Het Franse abayaverbod voor scholieren blijft overeind. Dat heeft de Franse Raad van State besloten in een nieuwe zaak die was aangespannen door verschillende onderwijsvakbonden.
Het verbod op de abaya werd vorige maand door de regering van president Macron aangekondigd. De Franse rechter oordeelde op 7 september al dat het verbod niet in strijd was met de wet. Toch besloten de vakbonden een nieuwe zaak aan te spannen.
Op de eerste schooldag ondervonden de eerste kinderen direct de gevolgen van het verbod. Zo'n 300 meisjes gingen toch in abaya naar school en werd de toegang ontzegd. Het grootste gedeelte kleedde zich uiteindelijk om, maar zo'n 67 leerlingen die dat weigerden, werden naar huis gestuurd.
Steunbetuiging
De kwestie zorgt ook buiten Frankrijk voor reacties. Zo droeg Tweede Kamerlid Fonda Sahla tijdens Prinsjesdag een abaya om 'steun te betuigen aan de vrijheden van vrouwen wereldwijd'.
"Dit besluit volgt op eerdere beslissingen en verboden waarbij we zien dat de kledingkeuze van moslimvrouwen in het Westen onder een vergrootglas ligt", zegt universitair hoofddocent Islam, Politiek en Samenleving Martijn de Koning. "Wat opvallend is, is dat de Franse overheid nu besluit dat deze jurk religieus is. Terwijl daar geen enkele religieuze basis voor is. Het klopt dat veel moslimvrouwen deze jurk weleens dragen, maar een abaya is geen specifiek kledingvoorschrift vanuit de islam."
"Dit verbod zorgt ervoor dat er wordt gekeken naar iemands religie en afkomst en aan de hand daarvan wordt ingeschat of iemand wel of niet een jurk mag dragen op school. Dat is dus eigenlijk de omgekeerde wereld. Iemand die via Zalando een maxi-jurk koopt, draagt eigenlijk hetzelfde als iemand die een abaya draagt. Het verschil tussen de kledingstukken is niet echt uit te leggen."
Buiten de maatschappij
De Franse overheid verdedigt de beslissing omdat het dragen van de abaya op scholen als een aanval op de seculiere waarden van de Franse republiek wordt beschouwd. Voor De Koning is dat een opvallende uitleg. "Deze vrouwen willen zich wat meer bedekken dan anderen uit modieuze en religieuze overwegingen en willen gewoon werken aan hun school, carrière en toekomst. Maar door deze uitleg worden zij als frontsoldaten van de politieke islam neergezet. Zo'n beslissing zorgt ervoor dat moslimjongeren verder buiten de maatschappij worden geplaatst."
Volgens Loubna Reguig, voorzitter van het Franse moslimstudentencollectief EMF, is het verbod zorgwekkend. "Het resulteert in voortdurende intimidatie en etnisch profileren. Het verbod wordt namelijk in de praktijk toegepast op studenten van wie wordt gedacht dat ze moslim zijn en een Afrikaanse, Arabische of Turkse komaf hebben. Dat zorgt in feite voor discriminatie."
Reguig kan zich niet vinden in de uitleg van de Franse regering dat het wordt verboden op basis van de seculiere grondbeginselen van het land. "Zowel moslims als allerlei islamitische autoriteiten hebben meermaals duidelijk gemaakt dat de abaya alleen maar een gewone jurk is, geen islamitische kleding. Daarom kan die niet in strijd zijn met seculiere waarden en is het besluit voor mij eerder inconsistent en discriminerend."
