Kinderen kunnen heel goed met een smartphone omgaan, maar hebben vaak geen flauw benul wat ze allemaal met technologie kunnen doen en hoe computers werken. En dat levert later problemen op bij het vinden van een baan, waarschuwen experts. De oplossing: verplichte scholing.
Daar pleit de branchevereniging Nederland ICT voor. In april werd er al een motie aangenomen om digitale geletterdheid toe te voegen aan het curriculum, maar volgens de vereniging gebeurt er nog niets. En dat terwijl het volgens hen juist belangrijk is om de veranderingen zo snel mogelijk door te voeren. "Op dit moment leiden we kinderen op voor de banen van vroeger, niet die van de toekomst", zegt Ernst-Jan Stigter, directeur van Microsoft Nederland.
Programmeren en sociale media
"Onze kinderen leren al twaalf jaar lang precies hetzelfde als vroeger, terwijl de wereld om hen heen veranderd is. Ze weten hoe een smartphone werkt, maar niet wat er onder de motorkap gebeurt. Met het vak digitale geletterdheid willen we ze dat leren, maar we willen ze ook leren hoe ze met technologie kunnen werken."
Het gaat Stigter er dus niet alleen om dat kinderen leren programmeren. "Niet iedereen vindt dat leuk, dus niet iedereen hoeft dat te leren. Maar we moeten kinderen wel leren hoe ze met technologie om moeten gaan. Dat kan zelfs tijdens de gymles, door bijvoorbeeld met sensoren op je lichaam een sprint te analyseren. Zo kan technologie superinteressant en leuk worden."
Live Q&A op Facebook
Leren jouw kinderen wel de juiste dingen om later een baan te vinden, en hoe kun je ze helpen? Opvoedkundige Marina van der Wal en Miriam van 't Veer, journalist bij technologiewebsite Bright, beantwoorden vanavond al je vragen. De Q&A vind je straks op facebook.com/rtlnieuws en hij begint om 19.50 uur, direct na het RTL Nieuws van 19.30 uur.
Dat deze lessen hard nodig zijn, vindt ook Ton Wilthagen, arbeidsmarktdeskundige aan de Tilburg University. "In andere landen leren kinderen al wel programmeren en hoe een computer werkt. Als we willen dat onze kinderen het later goed doen op de arbeidsmarkt, zullen we ze dat ook moeten leren."
'Nederland loopt achter'
In steeds meer banen is het belangrijk dat je kunt programmeren zodat je de technologie kunt aansturen en er goed mee kunt werken, zegt Wilthagen. Dat geldt niet alleen voor de technische beroepen, maar ook voor de banen in de zorg en het onderwijs. "Een thuiszorgmedewerker zal straks met robots bij patiënten thuis moeten kunnen omgaan, en een kleuterjuffrouw moet het digitale lesmateriaal van haar kinderen begrijpen."
Hoewel Nederland een modern land is met overal internet, lopen we op dit gebied achter, vindt Wilthagen. "Je ziet dat kinderen in Zuid-Korea, China en Rusland hier al wel les over krijgen. Nederland kan niet achterblijven, we moeten de digitale vaardigheden naar een hoger niveau tillen."
In veel Europese landen krijgen kinderen al ICT-les. Bron: Europese Commissie (pdf).
Nederland ICT is niet de enige organisatie die vindt dat kinderen ICT-lessen moeten krijgen: volgens vakblad AG Connect deelt maar liefst 85 procent van de Nederlandse ICT'ers die mening. De helft van hen vindt dat het vak over een jaar al verplicht moet zijn.
Toch is de kans groot dat het langer duurt voordat iedere basisschool de lessen geeft, denkt hoogleraar toegepaste onderwijswetenschappen Jan van Tartwijk. "Zelfs als nu besloten zou worden dat kinderen hier zo snel mogelijk les over moeten krijgen, moeten alle zeilen bijgezet om het onderwijs daarop voor te bereiden."
Lessen ontwikkelen
Je zou dan nu al moeten gaan kijken wat je de kinderen precies wilt leren, zegt Van Tartwijk. "Wat en hoe moeten ze leren programmeren, en moeten ze bijvoorbeeld ook leren hoe ze kunnen beoordelen welke informatie op internet betrouwbaar is?"
Als dat is bepaald, zegt Van Tartwijk, is er nog steeds een hoop werk. "Dan moet je samen met scholen, deskundige leraren en universiteiten bijvoorbeeld het lesmateriaal ontwikkelen en ruimte vinden in het curriculum van de scholen. Dat kost tijd. Als je dit te snel en zonder overleg ontwikkelt, dan wordt het vak een ramp."
Toch is het volgens Stigter zaak om niet te lang te wachten met het invoeren van het vak. "Als het tot 2021 duurt voordat we dit vak hebben ingevoerd, zijn er 1 miljoen kinderen van de basisschool af zonder dat ze kennis over technologie hebben meegekregen. Dat is onacceptabel."
Zo leer je je eigen kinderen programmeren
Wil je niet op de lessen wachten en je eigen kinderen vast leren programmeren? Inmiddels zijn daar genoeg hulpmiddelen voor. We hebben er een paar op een rij gezet:
- Raspberry Pi: dit is een mini-computer die je als normale computer kunt gebruiken, maar ook zelf kunt programmeren. Door het apparaat aan een toetsenbord, muis en beeldscherm te koppelen, kun je er programma's op installeren en je eigen machines en robots besturen.
- ScratchJr: met deze app kunnen kinderen tussen de 5 en 7 jaar eigen verhalen en spelletjes maken. Dat doen ze door problemen op te lossen, waardoor ze spelenderwijs de basisbeginselen van het programmeren leren.
- LEGO Mindstorms: hiermee kunnen kinderen hun eigen LEGO-creaties uitrusten met elektromotoren en sensoren, die ze vervolgens zelf kunnen programmeren met een computer. Zo kunnen ze verschillende programmeertalen leren.
- Osmo: met deze methode leren kinderen met een iPad en met fysieke blokken programmeren, door een route voor een bot uit te leggen.
- Sphero: dit is een robotballetje dat je via een app op je iPhone kunt programmeren. De programmeertaal is simpel gehouden: kinderen kunnen door blokken te verschuiven de Sphero dingen laten doen, maar ze kunnen ook overschakelen naar de tekstversie van de taal.
- Code-A-Pillar: met deze rups van Fisher-Price kunnen heel jonge kinderen, vanaf drie jaar, al leren programmeren, door verschillende delen van de rups achter elkaar te zetten. Zo kunnen ze zelf bepalen hoe de rups beweegt.
- Cubetto: kinderen vanaf drie jaar kunnen met dit houten speelbord een robot instructies geven en op een bepaalde manier over een kaart laten rijden.
Meer op rtlnieuws.nl: