Ga naar de inhoud
Pieter Klein

Nederland Fraudeland

In Nederland wordt jaarlijks voor miljarden gefraudeerd. Maar de politiek wordt daar liever niet mee geconfronteerd en doet er alles aan om het journalisten moeilijk te maken, merkt Pieter Klein telkens weer.

Ik wist gisteren even niet of ik heel hard moest lachen, huilen, of ongelooflijk boos moest worden. De aanleiding was de opening van NRC Handelsblad: 'Fraude heeft "onverantwoorde" omvang'. Een club experts - vrijwilligers (!) - onderzoekt en bepleit een systematische aanpak van misbruik en oneigenlijk gebruik in Nederland Fraudeland. Onder het motto: '8 miljard fraude, dat is echt te veel'. Dat lijkt me het understatement van het jaar.

Nadat ik het verhaal had gelezen, besloot ik met een grimlach toch tot enige welwillendheid. Okee, deze club wil iets op de politieke agenda zetten. Wie kan daar nou tegen zijn? Fraudehoogleraar Bob Hoogenboom van de Universiteit Nijenrode noemt de fraude in Nederland zo structureel en wijdverspreid dat ze 'de continuïteit van de sociale voorzieningen aantast en de solidariteit in het stelsel ondergraaft'. Zo is het maar net, en dat weten mensen die fatsoenlijk belastingen en premies betalen al heel lang. Kiezers zijn niet dom.

Faillissementsfraude. Verzekeringsfraude. Fraude met zorgtoeslagen. Huurtoeslagen. Toeslagen van de Belastingdienst ('Nederland als pinautomaat van Europa'). Fraude met kinderopvang. De carrouselfraude met btw. Fraude met zorgdeclaraties. De lijst is indrukwekkend en eindeloos, en die 8 miljard is wat je noemt een conservatieve inschatting. En het probleem is steevast het politiek-bestuurlijke antwoord: dat komt laat, is vaak ontoereikend, en vertelt soms ronduit, hoe zal ik het vriendelijk zeggen: niet het hele verhaal. Niet het eerlijke verhaal. De NRC schreef gisteren dat de kans dat fraudeurs worden gepakt hooguit 1 à 2 procent is. Welke politicus legt dat uit?

RTL Nieuws doet al enige jaren hardnekkig onderzoek naar fraude. De patronen die ik zie, zijn vaak dezelfde. En het ergert me meer dan ik kan zeggen. Laat me kort beschrijven wat er gebeurt als een journalistieke organisatie als de onze De Macht lastigvalt. Uitvoeringsinstanties ontkennen, of relativeren de omvang. Toezichthouders geven geen commentaar. Politiek verantwoordelijken suggereren dat het hun volle aandacht heeft en dat ze er bovenop zitten. Ondertussen krijgen wij woedende woordvoerders aan de telefoon die intimideren, met hel en verdoemenis dreigen - en soms raken professionele relaties ronduit verziekt (vorige week aarzelde een directeur communicatie van een ministerie of-ie me wel een hand wilde geven. Dat heb ik nog nooit eerder meegemaakt).

Waarom? Omdat je drukt waar het pijn doet, omdat je ontmaskert, en dat wordt politiek niet opportuun geacht. Kijk voor de gein eens naar de beantwoording van deze Kamervragen, naar aanleiding van de onthulling van Siebe Sietsma van onze researchredactie, ruim twee jaar geleden - over spookburgers en het misbruik van sociale voorzieningen. Niets aan de hand, zegt de minister, doorlopen mensen... Iedere machthebber vertikt het nog steeds om voor onze camera uitleg te geven over die spookburgers; ze worden liever niet geassocieerd met dit thema.

Ik snap heus wel dat de werkelijkheid gecompliceerd is. Je stuit op wetten en bezwaren bij een effectieve aanpak van fraude. Er is sprake van 'bestuurlijke drukte': er zijn te veel instanties. Er is ook sprake van 'handelingsverlegenheid' bij de aanpak van sommige kwesties: ambtenaren weten niet wat ze moeten doen. Bovendien: iedere regeling leidt tot misbruik. Een 100%-controle is onmogelijk, en de molens van de wetgever draaien langzaam.

Tegelijk wordt ons ook een rad voor ogen gedraaid. In het debat over de zorgfraude werd beweerd dat er voldoende capaciteit is voor opsporing van strafbare feiten. Ik geloof er helemaal niets van. Lees hier maar eens na hoeveel zaken echt worden aangepakt. In het debat over de 'Bulgarenfraude' is door de Kamer gevraagd om een overzicht van alle vormen van fraude met alle toeslagen en hoe die (strafrechtelijk of administratief) zijn afgehandeld. Die informatie is er nog steeds niet. Als wij zouden bellen, krijgen we het ook niet. Als we een verzoek zouden indienen op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob) zouden we tot de Raad van State moeten procederen. En dan zijn we anderhalf jaar verder...

Recent kreeg ik een tip van een doorgaans betrouwbare bron. Dit is het verhaal: de Belastingdienst zou vinden dat staatssecretaris Weekers heeft gelogen in het debat over de Bulgarenfraude. Twee jaar geleden zou zijn geconstateerd dat Bulgaren systematisch en op grote schaal misbruik maken van sofinummers om toeslagen te incasseren (er zou dus geen inschrijving in de GBA voor nodig zijn). De ambtelijke en politieke leiding van Financiën zou hierover (schriftelijk) zijn geïnformeerd, met het verzoek om beleidsmaatregelen, maar die wilde geen actie ondernemen. Ik weet niet of het klopt, ik denk dat het bellen van het ministerie niet helpt, en de Wob evenmin.

Ik ga nu iets vragen wat ik nog nooit heb gedaan: Help ons svp aan die stukken. Bel, mail, zoek ons op. Of het is waar, en dan is er bewijsvoering nodig. Of het is onzin - dan moet iedereen dat ook weten.

En ondertussen staan we uiteraard open voor onderbouwde suggesties over welke vormen van fraude we (verder) moeten onderzoeken. Mail svp naar rtlnieuwsresearch@rtl.nl.

Pieter.klein@rtl.nl