Het lokaal opwekken van energie wordt steeds populairder. In 2016 is het aantal energiecoöperaties toegenomen met 20 procent, maar ze produceerden ruim 50 procent meer energie.
Dat blijkt uit cijfers van kennisplatform Hier.
In totaal wekken de lokale energiecoöperaties dit jaar 138 megawatt op, en op korte termijn zou dat nog eens met 150 megawatt doorgroeien. Een ruime verdubbeling dus.
Inmiddels zijn er 50.000 Nederlanders aangesloten bij zo’n lokale coöperatie. Maar ze houden zich lang niet allemaal (alleen) bezig met het opwekken van groene stroom. Veel clubs richten zich ook op de doorverkoop van energie of collectieve inkoop van zonnepanelen.
Rendement
Ingenieur Jan Taks zette zo'n coöperatie op, samen met zijn zoon. Ze voelden de energie toen ze naar een stuw vlakbij hun huis keken. "Die energie wilden we pakken, daar wilden we wat mee doen", vertelt hij. "Er is altijd water, dus we hebben altijd stroom."
Vijf jaar later is waterkrachtcentrale de Dommelstroom geopend, wat Taks tot tranen roerde. Het project kostte 1 miljoen euro, die grotendeels werd opgehaald via crowdfunding. Zo'n 500 particulieren hebben erin geïnvesteerd en zijn nu mede-eigenaar van de centrale. Ze kunnen er een paar procent rendement op halen, maar vaak gaat het om meer: een steentje bijdragen aan het milieu.
Wind blijft populair
De meest gewilde manier om collectief stroom op te wekken blijft overigens nog altijd via windmolens. Windstroom is goed voor 115,2 megawatt dit jaar. Daarna volgt zonne-energie op gepaste afstand. Daarmee wordt nog maar 23 megawatt opgewekt.
Er zijn zelfs coöperaties die zich bezighouden met het opwekken van water- en warmtestroom, maar dat mag eigenlijk nog geen naam hebben. Naar verwachting komt de eerste energie uit deze bronnen eind 2016 uit de stopcontacten.