Ga naar de inhoud
Medicijnen bijna op

Humanitaire ramp dreigt in Noord-Syrië: 'Het wordt heel spannend'

Armeense en Syrische reddingswerkers in de Syrische stad Aleppo. Beeld © AFP

Als de noodhulp aan Noord-Syrië na de verwoestende aardbeving niet heel snel op gang komt, dreigt voor de ruim vier miljoen bewoners in het gebied een humanitaire ramp. Dat zegt Jasper Kuipers, directeur van Dokters van de Wereld Nederland. Het regime van Assad geeft de Koerdische bevolking in de regio nauwelijks hulp en vanuit Turkije is slechts één grensovergang open. "We hebben nog voor een paar dagen medicijnen."

Jasper Kuipers, directeur van de medische hulporganisatie Dokters van de Wereld, was toevallig vorige week nog in het noorden van Syrië, precies in het gebied dat een paar dagen later getroffen werd door een aardbeving die de hele regio in puin legde. "Ik was op pad met onze lokale Turkse coördinator Mohammed. Hij is nu vermist, samen met zijn vrouw en twee jonge kinderen. Ik heb weinig hoop meer voor hen."

Ramp van ongekende proporties

Dokters van de Wereld is al tien jaar actief in Noord-Syrië en heeft 250 medewerkers in het gebied. Drie Syrische krachten kwamen om bij de aardbeving. Naast de coördinator is ook een Turkse arts vermist, zegt Kuipers. "Al onze mensen zijn familieleden en vrienden verloren. Hun huizen zijn onbewoonbaar. Ze leven in hun auto's."

Van hulp aan deze regio is, in tegenstelling tot de getroffen gebieden in Turkije, nauwelijks sprake, zegt Kuipers. Hij noemt dat 'onbegrijpelijk'. "Vijf dagen na de ramp is de hulp nog niet op gang gekomen. Ik roep de VN op onmiddellijk in actie te komen. Men moet de obstakels voor noodhulp opheffen en zorgen dat hulpgoederen die kant op kunnen."

Voedselhulp

In het noorden van Syrië ligt een ramp van ongekende proporties op de loer, zegt Kuipers. "De bevolking in dit gebied, vooral de Koerdische, leeft al lang onder barre omstandigheden. De mensen zijn afhankelijk van voedselhulp en humanitaire hulp. Vorig jaar was er een uitbraak van cholera. Nu ze vervuild water moeten drinken, ben ik bang dat het weer opleeft. De aardbeving, de winterse kou, én het gebrek aan hulp: het is een perfecte storm voor een humanitaire ramp."

Witte
Lees ook:
Witte Helmen enige hoop voor slachtoffers aardbeving Syrië

In Noord-Syrië bestaat de bevolking voor het grootste deel uit Koerden en Syriërs die zijn gevlucht uit andere delen van het land, vaak omdat ze in opstand zijn gekomen tegen het regime van president Assad. Deze mensen zijn een speelbal van geopolitieke krachten, legt Kuipers uit. "Het regime van Assad beschouwt de Koerden als rebellen en indringers. Er heerst al jaren een burgeroorlog. Met hulp van Rusland is de stad Aleppo eerder gebombardeerd. In zekere zin kun je zeggen dat de aardbeving het werk van Rusland en Assad heeft afgemaakt."

Mensen afgeknepen

Op veel hulp van buurland Turkije hoeven bewoners evenmin te rekenen, want ook Ankara beschouwt Koerden als terroristen. En ook de VN slaagt er niet in het leven van de bevolking gemakkelijker te maken, zegt Kuipers: "Twee jaar geleden waren er nog vier grensovergangen open. Maar de VN Veiligheidsraad heeft bepaald dat er tegenwoordig nog maar eentje open mag zijn, die van Bab al-Hawa. En zelfs om die open te houden, hebben we fel moeten lobbyen bij de VN. De toestemming voor deze overgang moet bovendien elk half jaar opnieuw aangevraagd worden."

Voor heropening van meer grensovergangen zou de VN Veiligheidsraad toestemming moeten geven. Maar aangezien Assads bondgenoot Rusland en Turkije zitting hebben in die raad, is uit die hoek weinig heil te verwachten. "De mensen hier worden afgeknepen."

Van
Lees ook:
Van reddingsoperatie naar noodhulp: zo verandert hulpverlening na de ramp

Gisteren passeerde een klein konvooi met hulpgoederen wel de grens van Turkije, het eerste sinds de ramp. "Maar die levering was eerder gepland", zegt Kuipers. "Het zijn dus geen goederen die nu het hardst nodig zijn. Er is prangend behoefte aan materieel om mensen onder het puin vandaan te halen. En we hebben medicijnen nodig. Onze voorraden raken snel op. We hebben nog maar voor enkele dagen medicijnen. Het gaat echt heel spannend worden."

Verkiezingen in Turkije

De Internationale Organisatie voor Migratie meldt dat er vandaag weer veertien vrachtwagens uit Turkije zijn gearriveerd in Syrië. Ze brachten onder meer elektrische verwarmingen, dekens en tenten. En internationaal persbureau AFP meldt vanmiddag dat het Syrische regime de aanvoer van hulpgoederen aan 'de gebieden waar de rebellen verblijven' toestaat. (De regering in Damascus noemt de bevolking in deze regio steevast rebellen).

Kuipers vestigt zijn hoop op de VN en op Turkije. "Ik hoop op een soort vredesakkoord in de VN, waarin ze afspreken onmiddellijk hulp op gang te brengen. Anders zou Turkije uit eigen beweging kunnen besluiten het juiste te doen en de grens te openen. Het Turkse leger bewaakt de grens. Maar in juni zijn er verkiezingen in Turkije, en ik vrees dat president Erdogan nu niet geneigd is de Koerden te hulp te schieten."

Het wrange is dat op korte afstand in Aleppo wél groot materieel beschikbaar is, omdat die stad in handen is van het Syrische regime.

Thea Hilhorst, hoogleraar humanitaire hulp en wederopbouw aan de Erasmus Universiteit, bevestigt de moeilijke situatie waarin de plaatselijke bevolking zich bevindt: "De mensen zijn al totaal verzwakt, er is weinig voedsel, weinig hulp. En dan worden ze door de ramp ook nog eens afgesloten van hulp. De ene grensovergang die nog open was, is vanwege de aardbeving dagen gesloten geweest. De mensen zijn op zichzelf aangewezen."

'Geschiedenis kijkt mee'

Hilhorst kijkt naar Damascus voor een oplossing: "Het hangt ervan af of Assad bereid is in voldoende mate toegang te geven tot dit gebied. Hij moet de wegen openstellen voor de aanvoer van hulpgoederen. Ik hoop en verwacht dat hij zegt: dit is zo erg, zo onmenselijk, dat hulp verlenen nu even boven oorlog voeren gaat. Dit is belangrijker. De VN moet ook oproepen om de oorlog nu even aan de kant te zetten. Ik ben heel benieuwd wat er gaat gebeuren. De komende dagen worden spannend."

Naast Dokters van de Wereld hebben meer internationale hulporganisaties en juristen de VN opgeroepen de hindernissen uit de weg te ruimen. De Britse krant The Guardian citeert mensenrechtenadvocaat Ibrahim Olabi van het Londense advocatenkantoor Guernica 37: "We hopen dat Miguel de Serpa Soares, de juridisch adviseur van de VN, steun geeft om de kinderen te redden die op dit moment onder het puin liggen in Syrië. De geschiedenis kijkt mee."

Dodental
Lees ook:
Dodental aardbeving Turkije en Syrië overstijgt 21.000

Een groep juristen waarvan Olabi deel uitmaakt, schreef toevallig twee weken vóór de aardbeving een brief aan de VN, waarin werd opgeroepen de bevolking in Noord-Syrië te hulp te schieten.

Ook Jan Egeland, secretaris-generaal van de Noorse Vluchtelingenraad, maakt zich zorgen: "Politieke spanningen houden levensreddende hulp tegen, terwijl die vrij zou moeten bewegen door grenzen en frontlinies. De VN Veiligheidsraad moet onmiddellijk meer verkeer over de grens van Turkije toelaten, en de Syrische overheid moet vrij verkeer van hulpgoederen toestaan."

Witte Helmen

In The Guardian beklaagt ook Raed al-Salah, de leider van reddingsorganisatie de Witte Helmen, zich over het gebrek aan toevoer van materieel. "We hebben geen materieel om mensen onder het puin te bevrijden. We zijn er wanhopig naar op zoek, omdat het levens kan redden. Maar we ontvangen niets."

De hulporganisatie Syrian American Medical Society meldt: "De levering van hulp, waaronder medische middelen, aan Syrië wordt door politieke processen bij de VN bemoeilijkt. De ene grensovergang is altijd een probleem, maar in het licht van de aardbeving is het onhoudbaar. Voorkom dat er een massa slachtoffers valt door de secundaire impact van de ramp."

Eerder maakten we in het getroffen gebied in Syrië deze video over de ramp:

Ibrahim in Syrië verloor 7 familieleden: 'Deze lijkzak is voor mijn broer'

01:47
Ibrahim kijkt naar de plek waar vorige week nog zijn huis stond. Nu is alleen nog een ruïne over.

Wereldvoedselprogramma

Het Wereldvoedselprogramma van de Verenigde Naties vreest dat de voorraden in Syrië snel opraken na de verwoestende aardbevingen. Het geeft aan dat er veel meer hulp moet komen om inwoners van het getroffen gebied van eten te voorzien.

Het VN-voedselprogramma is al jaren actief in het noordwesten van Syrië en verleent er humanitaire hulp. Door de burgeroorlog leefde al ongeveer de helft van de bevolking in die regio in voedselonzekerheid. De regiodirecteur van de organisatie zegt dat nu zo'n 90 procent van de bevolking in dat gebied afhankelijk is van voedselhulp. De VN-hulp heeft de mensen inmiddels kunnen bereiken, maar er is dringend behoefte aan meer bevoorrading.

Dit weekend brengt VN-noodhulpcoördinator Martin Griffiths een bezoek aan Turkije en Syrië. Hij gaat de behoeften vaststellen en uitzoeken hoe de VN het best kunnen helpen, zegt VN-baas Antonio Guterres.