Er zijn veel te weinig sociale huurwoningen, en het wordt alleen maar erger, blijkt uit onderzoek van RTL Nieuws. De gemiddelde inschrijftijd is al meer dan negen jaar, en op veel plekken moeten mensen nog veel langer op de lijst staan voor ze een huis krijgen.
Tientallen mensen reageerden op een oproep van RTL Nieuws: hoe is het om zo lang op een huis te moeten wachten?

Joren Maatkamp (29) woont in Kudelstaart bij zijn ouders
“Ik sta inmiddels zo’n acht jaar ingeschreven en ik reageer elke week braaf op woningen, zelfs al maak ik geen enkele kans. Van alle reacties sta ik dan op plek 250. Het is enorm zwaar om elke dag bezig te moeten zijn met mijn zoektocht naar een eigen huis.
Ik werk fulltime in de kinderopvang, maar daarmee verdien ik niet genoeg voor een particuliere huurwoning. Daarvoor moet je salaris vaak wel drie of vier keer de huur zijn. Ik heb alles geprobeerd, koop, huur, leningen, mijn ouders willen ook garant staan, maar niks helpt.
Adinda woont met haar vier kinderen op 58 vierkante meter:
Ik heb het gevoel dat er totaal niks aan gedaan wordt door de gemeente en de regering. Ik heb me ook ingeschreven bij andere regio’s, maar daar zijn de wachttijden net zo goed heel lang.
Ik word deze maand dertig en ik woon nog steeds bij mijn ouders. Ik schaam me ervoor als ik dat vertel. Ik wil gewoon een eigen plek en op mijn eigen benen staan, maar dat kan niet. Dat geeft veel stress. Ik heb soms slapeloze nachten, dan vraag ik mezelf af of ik ooit wel wat ga vinden."
Nikkie Kessels (37) woont in Weert met haar twee kinderen van 9 en 11
“Ik ben drie jaar geleden gescheiden en sindsdien ben ik op zoek naar een sociale huurwoning voor mezelf en mijn kinderen in Weert. Het eerste jaar kon ik überhaupt geen huis vinden, toen woonde ik met mijn ex-man in één huis. Ik sliep en bivakkeerde veel op zolder. Daar zat ik dan, tussen de dozen, speelgoed van de kinderen en mijn televisietje.
Na ongeveer een jaar kon ik een huurwoning krijgen in Nederweert, doordat mijn broer ging samenwonen en hij met zijn huurbaas kon regelen dat ik in het huis mocht wonen. Maar dat was niet bepaald een paradijsje. De verwarming deed het nauwelijks, er stond schimmel op de muren en slechte ventilatie. In de winter werd het in de keuken vaak niet warmer dan twaalf graden.
Sinds mei woon ik in een appartementje in Weert, boven een restaurant. De kinderen moeten een slaapkamer delen, ze kunnen ook niet naar buiten want er is geen tuin of balkon en ik woon aan een drukke straat. Ik werk in de zorg, de huurprijs van particuliere huur ligt vaak boven die van een sociale huurwoning. Eerlijk is eerlijk, het is behoorlijk duur voor mij. Maar er komen bijna geen geschikte sociale huurwoningen vrij. Het aantal eengezinswoningen die afgelopen jaar vrijkwamen, is op één hand te tellen. Vervolgens staan er 300 mensen boven me op de lijst. Het is echt een ramp.
Ondertussen moet de gemeente ook vluchtelingen een huis geven, en die komen eerst aan de beurt. Natuurlijk moeten zij ook geholpen worden, maar het 'eigen' volk is daar nu de dupe van. Ik werk hard, en ik moet het maar zelf zien te rooien. Onder de Weerter bevolking zijn ook genoeg schrijnende gevallen die heel erg hard een woning nodig hebben. Daar word ik ontzettend verdrietig van.”
Chantal Bairaktaris (30) woont in een particuliere huurwoning in Zwijndrecht
“Ik sta sinds 2013 op de lijst voor een sociale huurwoning in Zwijndrecht. Ik woon in de tussentijd in een particuliere woning, maar dat is eigenlijk te duur. Inmiddels kan ik af en toe een huis bezichtigen. Dan mogen tien á twaalf mensen tegelijk bij een huis komen kijken en laten weten of ze het willen hebben.
De huizen verschillen nogal, afhankelijk van de corporatie. Sommige huizen zien er goed uit, daar zou je zo in kunnen gaan. Maar daar heb ik niet genoeg punten voor. Andere woningen zijn in hele slechte staat. Dan stinkt het enorm naar schimmel, is de grond kaal tot op de houten plank, zijn de kozijnen rot, waardoor de kou zo naar binnenkomt. Dat willen ze ook niet repareren, ze gaan ervan uit dat je dat als huurder zelf doet. Maar dat kost natuurlijk ook heel veel geld, als je zo’n huis helemaal moet renoveren. Die huizen komen ook telkens opnieuw voorbij, omdat niemand er wil wonen. Zo’n huis vol schimmel is hartstikke ongezond.
Je krijgt hier per maand een punt, en voor een gewoon huis met een tuintje heb je al zeker 100 of 120 punten nodig. Je hebt dus mensen die tien jaar ingeschreven staan en nog steeds geen succes hebben. Tegelijk hoor je ook van mensen die met veel minder punten toch een huis krijgen, omdat ze urgentie hebben. Daar maak ik geen aanspraak op, want ik heb een dak boven mijn hoofd. Dat voelt niet eerlijk.”