Ga naar de inhoud
Nederland

Allochtonen profiteren van hogere AOW-leeftijd

Dat we op latere leeftijd met pensioen gaan, is gunstig voor mensen met een migratieachtergrond. Uit cijfers van het CBS blijkt dat ze een hogere AOW-aanspraak opbouwen.

Allochtonen zijn vaak op latere leeftijd naar Nederland gekomen en kunnen daardoor minder oudedagsvoorziening opbouwen. Zij krijgen als ze de pensioengerechtigde leeftijd bereiken geen volledige AOW-uitkering, die gelijkstaat aan het minimumloon plus een toeslag van 2,4 procent.

Gemiddeld haalden Nederlanders in 2015 een AOW-opbouw van 94 procent. Bij Nederlanders de hier hun hele leven hebben gewoond is dat zo goed als volledig: 99 procent. Maar bij mensen die hier op latere leeftijd heen verhuisd zijn, is dat 77 procent. Dat is al wel meer dan tien jaar eerder, toen de pensioenleeftijd in ons land lager lag. Toen bouwden mensen met een migratieachtergrond gemiddeld 75 procent op.

Surinamers hebben hoge opbouw

Er zijn wel grote verschillen te zien tussen groepen. Zo hebben mensen met een Surinaamse achtergrond een relatief hoge opbouw, 91 procent, omdat een groot deel van hen in de jaren zeventig naar Nederland kwam en sindsdien heeft kunnen opbouwen. 

In de middenmoot vallen Turken en Marokkanen (88 procent), en Antillianen en Arubanen (83 procent). Deze groepen zagen ook allemaal een flinke stijging in hun AOW-opbouw tussen 2004 en 2015. 

Onderaan bungelt de groep met een niet-westerse achtergrond, met 65 procent opbouw. In die groep daalde de opbouw tussen 2004 en 2015 daarnaast, mede omdat het in die groep vaak gaat om Oost-Europeanen die pas relatief kort in Nederland wonen en dus weinig hebben opgebouwd.