In veel landen zijn de coronamaatregelen volkomen verdwenen, maar de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vindt het nog te vroeg om de coronapandemie niet langer als internationale noodsituatie te bestempelen.
Want dat is het nog wel, stelt de organisatie, en verminderde aandacht voor de besmettelijke ziekte kan leiden tot onvoorzichtigheid en opflakkeringen van het virus.
Veel besmettingen in China
De WHO boog zich de afgelopen dagen over de vraag of het nog wel nodig is om de coronacrisis te beschouwen als zogenoemde Internationale Noodsituatie in de Publieke Gezondheid (PHEIC). Precies drie jaar geleden gaf de VN-organisatie die status aan de wereldwijde coronacrisis.
In veel landen heeft het normale leven zich intussen hersteld, maar dat geldt niet overal. De laatste maanden worden vooral in China veel nieuwe coronagevallen vastgesteld. Het land waar het virus voor het eerst werd vastgesteld, bleef door zijn zerocovidbeleid lang gespaard van massale besmettingen. Sinds dat beleid in december vorig jaar werd losgelaten, raakten miljoenen mensen besmet met corona.
De WHO stelt dat als de noodstatus binnenkort wel zou worden opgeheven, dat op een voorzichtige en verantwoorde wijze moet gebeuren.
Bekijk ook - Verplichte test voor reizigers uit China: voorkomt dit een nieuwe pandemie?
Slecht voorbereid
Intussen waarschuwt het Rode Kruis dat de wereld ondanks drie 'heftige coronajaren' slecht is voorbereid op een nieuwe pandemie. Volgens de hulporganisatie hebben landen geen lessen getrokken en staan ze er daardoor niet beter voor dan in 2019, het jaar voordat corona uitbrak.
Volgens het Rode Kruis moeten overheden klaarstaan om meerdere crises tegelijkertijd het hoofd te bieden. Daarvoor moeten ze investeren in lokale netwerken die snel in actie kunnen komen. Voorts kan ook het terugdringen van ongelijkheid een positief effect hebben.
