Al aan het begin van de rechtszaak stond de uitkomst ervan vast. Dat zegt de familie van de Britse Shaun Pinner, één van de drie mannen die donderdag ter dood werden veroordeeld in de pro-Russische regio Donetsk in Oost-Oekraïne. Pinner, de eveneens Britse Aiden Aslin en Ibrahim Saadun (Marokko) kregen de doodstraf voor hun deelname aan de oorlog aan de kant van Oekraïne.
"Onze familie is verslagen door de uitkomst van het illegale showproces in de zogenaamde volksrepubiliek", laat de familie van Pinner weten in een verklaring waar persbureau Reuters uit citeert. "Shaun verdient de bescherming die hem wordt toegekend door het oorlogsrecht, waaronder bescherming door een onafhankelijke advocaat. Wij hopen vanuit de grond van ons hart dat alle betrokken partijen zorg dragen voor de veiligheid en vrijlating van Shaun."
Krijgsgevangene
Pinner woont sinds 2018 in Oekraïne en is er met een Oekraïense getrouwd. Volgens zijn familie zou hij derhalve het recht hebben om als Oekraïner zijn land te verdedigen.
Het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken is het daar niet mee eens, ook al zegt het geen partij te zijn bij de rechtszaak. Pinner zou geen aanspraak kunnen maken op de status van krijgsgevangene, omdat hij als buitenlandse huurling niet wordt beschermd door internationaal humanitair recht.

Media in Oost-Oekraïne suggereren dat het proces snel is gehouden en dat de doodstraf is opgelegd omdat de 'volksrepubliek' Donetsk internationale erkenning wil. Die zou het krijgen als Groot-Brittannië in hoger beroep een officieel verzoek doet voor de vrijlating van Pinner en Aslin. Het voltrekken van de doodstraf zou geen prioriteit hebben.