Ga naar de inhoud
Tijdlijn

Zo antwoordden het OM en ministerie op vragen over strafvervolging Wilders

Beeld © ANP

Is er politieke invloed uitgeoefend op het besluit van het OM om PVV-leider Geert Wilders te vervolgen voor zijn omstreden 'minder Marokkanen'-uitspraak? Vanaf 31 mei 2018 legde RTL Nieuws een reeks vragen voor aan het ministerie, het OM, Opstelten, en de toenmalige baas van het OM, Bolhaar. Daar kwamen wisselende antwoorden op. Een tijdlijn.

31 mei 2018: vragen aan Ministerie van Justitie en Veiligheid. Antwoorden van 6 juni

Vraag: Is onze informatie correct dat het al dan niet instellen van stafvervolging destijds door de toenmalige minister van VenJ, de heer Opstelten, is besproken met (de voorzitter van) het College van procureurs-generaal? Kunt u toelichten wanneer en bij welke gelegenheid / gelegenheden dit is gebeurd.

Reactie: De toenmalige minister is door het College van procureurs-generaal geïnformeerd dat het OM op basis van een uitvoerige juridische analyse tot de conclusie is gekomen dat de heer Wilders zich vermoedelijk schuldig had gemaakt aan strafbare feiten, en dat het OM heeft besloten hem daarvoor te vervolgen. Dit gebruikelijk in gevoelige onderzoeken. 

Vraag: Klopt onze informatie dat de toenmalige minister zijn opvatting heeft ingekleed, niet als een formele aanwijzing van de minister aan het College, maar als 'een verzoek' zijnerzijds om strafvervolging in te stellen? Klopt het dat dit gegeven is vastgelegd – onder meer – in notulen van het College?

Reactie: Het OM heeft een zelfstandige vervolgingsbeslissing genomen op basis van eigen afwegingen. Voor de achtergronden hiervan verwijs ik u naar het OM. Voor uw vraag over notulen van het College verwijs ik u eveneens naar het OM.

Vraag: Wat was de reactie van het College op dit 'verzoek'? Welke conclusies heeft het College hier aan verbonden? Klopt onze informatie dat de toenmalige minister vaker dergelijke vragen of verzoeken neerlegde bij het college? Wat is materieel het verschil tussen een verzoek en een aanwijzing? Kunt u dit toelichten?

Reactie: De toenmalige minister is – zoals gebruikelijk en zoals in antwoord op vraag 1 reeds gemeld – geïnformeerd door het OM. Aangezien dit een zelfstandige beslissing van het OM betreft, verwijs ik u voor de achtergronden hiervan naar het OM.

Beïnvloedde
Lees meer:
Beïnvloedde Opstelten het 'minder Marokkanen'-proces? Wilders wil opheldering

31 mei: vragen voorgelegd aan College van procureurs-generaal

Vraag: Is onze informatie correct dat het al dan niet instellen van stafvervolging destijds door de toenmalige minister van VenJ, de heer Opstelten, is besproken met (de voorzitter van) het College van procureurs-generaal? Kunt u toelichten wanneer en bij welke gelegenheid / gelegenheden dit is gebeurd?

Vraag: Klopt onze informatie dat de toenmalige minister zijn opvatting heeft ingekleed, niet als een formele aanwijzing van de minister aan het College, maar als 'een verzoek' zijnerzijds om strafvervolging in te stellen? Klopt het dat dit gegeven is vastgelegd – onder meer – in notulen van het College?

Vraag: Wat was de reactie van het College op dit 'verzoek'? Welke conclusies heeft het College hier aan verbonden? Klopt onze informatie dat de toenmalige minister vaker dergelijke vragen of verzoeken neerlegde bij het college? Wat is materieel het verschil tussen een verzoek en een aanwijzing? Kunt u dit toelichten?

1 juni: reactie Openbaar Ministerie

"Het is voorbehouden aan het Openbaar Ministerie (OM) om in strafzaken een vervolgingsbeslissing te nemen. Dat was in de zaak tegen Wilders niet anders. De minister heeft geen bemoeienis gehad met deze vervolgingsbeslissing. Gevoelige strafzaken worden altijd gemeld aan de minister. De zaak-Wilders is een gevoelige zaak en daarover is de minister derhalve – zoals gebruikelijk – door middel van een ambtsbericht geïnformeerd. Hij is ook geïnformeerd over de voorgenomen vervolgingsbeslissing van het OM."

3 juni

Vervolgvragen aan het College in verband met het ontbreken van een categorisch antwoord op de vraag of instellen strafvervolging met de minister is besproken voordat OM hiertoe besloot, en of minister zijn opvatting dat vervolging moest worden ingesteld vooraf kenbaar heeft gemaakt aan het OM, en of dit was ingekleed als 'verzoek'.

4 juni: antwoord van toenmalig minister Opstelten, op (dezelfde) vragen die 31 mei aan ministerie en College waren voorgelegd

"In antwoord op uw mail van 31 mei jl. kan ik u melden dat ik heb kennisgenomen van de reactie van het OM op de door u gestelde vragen.

Ik heb daar niets aan toe te voegen."

4 juni: antwoord van de heer Bolhaar, destijds voorzitter van het College van procureurs- generaal op vragen die op 31 mei aan College waren voorgelegd

"Geen commentaar."

5 juni: antwoord College/Openbaar Ministerie op vervolgvragen 3 juni

"Het Openbaar Ministerie heeft zelfstandig de vervolgingsbeslissing genomen op basis van eigen afwegingen."

"In de verslaglegging van de collegevergadering hebben wij niets kunnen vinden dat er op duidt dat de toenmalige minister zich heeft bemoeid met de vervolgingsbeslissing in de zaak-Wilders."

"De aanwijzing die de minister het OM kan geven is neergelegd in artikel 127 Wet RO. Een ‘verzoek’ zoals door jullie beschreven, kent geen wettelijke basis en is ook in de praktijk geen bekend begrip."

6 juni: 

Vervolgvragen RTL Nieuws aan ministerie van Justitie en Veiligheid op 6 juni 2018, wegens ontbreken van categorisch antwoord op de vragen.

18 juni: antwoorden ministerie Justitie en Veiligheid op vragen van 6 juni

"We hebben opnieuw een grondige check uitgevoerd. Maar we herkennen ons niet in het beeld dat je schetst.

Het OM heeft indertijd een zelfstandige vervolgingsbeslissing genomen op basis van eigen juridische afwegingen. Voor de achtergronden van dit besluit verwijst min JenV naar het OM. Daar heeft minJenV niets aan toe te voegen."

Losse
Lees meer:
Losse eindjes in de zaak-Wilders

27 juni:

Indiening verzoek RTL Nieuws op grond Wet openbaarheid bestuur (Wob) bij ministerie van Justitie en Veiligheid. In het verzoek wordt gevraagd naar alle documenten bij het ministerie, waaronder memo’s aan de minister en verslagen van vergaderingen met het College van procureurs-generaal.

23 juli:

Uitstelbericht ministerie.

23 augustus:

Primaire beslissing ministerie over Wob-verzoek. Ministerie beslist over één document, een ambtsbericht van het College van procureurs-generaal van 10 september 2014 aan de minister. Over overige documenten wordt niet beslist.

31 augustus:

RTL Nieuws stuurt ingebrekestelling naar ministerie in verband met het niet beslissen over documenten en het niet betrekken van alle documenten in het besluit.

10 september:

Ministerie wijst ingebrekestelling af en verwijst RTL Nieuws naar bezwaarprocedure.

25 september:

Indiening bezwaarschrift RTL Nieuws.

3 oktober:

Ontvangstbevestiging bezwaarschrift. In brief wordt erop gewezen dat bezwaartermijn van zes weken aanvangt op 5 oktober en daarna met zes weken kan worden verlengd.

9 november:

Verdediging Wilders dient verzoek in bij Gerechtshof Den Haag tot 'nader onderzoek' naar mogelijke beïnvloeding besluitvorming Openbaar Ministerie.