De Amerikaanse veiligheidsdienst FBI heeft in 1983 een moordaanslag op de toenmalige Britse koningin Elizabeth verijdeld. Veertig jaar later heeft FBI documenten naar buiten gebracht, waaruit blijkt dat de koningin gevaar liep tijdens een bezoek aan de Verenigde Staten.
De dreiging was afkomstig van leden van het Iers Republikeins Leger, de IRA. Deze groepering pleegde vooral in de jaren 70 en 80 aanslagen op Britse doelen, vaak in het Verenigd Koninkrijk. Het doel van de paramilitaire beweging was de hereniging met Ierland.

Een maand voor het bezoek van Elizabeth met haar man prins Philip zou een politieagent uit San Francisco voor het eerst hebben gehoord over de moordplannen. In een Ierse pub vernam hij dat een man wraak wilde nemen voor de dood van zijn dochter. Die zou om het leven zijn gekomen door een rubberkogel.
Zwaar object vanaf brug
In het FBI-document is te lezen dat hij plannen smeedde om een zwaar object vanaf de Golden Gate Bridge te gooien, precies op het moment dat de koningin eronderdoor zou varen.
Door de waarschuwingen van de agent werden de voetpaden op de brug afgesloten. Ook een alternatief plan voor een aanslag in het Yosemite National Park, dat de koningin bezocht, werd voorkomen. Maar welke maatregelen daar werden getroffen, bracht de FBI niet naar buiten.
Openbaarheidsverzoek
Het rapport van 102 pagina's werd maandag naar buiten gebracht, nadat Amerikaanse media een openbaarheidsverzoek hadden ingediend. Vanwege de dood van koningin Elizabeth in september vorig jaar kon het document worden gepubliceerd.

Het was niet voor het eerst dat leden van de IRA hun onvrede uitten richting Elizabeth. In 1976 vloog tijdens een bezoek van de koningin aan New York een vliegtuig over met een spandoek, waarop viel te lezen dat Engeland weg moest uit Ierland.
Ook beschikte de FBI bij een bezoek aan paardenraces in Kentucky, in 1989, over een dreigend spraakbericht. Daarin was te horen dat 'er altijd dreigingen zijn tegen het Britse koningshuis uit de hoek van de IRA'.