De oppositiepartijen wijzigen de omstreden initiatiefwet die exorbitante salarisverhogingen van bankiers aan banden moet leggen na kritiek van de Raad van State. Die noemt het wetsvoorstel onduidelijk en onvoldoende gemotiveerd. De aangepaste wet is zojuist ingediend bij de Tweede Kamer.
De initiatiefwet, ondertekend door GroenLinks, PVV, SP, PvdA, PvdD, 50plus en Denk, werd afgelopen maart door 69 Kamerleden gesteund. Zij willen dat banken voortaan toestemming moeten krijgen van de minister van Financiën voordat zij het salaris van een nieuwe bestuurder vaststellen of dat van een zittend bestuurder mogen verhogen.
Aanleiding was de voorgestelde salarisverhoging van 1 miljoen euro voor ING-ceo Ralph Hamers, die later werd ingetrokken door het bedrijf na maatschappelijke en politieke onrust.
Slecht gemotiveerd
De Raad van State is uiterst kritisch op het huidige wetsvoorstel. Het adviesorgaan noemt de ambitie om perverse beloningsprikkels tegen te gaan 'op zichzelf niet onlogisch', maar ziet onvoldoende gemotiveerd waarom deze nodig is.
Met name de gewenste goedkeuring van de minister wordt 'ingrijpend' genoemd, terwijl onduidelijk blijft wat 'zorgvuldig, beheerste en duurzame'’ beloning dat kan rekenen op maatschappelijk draagvlak. Verder wijst de Raad van State op de verantwoordelijkheid die de Europese Centrale Bank (ECB) heeft als toezichthouder van de financiële sector.
Maatregelen na de crisis
Daarbij verwijst het naar de verschillende maatregelen die na de crisis genomen zijn, en die moeten voorkomen dat banken die in financiële moeilijkheden komen een beroep op de overheid kunnen doen.
Voorbeelden zijn strengere kapitaaleisen en het 'bail in'-stelsel waarin niet de belastingbetaler, maar aandeelhouders, obligatiehouders en rekeninghouders in eerste instantie worden aangesproken indien een bank niet aan zijn verplichtingen kan voldoen.
Nieuw voorstel
Toch zet de oppositie door met een aanpassing van de initatiefwet, die vanavond bij de Tweede Kamer is ingediend. Het streven is om het nieuwe wetsvoorstel zo spoedig mogelijk in werking te laten treden.
Zo willen de oppositiepartijen 'voorkomen dat men in verband met de aankondiging van het wetsvoorstel nog van de gelegenheid gebruik maakt bij lopende beloningsvoorstellen'.