In de tweede ronde van de Turkse presidentsverkiezingen zijn de Syrische vluchtelingen in het land kop van jut. De oppositiepartij van Kemal Kilicdaroglu (74) stookt het vuur op en zegt dat alle Syriërs het land moeten verlaten. Het land vangt veruit de meest Syrische vluchtelingen op: ruim vier miljoen. "Wij worden ingezet als troefkaart."
In de loop van de ochtend is het rustig in de volkswijk Fatih in Istanbul. De straten zijn leeg, de eerste winkels gaan open. Alleen een zucht wind zorgt voor beweging, de metershoge portretten van de Turkse president Erdoğan wapperen loom over de weg. Er wonen naar schatting een miljoen Syriërs in Istanbul, het district Fatih is het epicentrum.
De meeste Syriërs wonen hier al jaren, sommigen zijn recent pas gevlucht. Wat iedereen met elkaar gemeen heeft is dat ze bang zijn, bang voor wat er komen gaat. Bang om met naam en toenaam in een artikel te figureren. Het tekent de onzekerheid waar de vluchtelingen mee te maken hebben.
'God zegen Erdoğan'
Een man die op de stoep zit bij een falafelzaak wil het wel vertellen. Hij noemt het racisme. "Dat is wat het is. De campagne die oppositiepartij CHP nu voert is racistisch, het zijn gewoon islamofoben, ze zijn tegen alles wat met de islam te maken heeft", zegt hij.
Hij legt uit dat de situatie voor Syriërs in Turkije beter is dan in andere buurlanden. "Ik woon hier, ik heb hier een winkel. Ik werk, alles is goed. Wij hebben het goed, comfortabel, het is niet te vergelijken met de situatie van Syrische vluchtelingen in Libanon of Jordanië. President Erdoğan heeft ons omarmd alsof het Turken zijn. God zegene hem."
Beslissende ronde vandaag
De stembureaus zijn in Turkije geopend voor de beslissende ronde van de presidentsverkiezingen. Ze sluiten om 16.00 uur Nederlandse tijd. De eerste uitslagen worden aan het begin van de avond verwacht. Wie de meerderheid haalt, wint.
Ruim 60 miljoen Turken kunnen stemmen. Zittend president Recep Tayyip Erdogan van de islamitische AK-partij kan volgens de laatste peilingen rekenen op ongeveer 53 procent van de stemmen. In de eerste ronde wist hij met 49,5 procent net geen meerderheid te halen. De 69-jarige Erdogan is inmiddels twintig jaar aan de macht, eerst als premier en sinds 2014 als president.
Kemal Kilicdaroglu van de centrumlinkse Republikeinse Volkspartij (CHP) is door zes oppositiepartijen als gezamenlijke kandidaat naar voren geschoven. Hij haalde in de eerste ronde 44,9 procent.
Anderen zijn huiverig. Ze willen best praten, maar niet als er een camera bij is. Een jonge, dunne man die koffiebonen en kardemom maalt lacht bij de vraag alleen al. "Ik ben toch niet gek!" Hij biedt koffie aan en legt uit wat het gevoel is onder de ruim vier miljoen Syriërs in Turkije. Ze worden ingezet voor politieke spelletjes. Ze zijn kwetsbaar. Er hoeft maar iets gebeuren en ze worden het land weer uitgezet.
Een 24-jarige Syriër wil het toch voor de televisiecamera vertellen. Hij heeft niet veel te verliezen en is toch al van plan Turkije te ontvluchten. "De spanning is om te snijden", legt hij uit. "Als Erdoğan niet wint en het is de oppositie die aan de macht komt, dan is het klaar voor alle Syriërs, of eigenlijk alle buitenlanders hier."
Geen steek verder
Migratie in Turkije komt in golven. Na het begin van de burgeroorlog was er een grote groep Syriërs die een veilig heenkomen zocht in Turkije. Veel van hen reisden door richting Europa, maar na de Turkijedeal bleven ze meestal in Turkije, of werden aan de grens teruggestuurd. In 2016, toen de stad Aleppo werd veroverd door het regime van de Syrische dictator Bashar al-Assad, was er een nieuwe stroom vluchtelingen. In 2020 gebeurde hetzelfde, en afgelopen jaren waren het wat vaker Afghanen die in Turkije een veilig onderkomen zochten.
"Ik ben hier nu zeven jaar. Ik spreek vloeiend Turks, net als de Turken zelf. Ik werk als de Turken zelf. Maar op ieder moment kunnen ze tegen je zeggen: wat doe je hier eigenlijk?", legt de 24-jarige man uit. "De procedures voor verblijfsvergunningen worden steeds moeilijker, steeds complexer. Ze sturen je steeds weer weg om nog een papiertje of nog een verklaring op te vragen. Ik denk er steeds vaker over na weg te gaan, ik zal het op alle mogelijke manieren proberen. Toen ik hier kwam was ik 17 jaar oud. Ik ben geen steek verder."
Wanneer de deuren van de baklava-winkel een paar straten verderop gesloten zijn, praat een andere Syriër vrijuit. "Natuurlijk volg ik de Turkse verkiezingen op de voet", zegt hij. "Ik moet het volgen, ik moet weten wat er speelt, wat er met ons zal gaan gebeuren."
Troefkaart
Ook hij beschrijft de omslag in de campagne van de Turkse oppositie als racistisch. "Maar het heeft gewoon een politieke reden. Wij worden als Syriërs gebruikt als troefkaart in deze verkiezingen."
Bekijk ook: Zo eerlijk verlopen de verkiezingen in Turkije
Het is de onzekerheid die voor hem het moeilijkst is. "Ik ben hier nu ruim vijf jaar. Ik heb allerlei baantjes gehad, ik heb heel erg mijn best gedaan om mij hier te vestigen. Maar wat je ook doet, of het werken of studeren is, alles wat je hier opbouwt kunnen ze op ieder moment van je afpakken." Het is een angst die hem niet onbekend is. "Het is net als in Syrië toen we nog onder het regime van Assad leefden."
Een ding is duidelijk, voor hem en voor miljoenen andere Syrische vluchtelingen in Turkije, terug naar Syrië kunnen ze niet. "Als Turkije mij uitlevert aan het Syrische regime, dan is dat mijn dood. Dan kun je mij afschrijven. Ik denk dat ik dan liever hier in Turkije een einde aan mijn leven maak."
