De Surinaamse oud-president Desi Bouterse maakt zich geen zorgen om de twintig jaar celstraf die hem te wachten staat. "Er is een vonnis, laten we niet op de zaken vooruitlopen. Het staat er. We wachten af. Ik maak me daar geen zorgen om", zei Bouterse gisteren tijdens een persconferentie in Paramaribo.
De Surinaamse krijgsraad veroordeelde oud-president Desi Bouterse begin deze week opnieuw tot een gevangenisstraf van 20 jaar voor zijn betrokkenheid bij de Decembermoorden van 1982.
'Geen nieuwe feiten'
De 75-jarige Bouterse had hoger beroep aangetekend tegen zijn veroordeling in november 2019. Toen werd hij ook tot 20 jaar cel veroordeeld. Het Openbaar Ministerie bleef bij die eis in hoger beroep: volgens de aanklager waren er geen nieuwe feiten.

Bouterse was niet te spreken over de "agressieve en oorlogszuchtige opstelling" van de regering rond de hoorzitting eerder deze week. Door die dag veel politie en militairen op de been te brengen werd de gemeenschap in een "soort angst en hype" gebracht, zei Bouterse.
Bouterse werd veroordeeld in verband met zijn aandeel in de moord op vijftien politieke tegenstanders in december 1982. Omdat hij tijdens dat proces nooit aanwezig is geweest, werd hij bij verstek veroordeeld.
Wapendiefstal
De voormalige president ging tijdens de persconferentie ook in op de zaak van de wapendiefstal uit zijn huis enkele maanden geleden. Hij zei dat zijn kleinzoon Walter Bouterse betrokken was bij de diefstal. Bouterse junior pleegde enkele dagen voor de ontdekking van de diefstal zelfmoord.
De gestolen wapens die eigendom zijn van het leger, zijn nu in handen van de Surinaamse onderwereld, stelde Bouterse. Volgens hem zijn de dieven bereid de wapens terug te geven.
Het is dan wel nodig dat de regering van president Chan Santokhi een tussenpersoon aanwijst om de teruggave van de wapens in gang te zetten. Volgens Bouterse draalt de regering daarmee, waardoor het erop lijkt dat hij en zijn politieke partij bij de diefstal betrokken zijn, suggereerde hij.
