Nog nooit deden zo weinig mensen een beroep op de schuldsanering. Dat klinkt goed, maar dat is het niet. Het aantal mensen met schulden neemt namelijk wél toe en gemeenten helpen deze mensen onvoldoende, blijkt uit een rapport van de Nationale ombudsman.
Wie in de cijfers van het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) over de schuldsanering duikt, denkt misschien dat de enorme afname van de instroom komt doordat het zo goed gaat met de economie.
Bureaucratisch vehikel
Maar schijn bedriegt, legt Nadja Jungmann, lector schulden en incasso van de Hogeschool Utrecht, uit. Samen met drie andere onderzoekers schreef ze in opdracht van de Tweede Kamer het rapport Knellende schuldenwetgeving (pdf). De belangrijkste conclusie is dat de wetgeving rond schulden een lastig bureaucratisch vehikel is.
Instroom in de schuldsanering sinds 2000 (bron: CBS)
Ze sluit zich aan bij de conclusie van ombudsman Reinier van Zutphen, die schrijft dat het 'sneller en beter moet'. "Uit meerdere onderzoeken blijkt dat schulden, zeker voor gezinnen met kinderen, schadelijk zijn. Gemeenten moeten zich dat aantrekken", zegt Van Zutphen. Gemeenten zijn namelijk verplicht mensen met schulden te helpen.
Van Zutphen schat dat 1,4 miljoen Nederlanders grote schulden hebben. Het lukt ze alleen niet om in de schuldsanering te komen als dat nodig is. Terwijl de schuldsanering er juist is om uiteindelijk schuldenvrij met een schone lei verder te kunnen. Wie in de schulden blijft hangen, krijgt vaak alleen maar meer schulden.
Schuldhulpverlening
Het is niet zo dat rechters massaal een aanvraag tot schuldsanering afwijzen. Volgens Jungmann is het lastig om überhaupt al bij de rechter aan te kloppen. "In de wet staat dat je het eerst bij de gemeente moet proberen. Als je niet binnenkomt bij de gemeente, dan kom je niet bij de rechter." De gemeente moet je namelijk doorverwijzen.
Die verplichte gemeentelijke hulp heet de schuldhulpverlening. Het aantal mensen dat hiervoor aanklopt bij de gemeente is vorig jaar, ondanks de florerende economie, gegroeid. Dat blijkt uit cijfers van de Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren (NVVK), waar ook een tiental gemeenten lid van is. Ook grote steden als Amsterdam en Utrecht.
Wat is schuldsanering?
In de schuldsanering, die officieel Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) heet, kom je niet zo maar. Een rechter oordeelt of iemand het traject, dat drie jaar duurt, in mag. In die drie jaar zorgt een zogenoemde bewindvoerder voor het huishoudboekje. Hij of zij bepaalt van hoeveel geld iemand rond moet komen. Meestal nét genoeg om zeer basaal te leven.
De rest van het inkomen gaat naar de schuldeisers. Die krijgen drie jaar lang iedere maand een deel van de schuld terug. Wat er na drie jaar nog aan schuld over is, wordt kwijtgescholden. Schuldeisers hebben weinig te kiezen, als de rechter beslist, moeten ze met het traject akkoord gaan.
Budgetcursus en schuldregelingen
Maar volgens Jungmann zitten gemeenten in hun maag met die grote groep mensen met schulden. "In de afgelopen jaren is de toegang tot de gemeentelijke schuldhulpverlening flink onder druk komen te staan. Mensen met financiële problemen moeten geholpen worden."
Gemeenten mogen zelf bepalen hoe ze dat doen, denk bijvoorbeeld aan budgetcursussen. Maar de belangrijkste middelen zijn schuldregelingen. Die lijkt enorm op de schuldsanering – je inkomen wordt omlaag gebracht naar bijstandsniveau – maar in dit geval zijn schuldeisers niet verplicht om mee te doen. "Pas als te veel schuldeisers nee zeggen, mag je naar de rechter toe."
Verschil tussen gemeentes
Er zijn geen duidelijke regels wie er nu recht heeft op die gemeentelijke schuldhulpverlening en wie niet. Als voorbeeld geeft Jungmann een verslaafde met schulden. "De ene gemeente zegt dat je 1,5 jaar clean moet zijn voor er hulp komt. Bij de andere gemeente is dat twee maanden." Gevolg: mensen kloppen wel aan, maar komen 'het systeem' niet in.
De ombudsman ziet dat mensen al afhaken nog voor ze een intakegesprek hebben gehad. Bijvoorbeeld omdat ze opzien tegen de voorwaarden die gelden bij het hulpverleningstraject.
U-bocht
Maar er is volgens Jungmann nog een oorzaak dat het minder mensen lukt om in die schuldsanering te komen. Vroeger kon je je als individu door de rechter failliet laten verklaren. Geen pretje, maar wel een wanhoopspoging om uiteindelijk uit de schulden te komen.
Wie persoonlijk failliet was, kreeg rechtstreeks – dus zonder tussenkomst van de gemeente – toegang tot de schuldsanering. "Dat was een U-bocht. De afgelopen jaren zie je dat rechtbanken daar terughoudender in zijn geworden."
Gemeenten wijzen naar anderen
De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) vindt dat er ook een grote taak is weggelegd voor het Rijk (die bijvoorbeeld belastingschulden eist), werkgevers, zorgverzekeraars en woningbouwcorporaties. Volgens de organisatie is het eigenlijk al te laat als mensen zich melden bij de schuldhulpverlening. "Meer aandacht zou moeten gaan naar het voorkomen hiervan en de zorgplicht die schuldeisers hebben."