In het briefje dat in de vluchtauto van Gökmen T. werd gevonden staat dat hij bij de aanslag in een Utrechtse tram in naam van Allah heeft gehandeld. Ook groet hij in het briefje zijn ‘moslimbroeders’.
Op grond hiervan, gecombineerd met de banden van T.'s broer en vader met salafistische moslimbewegingen, denken politie en Openbaar Ministerie nog steeds aan een terreuraanslag.
Dat schrijft de Telegraaf. Het briefje werd gevonden in de rode Renault Clio die hoofdverdachte T. na de aanslag gebruikte.
Terroristisch motief
Vanwege de vondst van het briefje en 'de aard van de feiten' houden politie en het Openbaar Ministerie er 'ernstig' rekening mee dat er achter de aanslag een terroristisch motief zit.
Een conflict in de relationele sfeer, zoals eerwraak, zou veel onwaarschijnlijker zijn aangezien er geen enkele relatie is vastgesteld tussen de verdachte en de slachtoffers.

Bij de aanslag kwamen drie mensen om het leven, een 19-jarige vrouw uit Vianen en twee mannen van 28 en 49 jaar uit Utrecht. Drie mensen raakten zwaargewond. Het zijn een 20-jarige vrouw uit Utrecht, een 21-jarige vrouw uit Nieuwegein en een 74-jarige man uit De Meern.
Behalve hoofdverdachte T. zitten er nog twee verdachten vast. Het gaat om mannen uit Utrecht van 23 en 27 jaar. Onderzocht wordt of zij iets met de schietpartij te maken hebben.