Iran heeft vandaag twee mannen opgehangen. Beiden waren veroordeeld voor godslastering. Alleen al dit jaar heeft Iran minstens 203 gevangenen geëxecuteerd, volgens mensenrechtenorganisatie Iran Human Rights. Die spreekt van een toename.
De doodstraf voor godslastering is relatief zeldzaam in Iran. De straffen hiervoor waren door de autoriteiten juist verlaagd.
De executies volgen op maanden onrust in het land. In september vorig jaar braken protesten uit na de dood van de 22-jarige Mahsa Amini. Zij stierf enkele dagen nadat ze door de zedenpolitie gearresteerd werd voor het schenden van de kledingvoorschriften.
Telegram groep
De twee geëxecuteerde mannen, Yousef Mehrad en Sadrollah Fazeli Zare, werden in mei 2020 opgepakt. Zij werden ervan beschuldigd betrokken te zijn bij een Telegram-groep waarin kritisch werd gesproken over religie.

Volgens de aanklachten tegen de mannen hadden ze de profeet Mohammed beledigd en promootten ze atheïsme. Ook werden ze ervan beschuldigd de koran te hebben verbrand.
In de maanden die volgden, leefden de mannen in isolement en mochten ze geen contact hebben met hun families. Dat zegt een Amerikaanse organisatie die monitort of landen zich schuldig maken aan het schenden van religieuze vrijheid.
Middeleeuws
De voorzitter van mensenrechtenorganisatie Iran Human Rights (IHR) spreekt van een 'middeleeuwse' gang van zaken in Iran. Hij roept de internationale gemeenschap op om zich uit te spreken tegen de executies.
Vorig jaar heeft Iran minstens 582 mensen geëxecuteerd. Volgens Amnesty International staat Iran op de tweede plaats als het gaat om landen met de meeste executies. China staat op nummer één.

Afgelopen zaterdag werd nog een Zweeds-Iraanse dissident geëxecuteerd vanwege terrorisme. De Zweedse minister van Buitenlandse Zaken noemde de doodstraf 'onmenselijk en onomkeerbaar' en veroordeelde de executie.