Eritreeërs met een verblijfsvergunning vinden het moeilijk om aansluiting te vinden bij de Nederlandse samenleving. Dat concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) na onderzoek.
Eritreeërs leiden voornamelijk een geïsoleerd leven, hebben alleen sociaal contact met de eigen groep en op een enkeling na hebben de statushouders geen betaald werk.
Te weinig ondersteuning
Door hun onbekendheid met vrijwel alle aspecten van een moderne samenleving als de Nederlandse en door de taalbarrière hebben de Eritreeërs weinig succes met de Nederlandse instanties. Ze vinden dat ze te weinig ondersteuning krijgen en bij de instanties bestaat het beeld van een passieve, weerbarstige en moeilijk te activeren groep.

De taalbarrière staat ook goede communicatie met hulpverleners in de weg. De vergunninghouders kunnen bijvoorbeeld gezondheidsklachten niet goed uitleggen bij huisarts of specialist.
Nederlanders te afstandelijk
De Eritrese statushouders hebben voornamelijk contact met eigen mensen. Ze willen wel contact met anderen, maar door de taalbarrière en de afstandelijke houding van Nederlanders die ze ervaren blijven de contacten beperkt, aldus het SCP.
Betaald werk doet de groep nauwelijks. Ze willen hard werken en hebben veel ervaring als bijvoorbeeld bakker of meubelmaker, maar ze bezitten geen diploma’s die hier vereist zijn. Het is een drempel die een vlotte toegang tot de arbeidsmarkt belemmert.