Nederlanders die zich zorgen maken over klimaatverandering, passen hun gedrag daar niet altijd op aan. Duurzame denkers blijken bovengemiddelde vervuilers. Dat toont onderzoek aan van I&O Research in opdracht van Binnenlands Bestuur.
De hoger opgeleiden die het somberst zijn over het klimaat, zijn ook degenen die het langst douchen, het meest en verst vliegen en het vaakst de auto gebruiken. Dezelfde tendens is te zien bij de twintigers die zich veel zorgen maken over de toenemende uitstoot van broeikasgassen. Maar het is wel deze groep die het langst doucht en bij eten het minst let op eventuele negatieve klimaateffecten.

Bezorgde burgers kijken voor oplossingen vooral naar de overheid en het bedrijfsleven. "Ze verwachten minder effect van hun eigen gedrag en passen dat dan ook maar mondjesmaat aan", zegt onderzoeker Peter Kanne. Een patstelling, vindt hij, want "overheid en burgers zitten over en weer op elkaar te wachten". Hij ziet de sleutel voor de overheid in een combinatie van informeren en "positief prikkelen en hardere wetgeving en handhaving daarvan". De burger moet beter nadenken over wat hij zelf kan doen, of juist laten.
VVD-stemmer scoort slechtst
Aan het onderzoek werkten 2572 Nederlanders vanaf 18 jaar mee. Door de CO2-voetafdruk van de Nederlander te berekenen (voedsel, kleding en spullen, vervoer, wonen) concluderen de onderzoekers dat de VVD-stemmer het slechtst scoort. Die kan door zijn inkomen veel vliegen en heeft vaker een groot huis. PvdD-, GroenLinks- en ChristenUnie-stemmers doen het beter. Maar wel blijkt dat de D66-stemmer vaker vliegt dan gemiddeld. En de GroenLinks-stemmer spendeert jaarlijks exact evenveel uren in het vliegtuig als de aanhanger van Forum voor Democratie, becijferen de onderzoekers.