Het is een gebeurtenis waar veel Nederlanders weinig van weten. Maar in Zweden is het een nationaal trauma: de moord op premier Olof Palme in 1986. Al 34 jaar lang is het een mysterie. Misschien niet lang meer: morgenochtend geven de onderzoekers een grote persconferentie.
Er zijn de afgelopen jaren genoeg verdachten geweest voor de moord op Palme: een verslaafde, de Russische geheime dienst KGB, de Koerdische afscheidingsbeweging PKK, een Iraans complot, de zogeheten 'Skandia-man' en het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime.
Meer dan 130 mensen hebben in de loop der jaren bekend dat ze Olof Palme hebben vermoord. Er is zelfs iemand gearresteerd, maar hij is later weer vrijgelaten. Dat de moordenaar nog steeds niet is gevonden, is een open wond in Zweden.
In de rug geschoten
Palme was een vooraanstaand politicus, leider van de Sociaaldemocraten, zeg maar de Zweedse Partij van de Arbeid. Palme was twee keer premier: eerst van 1969 tot 1976 en daarna van 1982 tot 1986.
Hij werd in februari 1986 van dichtbij in zijn rug geschoten, op straat in Stockholm, na een avondje naar de bioscoop met z’n vrouw Lisbeth. De schutter verdween in een zijstraatje en is dus al 34 jaar spoorloos.
De vele onderzoeken zijn op niks uitgelopen. Drie jaar geleden is hoofdofficier van justitie Krister Petersson helemaal opnieuw begonnen. En nu komt hij met zijn bevindingen, waarover nog niets is uitgelekt.
Van alle mogelijke daders zijn er eigenlijk nog twee serieuze opties overgebleven, namelijk het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime en de 'Skandia-man'.
Zuid-Afrikaanse geheime dienst
De Britse krant The Guardian heeft sterke aanwijzingen dat de Zuid-Afrikaanse geheime dienst achter de moord op Palme zat. De Zweedse premier was een uitgesproken tegenstander van het toenmalige apartheidsregime. Palme steunde het ANC van Nelson Mandela
Volgens The Guardian hebben de Zweedse onderzoekers drie maanden geleden gepraat met de huidige chef van de Zuid-Afrikaanse inlichtingendienst. Toen zou ook een dossier zijn overhandigd. Verder is er niets bekend.
Al eerder is gewezen naar Zuid-Afrikaanse spionnen, met name door Stieg Larsson, onderzoeksjournalist en schrijver van de beroemde Millennium-trilogie. De uitgebreide dossiers die hij heeft aangelegd, zijn twee jaar geleden gepubliceerd – Larsson overleed in 2004. Maar ook hij had geen hard bewijs.
'Skandia-man'
En dan is er nog de ‘Skandia-man’. Deze Stig Engström werkte bij verzekeringsmaatschappij Skandia, het hoofdkantoor was vlak bij de plek van de moord. Engström werd door de politie gehoord als getuige, maar niet als verdachte.
Een Zweeds tijdschrift heeft jarenlang onderzoek gedaan naar de Skandia-man en kwam twee jaar geleden tot de conclusie dat hij de moordenaar van Palme is. Engström had een hekel aan de premier, volgde wapentraining en had waarschijnlijk een Magnum .357-revolver, het wapen waarmee Palme is doodgeschoten. Hij had informatie die alleen de moordenaar kon hebben en hij loog tegen de politie.
Het is niet duidelijk of en wie de onderzoekers morgen gaan aanwijzen als de moordenaar van Olof Palme. Maar als het de Skandia-man is, dan is dat pijnlijk voor de Zweedse politie. Hij was al vanaf het begin in het vizier. En hij is dood: de Skandia-man pleegde twintig jaar geleden zelfmoord.