Rusland heeft in de oorlog met Oekraïne zeven soorten landmijnen ingezet, waaronder ook mijnen die tot doel hebben personen te verwonden.
Dat meldt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch in een nieuw rapport.
Verboden
Zowel aan Oekraïense als aan Russische zijde worden mijnen ingezet die voertuigen kunnen beschadigen. Maar Russische troepen zijn volgens HRW de enige die landmijnen inzetten die op het verwonden van personen zijn gericht.
Dit soort landmijnen is verboden in internationale verdragen, maar Rusland heeft het landmijnenverdrag uit 1997 nooit ondertekend. Oekraïne was wel een van de 164 landen die het verdrag tekenden.

Een van de zeven soorten landmijnen die Rusland inzet, is in het land zelf ontwikkeld en wordt in Oekraïne al maanden gebruikt. Het gaat om de POM-3, ook bekend als 'Medallion', die is uitgerust met een bewegingsmelder om een naderende persoon te detecteren en een explosieve lading in de lucht te werpen.
Straal van 16 meter
De daaropvolgende ontploffing kan binnen een straal van 16 meter mensen verwonden of zelfs doden. De POM-3 zou ook zijn uitgerust met een zelfvernietigingsmechanisme dat de mijn vernietigt na een vooraf ingestelde tijd, bijvoorbeeld enkele uren of dagen.
HRW kan niet vaststellen hoeveel gewonden of doden er in Oekraïne zijn gevallen door het gebruik van landmijnen.