Met nog anderhalve week te gaan, loopt Nederland volgens peilers nog niet heel erg warm voor de gemeenteraadsverkiezingen. Waarom hebben we er niet zo'n zin in? "Het zijn toch een beetje tweederangs verkiezingen", zegt bestuurskundige Marcel Boogers.
Kantar Public, het voormalige TNS NIPO, onderzocht hoe het stond met de interesse voor de gemeenteraadsverkiezingen. Van enorme verkiezingskoorts bleek (nog) geen sprake. De interesse is 'wat lauw', concludeert onderzoeker Tim de Beer. Zo'n 44 procent is 'zeer of tamelijk geïnteresseerd' in de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart, een ruime meerderheid dus niet.
De Hond: geen partijen in de mode
Ook peiler Maurice de Hond ziet dat de verkiezingen 'niet heel erg leven'. Een teken daarvoor is volgens hem onder meer dat er niet bijzonder veel enthousiasme voor een bepaalde partij is.
"Bij verkiezingen zie je vaak dat er toch één of meerdere partijen in de mode zijn", zegt De Hond. "Dat soort enthousiasme zorgt voor een hogere opkomst. Nu springt er in de peiling geen enkele partij echt uit. Niet naar boven en niet naar beneden. Emoties zouden de bereidheid om te stemmen wel versterken."
Te vroeg voor afstraffing
De Beer denkt dat de magere interesse ook te maken heeft met het feit dat het huidige kabinet er pas een half jaartje zit. "Mensen hebben zich nog niet echt een mening gevormd over Rutte III. De nieuwe ministers zijn ook nog niet echt bekend. Het is nog wat te vroeg voor een positief oordeel, of juist een afstraffing."
De landelijke politici zijn er tot nu toe ook nog niet in geslaagd de verkiezingen 'te hypen', zegt De Beer. "Uit ons onderzoek blijkt ook dat er niet echt een voedingsbodem voor zo'n hype vanuit de landelijke politiek is. Veel mensen zeggen juist ook: ik kijk naar het lokale niveau, landelijke politici moeten zich niet met deze verkiezingen bemoeien. "
De uiteindelijke opkomst
Over de uiteindelijke opkomst verschillen de twee peilers nog een beetje. De Hond denkt dat de opkomst rond de 50 procent uit komt, misschien iets daaronder. De Beer 'eet zijn schoen' op als de opkomst onder 50 procent komt.
Het is volgens de peilers niet zo dat de interesse enorm is afgenomen. Ook bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen was er anderhalve week van tevoren geen sprake van enorme verkiezingskoorts. Het matige enthousiasme past wel in de dalende trend die sinds midden jaren '90 te zien is in de opkomstpercentages.
Waarom?
De opkomst bij landelijke verkiezingen ligt aanzienlijk hoger. Sinds 1994 ligt het opkomstpercentage tussen 73,3 procent (1998) en 81,9 procent (2017).
Waarom blijven kiezers bij gemeenteraadsverkiezingen vaker thuis? Bestuurskundige Marcel Boogers geeft een verklaring: "Uit de kiezersonderzoeken blijkt dat veel mensen het gevoel hebben dat de gemeenteraad niet zo belangrijk voor ze is. Ook wordt vaak gezegd: ik weet niet wat er speelt in de gemeenteraad. En dan bestaat ook een soort plichtsbesef: ja, je moet stemmen, maar als je er de ballen van snapt, kun je beter thuisblijven."
Is dat nog te verbeteren? Boogers is niet erg optimistisch. Natuurlijk zou bijvoorbeeld meer aandacht van (lokale) media kunnen helpen, maar het opkomstpercentage zal niet snel fors omhoog gaan, denkt hij. "Ook in andere landen zijn landelijke verkiezingen meer in trek dan regionale of lokale verkiezingen. Onder politicologen wordt het wereldwijd wel 'second-order elections' genoemd, tweederangs verkiezingen dus. Ik denk dat we er een klein beetje in moeten berusten dat het opkomst niet zo hoog wordt als bij landelijke verkiezingen."
Mikal (22) en Tim (23) willen in de gemeenteraad:
Ook jonge mensen willen na 21 maart in de gemeenteraad. Zoals de twintigers Mikal en Tim.
Meer op rtlnieuws.nl: