Ga naar de inhoud
Aardbeving Turkije en Syrië

Van reddingsoperatie naar noodhulp: zo verandert hulpverlening na de ramp

Getroffen bewoners in de Turkse stad Kahramanmaras. Beeld © AFP / Ozan Kose

Nu de aardbeving in Turkije en Syrië de cruciale grens van 72 uur is gepasseerd, begint de focus te verschuiven van een reddingsoperatie naar het leveren van noodhulp voor de overlevenden. Langs welke lijnen verloopt die overgang?

"Meteen na de ramp begonnen we met zoeken naar overlevenden onder het puin, en we stoppen pas wanneer de lokale autoriteiten het einde van de reddingsfase afkondigen", zegt Marcel van Vugt van USAR. Het Nederlandse reddingsteam is op dit moment met 65 vrijwilligers en acht honden actief in Turkije. Van Vugt verwacht dat Turkije 'binnen enkele dagen' het sein zal geven dat de reddingsactie gestaakt wordt. "Eerder geven we niet op."

Het is wel zo dat de reddingen al erg complex zijn geworden. "De goed bereikbare plekken zijn in de eerste 48 uur afgezocht. Mensen die nu nog onder het puin liggen, liggen op heel moeilijk bereikbare plekken. Daar is daglicht bij nodig. 's Nachts zoeken is op de meeste plekken niet meer te doen."

Injectienaalden en dekens

De tweede fase van de hulpverlening in het gebied is gericht op het leveren van hulp aan overlevenden. "Zoals bijvoorbeeld tenten, medicijnen, lespakketten voor scholing, water, kleding en dekens, injectienaalden, enzovoorts", zegt Sabine de Jong van Unicef Nederland, ook noodhulpcoördinator van Giro555.

USAR is al wel betrokken bij die fase, geeft Van Vugt aan. Er is contact met coördinators van de VN en USAR 'laat zo veel mogelijk bruikbare spullen achter, zoals tenten, mobiele keukens, medische hulpmiddelen en drinkwatervoorzieningen'.

Eerste 72 uur cruciaal

Bij reddingsoperaties na rampen zoals de aardbeving in Turkije en Syrië is de grens van 72 uur cruciaal voor het vinden van levende slachtoffers onder het puin. "Gemiddeld neemt na 72 uur de kans op redding heel snel af", zegt Van Vugt. "Mensen bezwijken aan uitdroging, onderkoeling en gebrek aan voeding. Maar we geven de hoop niet op omdat je soms uitzonderingen ziet. Ik ken iemand die na vijf dagen levend werd gevonden, omdat die kon drinken uit een lekkende kraan. Maar dat was in een warmer klimaat."

Zo
Lees ook:
Zo gaat het Nederlandse reddingsteam te werk in Turkije

Organisaties die in de tweede fase hulp bieden, sturen vaak meteen na de ramp teams naar het rampgebied. Zij brengen in kaart waar precies behoefte aan is in de nasleep. "Unicef heeft teams in New York klaarstaan die meteen naar het gebied van de ramp afreizen", zegt Sabine de Jong van Unicef. "Specialisten op verschillende terreinen inventariseren wat er nodig is aan bijvoorbeeld tenten, medicijnen, lespakketten voor scholing, water, kleding en dekens, injectienaalden, enzovoorts."

Ook Artsen zonder Grenzen gaat op die manier te werk, zegt noodhulpcoördinator Ozan Agbas. "We hebben nu een team in Turkije dat in het rampgebied onderzoekt waaraan behoefte is. We hebben bij de Turkse overheid een officieel verzoek ingediend om te mogen helpen. Zodra we groen licht krijgen, zullen we beginnen artsen en hulpmiddelen in te vliegen. De logistiek daarvan doen we grotendeels zelf."

Doneren
Lees ook:
Doneren voor de aardbevingen of zelf inzamelen? 'Denk goed na wat je geeft'

Reddingsoperatie ook loodzwaar voor hulpverleners

Voor de USAR-vrijwilligers zijn het erg zware dagen, zegt woordvoerder Marcel van Vugt. Fysiek en vooral emotioneel. "De gesprekken worden moeilijker. Het komt steeds vaker voor dat onze honden geen leven meer waarnemen in een gebouw. Soms is de situatie voor hulpverleners te gevaarlijk om iets te kunnen doen. Dan moeten we aan nabestaanden, van wie echtgenoten en kinderen onder het puin liggen, het slechte nieuws overbrengen dat er geen hoop meer is. De impact daarvan op onze mensen is groot."

De Jong (Unicef) benadrukt het belang van scholing en schoon water. "Onderwijs lijkt niet onmiddellijk een eerste levensbehoefte, maar dat is het wel. De school is namelijk ook de plek waar kinderen de eerste vorm van psychosociale hulp krijgen, waar ze de eerste schok te boven kunnen komen. Schoon water is belangrijk omdat de riolering en de waterzuivering vaak beschadigd zijn. Daardoor kunnen gemakkelijk ziektes uitbreken zoals cholera. Diarree komt ook veel voor. Met name voor kinderen is dat erg gevaarlijk. We adviseren moeders van baby's daarom zo lang mogelijk borstvoeding te geven, omdat melkpoeder aanmaken met vervuild water gevaarlijk kan zijn."

Chaos bij overgangsfase

De overgang naar noodhulp voor overlevenden gaat bij elke ramp gepaard met chaos, weet Ozan Agbas van Artsen zonder Grenzen. "Er is niet een moment dat de focus verandert. Het redden van bedolven mensen wordt langzaam afgeschaald, de noodhulp wordt tegelijk opgevoerd. Dat kan ook niet anders."

In Turkije is een grote complicatie dat zo goed als alle lokale hulpverleners en overheidsdiensten zelf ook getroffen zijn, zegt hij. "50 tot 70 procent van de huizen zijn verwoest. Brandweermannen, artsen, politieagenten en hulpverleners zijn zelf slachtoffer. Ze zoeken naar geliefden en familieleden. Dat maakt het moeilijk de hulp effectief te organiseren."

Secundaire rampen

De situatie in het gebied bemoeilijkt die organisatie verder. Mensen slapen buiten, in tenten of auto's, omdat ze niet binnen durven te slapen, volgens Agbas. De gebouwen die nog staan, zijn verzwakt en niet veilig, ook vanwege de naschokken. Het vriest op sommige plekken.

In de ziekenhuizen die nog functioneel zijn in de rampgebieden, heerst op dit moment chaos, zegt hij. "De artsen die er nu werken, zijn grotendeels mensen uit andere regio's die komen helpen. Ze doen wat ze kunnen, maar de coördinatie ontbreekt. Ook schoonmakers en koks en chauffeurs zijn er bijna niet."

Bekijk ook: Veel hoop is er niet in de chaos: vijf vragen aan Olaf Koens in rampgebied

03:14
Olaf Koens is in Kahramanmaraş, een stad in Turkije die zwaar is getroffen door de aardbeving in het gebied. In deze video beantwoordt hij vijf vragen over de ramp en de situatie daar.

Giro555

De Samenwerkende Hulporganisaties, verzameld in Giro555, komen bij grote rampen in actie om fondsen te werven. "Van het gedoneerde geld moet de helft binnen zes maanden uitgegeven zijn aan acute noodhulp", legt Sabine de Jong van Unicef uit. "De fondsenwerving voor de aardbeving in Turkije en Syrië eindigt op 15 februari met een televisieactie. Dan gaat die tijd in. De andere helft moet binnen twee jaar zijn besteed aan hulp in de getroffen gebieden. Als we daarna willen blijven, moeten we dat uit onze eigen fondsen financieren."