos Aires te krijgen, is door de hoogste baas van het OM vooraf zelfs besproken met de toenmalige minister van Justitie.
Dit blijkt uit onderzoek van het VPRO-radioprogramma Bureau Buitenland en RTL Nieuws. Ondanks de twijfel werd Poch in 2009 in Valencia gearresteerd, nadat Nederland Madrid had getipt dat hij op 22 september van dat jaar zijn laatste vlucht voor zijn pensioen maakte. Nederland kon Poch zelf niet uitleveren aan Argentinië; via Spanje lukte dat wel.
Dodenvluchten
Poch werd verdacht van betrokkenheid bij dodenvluchten die het Argentijnse bewind in de jaren zeventig liet uitvoeren. Hoewel bewijs daarvoor ontbrak, belandde hij zo acht jaar in een Argentijnse cel. De Nederlands-Argentijnse piloot eist vijf miljoen euro schadevergoeding van de Nederlandse staat.
Zijn advocaten, Geert-Jan en Carry Knoops, zeggen dat de staat uiterst onzorgvuldig is omgesprongen met een eigen onderdaan. Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) houdt juist vol dat de verkapte uitlevering binnen wettelijke regels plaats vond.
Grapperhaus en het Openbaar Ministerie (OM) zeggen dat de rechter in 2014 de werkwijze van de Nederlandse autoriteiten heeft goedgekeurd. "Van een verkapte uitlevering kan alleen sprake zijn als iemand onder dwang het land wordt uitgezet", antwoordde het OM eerder op vragen van Argos. "Daarvan was in de zaak-Poch geen sprake", vindt het OM: Poch is in 2009 'vrijwillig' naar Spanje gevlogen.
Door de beugel
Nu blijkt dat politie- en justitiemedewerkers in Nederland achter de schermen zelf betwijfelden of die Spanje-route juridisch wel door de beugel kon. Die discussies zijn binnen politie en OM tot op het hoogste niveau gevoerd. Volgens het OM heeft Harm Brouwer, toen voorzitter van het college van procureurs-generaal, de zaak in september 2009 zelfs besproken met de toenmalig minister Hirsch Ballin.
Dat overleg, een maand voor de arrestatie, ging 'over de mogelijk aan de Argentijnse autoriteiten te verlenen rechtshulp teneinde hen in staat te stellen de heer Poch te laten aanhouden buiten Nederland en hem strafrechtelijk te vervolgen in Argentinië'. Hirsch Ballin gaf het OM groen licht. De Tweede Kamer is hierover nooit geïnformeerd.
Onderzoek
Het OM weigert verder commentaar, omdat het Nederlandse onderzoek naar Poch is geseponeerd en minister Grapperhaus een 'onafhankelijk onderzoek' heeft gelast naar mogelijke politieke beïnvloeding van zijn eigen ministerie in de zaak-Poch. In de Tweede Kamer groeien twijfels over de deugdelijkheid van dat onderzoek, omdat het de rechtszaak tegen de staat kan dwarsbomen.