De Nederlandse oud-NFI-medewerker Andro Vos heeft een forensische academie geopend in Zuid-Afrika om stropers aan te pakken. Er worden speciale trainingen gegeven om de plaats delict bij een gestroopte neushoorn of ander dier te onderzoeken. "Er moet iets gebeuren, anders is er straks in heel Afrika geen dier meer over. En als je stropers wilt pakken, moet je beginnen bij forensisch bewijs."
Twaalf jaar geleden zag Andro Vos voor het eerst een neushoorn die door stropers was gedood. Het veranderde z'n leven. Vos werkte toen voor het Nederlands Forensisch Instituut. Hij was uitgenodigd in Zuid-Afrika om eens mee te denken over de rol die de forensische wetenschap zou kunnen spelen bij het tegengaan van stroperij en illegale dierenhandel.
Sporen vertrapt
Parkwachters uit het Krugerpark namen hem mee naar het gedode dier. "Ik had geen idee hoe groot zo'n beest is. Ik ben een jongen uit Rotterdam, ik had alleen neushoorns gezien in Blijdorp. Maar dan sta je er ineens naast en zie je 'm liggen: z'n hoorn afgehakt. Dat maakt wel indruk. Ik heb ademloos staan kijken."

Vos zag hoe de parkwachters met een metaaldetector zochten naar de kogel die het dier had gedood. "Ondertussen vertrapten ze forensische sporen, voetstappen, bewijsmateriaal op de grond... Ik dacht: als dit in Nederland was gebeurd, met een mens, dan hadden we de plaats delict veiliggesteld en minutieus onderzoek gedaan. Waarom doen we dat eigenlijk niet bij een dier? In het vliegtuig terug bedacht ik dat ik een academie wilde openen om die mensen te trainen in het verzamelen van forensisch bewijs. Dierensmokkel is georganiseerde misdaad, en zo moet je het ook aanpakken."
Baan opgezegd
In Nederland mocht hij van z'n werkgever aan de slag om te kijken of hij de academie van de grond kon krijgen. Het leidde tot een succesvol proefproject in Botswana. Na de training van 400 parkwachters daar werden er volgens de autoriteiten daadwerkelijk meer stropers gearresteerd. Maar toen Vos het geld bij elkaar had voor een echt trainingscentrum zag het NFI er toch vanaf, vertelt hij: "Toen besloot ik: dan doe ik het zelf. Ik heb m'n baan opgezegd en ben er vol voor gegaan."
Hij vond geldschieters die in z'n project geloofden en ging samenwerken met de Zuid-Afrikaanse dierenarts Greg Simpson van de Universiteit van Pretoria. "Ik vind het heel belangrijk dat dit echt door Zuid-Afrikanen wordt gedaan. Niet dat ik even van buiten kom en ze ga vertellen hoe het moet."
16.000 dollar per kilo
- Ieder jaar worden miljoenen wilde dieren verhandeld of gedood door stropers.
- Alleen al in Zuid-Afrika werden vorig jaar 451 neushoorns gedood. Naar schatting zijn er wereldwijd nog maar 25.000 neushoorns over.
- Voor een kilo hoorn van een neushoorn wordt op de Chinese zwarte markt zo’n 16.000 dollar betaald. Daarmee is het - in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht - niet zoveel waard als goud.
- In de internationale smokkel van wilde dieren gaan tientallen miljarden dollars om. Alleen al met de handel in neushoorn-hoorns wordt jaarlijks 230 miljoen dollar verdiend.
- Tijdens de coronaperiode was het aantal dieren dat werd gedood door stropers lager dan normaal, onder meer door lockdowns en verstoorde transportroutes. Maar de verwachting is dat stropers dit jaar weer vaker zullen toeslaan.
Bronnen: VN World Wildlife crime report (2020) / Department of Forestry, fisheries & the environment South Africa
Crime scene
Nu, twaalf jaar na de confrontatie met de dode neushoorn, is de Wildlife Forensic Academy net open. De academie is gevestigd in natuurgebied Buffelsfontein vlak bij Kaapstad. "Als je naar buiten kijkt, zie je de giraffen lopen." De academie richt zich op een gevarieerde doelgroep: van laagopgeleide parkwachters tot politieagenten, officieren van justitie en studenten forensische wetenschappen uit de hele wereld.
Vos vertelt bevlogen: "Het is geen ouderwetse school met een schoolbord, maar levensecht. Met een enorme hal van bijna 1000 vierkante meter waarin we crime scenes hebben nagemaakt, met echte gestroopte dieren die zijn opgezet, zoals een giraf, een leeuw en een neushoorn. Zo kunnen studenten praktisch onderzoek doen. Bovendien filmen we alles, zodat ze kunnen terugkijken of ze goed te werk zijn gegaan en geen sporen hebben gemist."
Elk spoortje DNA is essentieel
Naast de hal met crime scenes is er ook een forensisch laboratorium en zelfs een rechtszaal. Natuurlijk kun je geen hele studie forensische wetenschappen doen in een paar weken tijd, geeft hij toe: "Maar het gaat ook heel erg om bewustwording. Dat mensen beseffen dat een klein spoortje DNA van een plaats delict uiteindelijk in de rechtszaal essentieel is om tot een veroordeling te komen. Juist bij stroperij, in afgelegen gebied zonder ooggetuigen, is forensisch bewijs zo belangrijk."
Studenten en professionals kunnen – tegen betaling - trainingen volgen. Met de opbrengst en geld van donoren via het Wildlife Forensic Fund kunnen dan weer parkwachters worden opgeleid die de training niet zelf kunnen betalen. De eerste groep studenten uit België is net geweest en binnenkort volgen studenten uit Nederland, Groot-Brittannië en Dubai. De eerste parkwachters worden eind augustus getraind.
Rechtsorde herstellen
Vos hoopt dat de forensische wetenschap een schakel kan zijn om de hele keten van stroperij en illegale dierenhandel te ontwrichten. "Als je via forensisch bewijs de stroper vindt, dan kun je via verder onderzoek uitkomen bij de smokkelaars, de opdrachtgevers en de rest van de organisatie."
Het probleem van stroperij is veelomvattend. Stropers handelen vaak uit armoede, om in hun levensonderhoud te voorzien. Toch moet je hier beginnen, zegt Vos: "Natuurlijk speelt er veel meer: armoede, ongelijkheid. Maar je moet eerst de rechtsorde herstellen. Als ze weten dat ze toch niet worden gepakt dan zullen ze ook niet ophouden."
Enthousiaste reacties
In een land met veel criminaliteit, zoals Zuid-Afrika, is de jacht op stropers lang geen prioriteit geweest. Zal de politie nu wel meer doen? Vos is ervan overtuigd: "We hebben zoveel enthousiaste reacties gehad. Juist ook van de Zuid-Afrikaanse politie, justitie. Ze snappen hier dat dit nodig is. Als we zo doorgaan is er over twintig jaar op het hele continent Afrika geen dier meer over."
Hij denkt dat er de komende jaren alleen maar meer aandacht zal komen voor natuurbescherming. "We staan op een kantelpunt: Mijn generatie heeft het verkloot, maar je merkt dat de jongere generatie het belang hiervan inziet. Dat ze natuur, duurzaamheid en klimaat zoveel belangrijker vinden."
Hij is ontzettend blij dat de academie er na al z'n geploeter nu is, maar trots voelt hij naar eigen zeggen niet: "Ik heb nog zoveel te doen. Ik heb helemaal geen tijd om trots te zijn."