De Amerikaanse vicepresident Kamala Harris was vorig jaar op 6 januari in het hoofdkantoor van het Democratisch Nationaal Comité (DNC) in Washington, waar op dat moment een zogenoemde pijpbom werd ontdekt. Ingewijden melden dat aan de Amerikaanse nieuwssite Politico.
De bom werd onschadelijk gemaakt en veroorzaakte geen schade, maar het was tot nu toe niet bekend dat Harris, destijds aankomend vicepresident, zich zo dicht bij het explosief bevond.
Zoektocht naar verdachte
Niet alleen bij het DNC, maar ook bij het Republikeins Nationaal Comité (RNC) werd een verdacht pakketje gevonden op de dag dat het Capitool werd bestormd door aanhangers van toenmalig president Donald Trump.
De FBI is al een jaar op zoek naar een verdachte die de bommen zou hebben geplaatst. Van hem zijn videobeelden, die recentelijk opnieuw zijn verspreid. De explosieven werden vermoedelijk de avond voor de Capitoolbestorming geplaatst.
Bekijk ook: Jaar na bestorming Capitool: veel mensen denken dat het zo weer kan gebeuren
De hoofdkantoren van beide partijcomités bevinden zich niet ver van het Amerikaanse parlement. Als de bommen waren ontploft, had dat volgens de FBI voor "dodelijke slachtoffers" kunnen zorgen.
Leven in gevaar
Politico schrijft dat de onthullingen laten zien dat "de rellen op 6 januari nog veel destructiever hadden kunnen zijn dan ze al waren" omdat het leven van de aankomend vicepresident in direct gevaar was. Harris werd zeven minuten nadat de pijpbom gevonden was uit het gebouw geëvacueerd.
De Secret Service, die verantwoordelijk is voor de beveiliging van de vicepresident, wil niet reageren op het voorval.


Dagelijkse update
Wil jij iedere middag een selectie van het belangrijkste nieuws en de opvallendste verhalen in je mail? Meld je dan nu aan voor de dagelijkse update.