Ruim een jaar na de ramp in het textielcomplex Rana Plaza in Bangladesh, waarbij ruim 1100 doden vielen, is het compensatiefonds voor de slachtoffers nog niet eens voor de helft gevuld.
Modeketens die in het complex kleding bestelden, hebben beloofd het fonds te vullen. Minister Lilianne Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) heeft samen met zeven EU-ministers de modebedrijven opgeroepen om alsnog over de brug te komen.
ZIE OOK: Eerlijke kleding, bestaat die?
In het fonds zit 17 miljoen dollar, terwijl 40 miljoen is beloofd. Naast Ploumen steunen Frankrijk, Duitsland, Italië, Denemarken, Spanje en Groot-Brittannië de oproep. Dit zijn landen met een belangrijke mode-industrie. De ministers zullen in hun eigen land nogmaals de modeketens gaan aanspreken om het fonds aan te vullen.
"Dit is een duidelijk signaal aan de internationale kledingmerken die nog geen verantwoordelijkheid hebben genomen voor de slachtoffers van Rana Plaza. Velen zijn gehandicapt geraakt en zullen nooit meer kunnen werken. Er is geen enkel excuus voor het feit dat zij een jaar later nog steeds met lege handen staan", zei Ploumen.
Nederlandse bedrijven deden geen zaken met Rana Plaza. De bewindslieden deden hun oproep op een bijeenkomst van de OESO in Parijs waar onder meer over de textielsector in Bangladesh werd gesproken.