Precies een jaar na de Russische invasie in Oekraïne hebben de EU-lidstaten een akkoord bereikt over nieuwe strafmaatregelen tegen Rusland. Het is inmiddels het tiende sanctiepakket.
Het besluit had nogal wat voeten in de aarde, er werd in Brussel dagen over onderhandeld door de ambassadeurs van de 27 EU-lidstaten. Een EU-besluit over sancties vereist unanimiteit.
Polen en Hongarije
Vooral Polen was aanvankelijk niet tevreden over de door de Europese Commissie voorgestelde strafmaatregelen en noemde ze te slap. Het land wilde meer namen van vertrouwelingen en familie van de Russische president Vladimir Poetin met strafmaatregelen treffen, terwijl Hongarije volgens EU-bronnen juist namen van de bestaande sanctielijst wilde schrappen.
Er was ook onenigheid over ontheffingen voor de invoer van Russisch synthetisch rubber, dat bijvoorbeeld voor autobanden wordt gebruikt. Volgens Polen waren de voorgestelde vrijstellingen zo groot dat ze de sancties ondoeltreffend maken, zeggen ingewijden.

11 miljard euro
Toch werden de 27 landen het uiteindelijk eens over het tiende pakket, dat volgens commissievoorzitter Ursula von der Leyen een waarde heeft van ruim 11 miljard euro. De nieuwe sancties betreffen onder meer exportverboden vanuit de EU voor onderdelen of goederen die kunnen bijdragen aan de Russische oorlogsvoering, zoals bepaalde elektronica-onderdelen.
Ook zijn er Iraanse bedrijven op de lijst gezet die de drones maken en/of verkopen aan Rusland en die in Oekraïne voor veel ellende zorgen. Bovendien worden Poetins propagandisten aangepakt.