Ga naar de inhoud
Nederland

Dominee overleefde moordaanslag in kerk: 'Ik hoop dat hij niet de cel in hoeft'

Ebi Wassenaar: "Nu ik thuis ben, daalt het besef dat ik afhankelijk ben van anderen steeds meer in." Beeld © RTL Nieuws

'Als ik hem tegenkom dan vermoord ik hem' en: 'hij moet de rest van zijn leven worden opgesloten'. Dominee Ebi Wassenaar hoort het geregeld om zich heen. Ze werd in november zwaar mishandeld en voor dood achtergelaten in haar kerk in het Gelderse Rhenoy. "Maar ik geloof niet in moord en niemand heeft er iets aan als hij de cel in moet. In de rechtbank zag ik een zielig hoopje mens. Hij heeft hulp nodig."

Mededogen. Het is één van de belangrijkste eigenschappen voor dominee Ebi Wassenaar (65) uit Rhenoy. Na maanden revalideren is ze weer thuis. "Ik was die eerste dagen in het ziekenhuis heel bang dat hij mijn compassie van me had afgenomen. Dat had ik vreselijk gevonden. Maar gelukkig is dat niet gebeurd."

Heel actief

En toch had niemand het haar kwalijk kunnen nemen als ze Wijnand B. wel dood had gewenst. Zoals ze zelf zegt: "Er was een Ebi van voor de moordaanslag en er is een Ebi van daarna." Voor de moordpoging was ze heel actief. Ze fietste veel, wandelde zes kilometer per dag en was veel in de weer voor de kerk en de inwoners van Rhenoy.

Nu zit ze het grootste deel van de dag in haar stoel. Haar wandelstok met vierpoot naast zich. Praten kost haar merkbaar moeite, ze is moe en heeft concentratieproblemen. Ze is volledig afhankelijk van anderen. "Nu ik thuis ben, daalt dat besef steeds meer in. Opstaan en lopen mag ik niet alleen, de kans is te groot dat ik val. Mijn linkerbeen en linkerarm werken niet meer goed. Daarnaast heb ik moeite met concentreren en heb ik een neglect: als ik op straat loop en iemand gedag zeg, dan val ik. Ik moet echt heel bewust bezig zijn met wat ik aan het doen ben."

Miniatuurvoorbeeld

Aangepast huis

Sinds half april is ze weer thuis, na maanden in een revalidatiecentrum. Het huis is aangepast: het pad naar de voordeur is opnieuw bestraat zodat er een rolstoel overheen kan, naast de deur, in het toilet en in de badkamer zijn steunen bevestigd. Of het ooit beter wordt? Niemand die het kan zeggen. "De neurochirurg zegt dat ik blij moet zijn dat ik het heb overleefd maar dat ik het hiermee moet doen. Ik was te zwaar gewond. Maar de arts in het revalidatiecentrum geeft me meer hoop. Zij zegt dat ik als ik over een jaar weer op controle kom een compleet andere vrouw zal zijn dan nu."

Voor die alles veranderende dag in november had ze de dader (of zoals ze zelf zegt: "Officieel vermeende dader, hij is nog niet veroordeeld") nog nooit ontmoet. Hij was haar aanbevolen toen ze een pianostemmer nodig had voor de piano die ze net voor de kerk hadden aangeschaft. "De zondag erop, 26 november, was de afsluiting van het kerkelijk jaar", vertelt ze. "Op die dag herdenken we de leden van onze gemeenschap die dat jaar zijn overleden. Daarvoor wilden we de piano gebruiken."

Vreemde man

Ze had gelijk een vreemd gevoel bij Wijnand B, herinnert ze zich. "Ik vond het een vreemde man. Hij wilde toen ik belde zeker weten of de piano te stemmen was. Dat wist ik natuurlijk niet, ik ben geen pianostemmer. Hij wilde maar niet zeggen wanneer hij langs zou komen. Die vrijdag ervoor had ik hem gebeld om nog eens te vragen of ik een afspraak kon maken, omdat ik anders een andere pianostemmer zou bellen. Toen stemde hij in om die dinsdagochtend langs te komen."

De 50-jarige Wijnand B. zou er om 10.00 uur zijn, zelf was Wassenaar iets eerder. "Ook hij was netjes op tijd. We dronken een kop koffie en hij keek naar de piano, die volgens hem onstembaar was. Ik vroeg nog of hij daar iets aan kon doen, maar dat kon niet zei hij. Daarna vroeg hij of hij bij mij thuis mocht wachten. Hij had daarna nog een afspraak in de buurt en omdat de piano niet te stemmen was, had hij tijd over. Dat voelde niet goed, dus ik zei nee. Toen ik daarna met mijn rug naar hem toe stond, voelde ik een hele harde klap op mijn achterhoofd."

Halfzijdig verlamd

Achteraf blijkt dat Wassenaar meerdere keren met een hard voorwerp op haar hoofd is geslagen. Ze valt op de grond en wordt af en toe wakker, maar kan zich niet bewegen. "Ik herinner me dat ik op die koude leistenen lag in een grote plas bloed. Ik wilde overeind komen om iemand te waarschuwen, maar dat lukte niet. En mijn telefoon lag te ver weg. Later bleek dat ik halfzijdig verlamd was."

Miniatuurvoorbeeld

De kerk in Rhenoy waar Wassenaar zwaar werd mishandeld. (Foto: RTL Nieuws)

Anderhalf uur lang ligt ze alleen op de vloer van de kerk. Bij vlagen verliest ze haar bewustzijn. Op andere momenten heeft ze heel goed door waar ze is en wat er is gebeurd. "Ik wist dan: ik ga dood. Ik was niet in paniek, maar het besef was er wel. Ik hoopte dat iemand me zou vinden. Mijn grootste angst was op dat moment dat hij terug zou komen om het af te maken."

Afscheid nemen

Na die anderhalf uur komt haar huisgenoot haar zoeken. "Ze vroeg zich af waarom ik niet thuiskwam, terwijl ze het busje van de pianostemmer al lang geleden langs had zien rijden." Haar vriendin gaat snel naar buiten om de hulpdiensten te bellen – telefoons werken door de dikke muren niet in de kerk – en zorgt er daarna voor dat Wassenaar bij bewustzijn blijft. Dat lukt, maar bij aankomst in het ziekenhuis wordt haar verteld dat ze afscheid moet nemen: Wassenaar wordt meteen geopereerd, of ze dat zal overleven kan niemand zeggen.

Dat doet ze. En ook mentaal probeert ze de draad weer zo veel mogelijk op te pakken. Zo gaat ze met Pasen terug naar de kerk, de plek waar haar leven zo drastisch veranderde. "Het was heel moeilijk om die kerk weer binnen te gaan. Maar daar heb ik met mijn huisgenoot en een collega een ritueel voor gevonden. We hebben benoemd dat je je veilig hoort te voelen in een kerk maar dat het voor mij geen veilige plek meer was."

Wierook tegen geur van bloed

"Op de plek waar ik was neergeslagen lag een bed van mos met rozenblaadjes, er stond een witte bloem, een kaars, er klonk muziek uit een Frans klooster met de tekst ‘als het donker is ontsteek dan een lichtvuur dat nooit meer dooft’. Ook brandde er wierook, zodat de geur daarvan de geur van mijn bloed op de leistenen die ik mij zo sterk herinnerde zou overheersen."

"Toen ik de kerk binnenkwam was ik wel heel emotioneel: daar is het gebeurd, daar heb ik gelegen. Ik heb de paaskaars aangestoken en gezegd: kome wat komt, van U is de toekomst."

Miniatuurvoorbeeld

Wassenaar voor de aanval. Ze hoopt ooit weer een kerkdienst te kunnen leiden. (Foto: privé)

Zielig hoopje mens

Ook in de rechtbank schuwt ze de confrontatie met wat er is gebeurd niet.  Eind maart dient de zogeheten pro-formazitting waarbij bepaald wordt of B. langer vast blijft zitten. Wassenaar gaat erheen. "Het is een zielig hoopje mens", denkt ze als ze B. daar voor het eerst sinds de moordpoging ziet zitten. En dat gevoel blijft. Er is geen angst en geen woede. Ze heeft vooral medelijden. "Het was een schreeuw om aandacht. Zijn moeder was eerder dat jaar overleden. Zij zorgde voor hem en hij wist niet hoe hij zonder haar verder moest."

"B. zei eerder tegen een aantal mensen dat hij iemand moest vermoorden om in de gevangenis te kunnen komen. Daar zou dan voor hem gezorgd worden."

Informatie gezocht

Achteraf blijkt dat B. sinds het maken van de afspraak met Wassenaar op internet heeft gezocht naar informatie over hoe hij iemand met een hamer kon vermoorden. Vragen als: Hoe hard is een schedel? Hoe vaak moet ik slaan om iemand te doden? Waar moet ik slaan? "Dat is heel confronterend om te horen. En ik was dus op het verkeerde moment met de verkeerde persoon. Het was niet specifiek tegen mij gericht. Het was een geschikt moment denk ik." Na het 'incident' is B. naar zijn tante gegaan en heeft hij verteld wat hij heeft gedaan. Toen hij daar wegging, kreeg hij een hartstilstand. Hij werd gereanimeerd en lag wekenlang in coma. Pas half maart kon hij worden verhoord.

De rechter moet nog uitspraak doen, maar B. hoeft van Wassenaar geen straf te krijgen. "Ik vind dat hij geholpen moet worden. Ik ben geen ander mens geworden, niet verbitterd of boos, helemaal niets. Natuurlijk ben ik verdrietig en heb ik dagen waarop ik denk: wat heeft hij ons aangedaan? Maar ik voel geen agressie, geen wraakgevoelens. Ik spreek natuurlijk niet goed wat hij heeft gedaan, ik vind het ook heel erg. Zijn schreeuw om hulp rechtvaardigt niet dat hij mij heeft neergeslagen. Maar ik voel wel compassie."

Extra tijd

Ze is vooral van plan om nog iets moois van haar leven te maken. "Ik ben heel blij dat ik nog leef. Het voelt als extra tijd, het was de bedoeling dat ik niet meer leefde. Wat er gebeurd is, heeft veel impact op mijn bestaan: ik kan mijn ambt niet meer uitoefenen. Of ik dat ooit weer kan weet ik niet, ik heb heel veel beperkingen: kan niet meer goed lopen, niet meer fietsen, mag niet meer autorijden en in huis kan ik niets meer doen. Maar mijn verstand is nog goed, mijn geheugen is nog goed, mijn emotie functioneert nog als voorheen."

Veel mensen kunnen een gebeurtenis als deze niet rijmen met het geloof. Waarom zou God toestaan dat dit gebeurt? Daar heeft Wassenaar geen last van. "Ik geloof niet dat God hier de hand in heeft. Ik geloof ook niet in een god die ingrijpt en alles regelt, ons als marionetten gebruikt en denkt: nu moet ik Ebi Wassenaar maar eens te pakken nemen. Ik geloof dat Hij of Zij zelf ook huilt. Dit wil God niet, dit is de bedoeling niet van het leven. Ik weet ook niet of Hij of Zij er de hand in heeft dat ik nog leef. God is geen gatenvuller die oppakt wat wij laten vallen."

"Ik geloof in een god die ieder mens wil zien en recht wil doen. Geen leven mag tevergeefs zijn, ook niet dat van B. Het belangrijkste voor mijn toekomst vind ik dat ik mijn leven inhoud kan geven. Of dat als predikant kan, weet ik niet, dat moet ik afwachten. Maar ik hoop het wel. En verder ga ik er gewoon iets van maken."