Armenië heeft de Verenigde Naties gevraagd toezicht te houden in de enclave Nagorno-Karabach. Daar werd woensdag een staakt-het-vuren afgekondigd, maar Armenië vreest voor de veiligheid van de etnische Armeniërs.
De Armeense minister van Buitenlandse Zaken zei in een toespraak in de Algemene Vergadering van de VN: "Nadat het ze niet gelukt was de genocide in Rwanda te voorkomen, hebben de Verenigde Naties een mechanisme ingesteld voor preventie, zodat 'dit nooit meer' een betekenisvolle belofte werd. Maar vandaag staan we aan de vooravond van een nieuwe mislukking."
Aanval
Dinsdag viel Azerbeidzjan Nagorno-Karabach aan en eiste dat Armeense separatisten hun wapens zouden neerleggen. De enclave ligt in Azerbeidzjan, maar wordt voornamelijk bevolkt door zo'n 120.000 etnische Armeniërs. Het gebied is al tientallen jaren een bron van spanning tussen de landen en heeft geleid tot meerdere oorlogen. De voorbije maanden blokkeerde Azerbeidzjan de toegang tot het gebied waardoor veel inwoners zonder voedsel en medicijnen kwamen te zitten.
Na de aanval sprak RTL Nieuws met de Armeense Nara Ghazaryan. Zij maakt zich grote zorgen, want haar familie woont er:
Nara's familie zit in Nagorno-Karabach: 'Niks meer van ze gehoord'
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken, die gesprekken heeft geleid om een diplomatieke oplossing te vinden, sprak in een telefoongesprek met de Armeense premier Nikol Pashinyan zijn 'grote bezorgdheid' uit over de etnische Armeniërs in Nagorno-Karabach.
Blinken vertelde hem dat de Verenigde Staten druk uitoefenen op Azerbeidzjan 'om de mensenrechten en fundamentele vrijheden van de inwoners van Nagorno-Karabach te respecteren', aldus een woordvoerder van het ministerie.
