In zijn strijd met het Amerikaanse ministerie van Justitie heeft Donald Trump het hogerop gezocht. De oud-president is naar het Hooggerechtshof gestapt. Hij wil dat het onderzoek naar documenten die tijdens een huiszoeking in zijn woning gevonden werden stopt.
Sinds FBI-agenten twee maanden geleden de woning van Donald Trump in Florida binnenvielen, zijn de autoriteiten en de oud-president in een juridische strijd verwikkeld. Trump wil nu dat het Hooggerechtshof, het hoogste Amerikaanse rechtsorgaan, een oordeel velt over de zaak.
11.000 documenten
Het gaat allemaal om de 11.000 documenten die gevonden werden in Trumps woning. De oud-president wil graag dat het Hof een beslissing die drie rechters eind vorige maand maakten ongedaan maakt.

Een zogenoemd hof van beroep besloot toen dat het Amerikaanse ministerie van Justitie door mag gaan met het onderzoek naar de geheime documenten die bij Trump thuis gevonden werden.
Strafrechtelijk onderzoek
Eerder was dat onderzoek nog stilgelegd omdat een rechter oordeelde dat nog gewacht moest worden met het onderzoek totdat een onafhankelijk arbiter (special master) de kans had gekregen het bij de huiszoeking gevonden materiaal te beoordelen. Deze onafhankelijke rechter werd later aangesteld.
Als het Hooggerechtshof oordeelt dat Trump gelijk heeft, moet het ministerie van Justitie (waar de FBI onderdeel van is) stoppen met het strafrechtelijk onderzoek. Dat gaat over de vraag of er vertrouwelijke papieren zijn achtergehouden en of er geprobeerd is een federaal onderzoek te dwarsbomen.
