Het regime in Iran heeft het doodvonnis van de Iraanse profvoetballer Amir Nasr-Azadani omgezet in een celstraf van 26 jaar. De 26-jarige speler werd eerder ter dood veroordeeld nadat hij campagne had gevoerd voor vrouwenrechten en fundamentele vrijheid in zijn land.
De voetballer, die vastzit sinds 18 november, wordt ervan beschuldigd deel uit te maken van een groep van negen personen die de 'fundamenten van de Islamitische Republiek Iran' wilden aanvallen.
De profvoetballer zou betrokken zijn geweest bij een incident waarbij op 16 november drie leden van de veiligheidstroepen in Isfahan om het leven kwamen. Drie medeverdachten kregen vandaag wel de doodstraf opgelegd.
Zestien jaar zitten
Nasr-Azadani werd aan drie aanklachten schuldig bevonden. Volgens de Iraanse wet kan hij de straffen gelijktijdig uitzitten, wat betekent dat hij ongeveer zestien jaar in de gevangenis zit.
Eerder kreeg hij de doodstraf opgelegd. Die zou door ophanging uitgevoerd moeten worden. FIFPro, de internationale vakbond voor profvoetballers, eiste toen al de onmiddellijke intrekking van dat vonnis.
In Iran vinden sinds halverwege september massale demonstraties plaats voor meer vrijheid en tegen het regime in Teheran. Bij deze protesten zijn duizenden mensen opgepakt. Verschillende mensen zijn al veroordeeld tot de doodstraf. Het Iraanse regime heeft al meerdere mensen geëxecuteerd voor hun rol bij de protesten.
De protestgolf is voor Iran de grootste in jaren en begon na de dood van de 22-jarige Mahsa 'Jina' Amini. Deze vrouw van Koerdische afkomst stierf in detentie nadat ze door de moraalpolitie was opgepakt omdat ze haar hoofddoek te los zou hebben gedragen.
