Premier Boris Johnson had het Britse parlement niet mogen schorsen. Dat is het oordeel van Schotse rechters in hoger beroep.
Johnson heeft het parlement voor vijf weken geschorst, tot 14 oktober, in aanloop naar een Queen's Speech, de Britse troonrede.
De schorsing komt op een precair moment, in de beslissende fase voor de brexitdeadline op 31 oktober. 75 Schotse parlementsleden spanden een rechtszaak aan om die schorsing te laten veroordelen, omdat die slechts bedoeld zou zijn om het parlement buitenspel te zetten.

In eerste instantie oordeelde een rechter dat de rechtbank niet de macht heeft om die politieke beslissing van Johnson om het parlement naar huis te sturen te dwarsbomen. De Schotse parlementsleden gingen in beroep tegen die uitspraak.
Schotten in beroep
Drie Schotse rechters, waaronder de hoogste rechter van het land, hebben nu geoordeeld dat de schorsing van Johnson inderdaad onwettig is. Daarbij merken de rechters op dat het wat hen betreft niet mag, maar ze zeggen niet dat de schorsing opgeheven moet worden. Volgens hen is dat aan het hooggerechtshof.
De zaak is dan ook meteen doorverwezen naar de hoogste rechter in het VK. Hoge Engelse rechters hebben vorige week geoordeeld dat de schorsing wel mag en dat rechters niets te maken hebben met dergelijke keuzes.
De hoogste Britse rechters hebben de agenda vrijgemaakt en een spoedhoorzitting gepland. Daarin worden zowel de Schotse als de Engelse zaak besproken, en een derde zaak die in Noord-Ierland loopt. Op 17 september dient de zaak bij het hooggerechtshof.
Reden rechtszaak al geslaagd
De uitspraak van de Schotse rechters betekent dus niet dat de parlementsleden meteen weer het Lagerhuis in gaan. De schorsing is namelijk niet opgeheven. Daar zal het hooggerechtshof over beslissen, en daarna kan premier Johnson eventueel nog in beroep.
De vraag is ook hoe belangrijk deze uitspraken nog zijn. De schorsing van het parlement werd vooral aangevochten omdat het parlement bang was buiten spel gezet te worden in de belangrijke laatste fase voor de brexit-deadline. Inmiddels is het parlement erin geslaagd om de plannen van Johnson te dwarsbomen.
Johnson leed in korte tijd zes nederlagen in het parlement. Zo is er een wet aangenomen die het Johnson verplicht om uitstel te vragen aan de EU, mocht een no deal-brexit in zicht komen. Verder raakte Johnson veel steun kwijt. Tientallen parlementsleden - waaronder zijn broer - lieten hem in de steek. Een oproep om vervroegde verkiezingen te organiseren - waarbij Johnson dan weer een meerderheid wilde verkrijgen - werd door de oppositie weggestemd.