De Eerste Kamer krijgt een middel om wetten te wijzigen: het terugzendrecht. Een wet die dat regelt, heeft minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken) naar de Tweede Kamer gestuurd.
Nu is het nog zo dat de Eerste Kamer een wet alleen maar in zijn geheel kan aannemen of verwerpen. Met het terugzendrecht krijgt de senaat de mogelijkheid wetten te veranderen. Deze gewijzigde wet kan dan terug naar de Tweede Kamer. Die moet vervolgens beslissen of ze akkoord gaat met de voorstellen van de senaat.
Pijnpunt is wel dat de Tweede Kamer kan beslissen de veranderingen die de Eerste Kamer wil, niet over te nemen. Als dat gebeurt is het helaas pindakaas voor de senaat: dan wordt het oorspronkelijke wetsvoorstel als aangenomen beschouwd.
Politieke afweging
Dat is een goede zaak, vindt minister Bruins Slot: "De Tweede Kamer krijgt het laatste woord en dat is belangrijk, want de Tweede Kamer maakt de politieke afweging. Die moet beoordelen of de veranderingen die de Eerste Kamer voorstelt, de kwaliteit van de wet verbeteren of politiek van aard zijn."
De bewindsvrouw hoopt dat het terugzendrecht de Eerste Kamer zal stimuleren zich minder politiek op te stellen en terug te keren naar haar oorspronkelijke rol, het controleren van de kwaliteit van de wetten. "Want hiermee geef je hen een instrument om iets te doen aan de kwaliteit van de wet en de uitvoerbaarheid en niet de politieke kant ervan", zegt de minister.
Drieluik
De wet die het terugzendrecht regelt, is het laatste deel van een drieluik van wetten dat het functioneren van de Eerste Kamer moet verbeteren. De twee andere wetten zijn al door de Tweede Kamer aangenomen en regelen de verkiezing van de senaat en het stemmen over een wijziging van de grondwet.
Meedoen aan het RTL Nieuwspanel?
Van kabinet tot koningshuis, van geld tot gezondheid: in het RTL Nieuwspanel kun jij meepraten over welke kant Nederland op moet. Laat je stem horen! Aanmelden kan hier.
Nu wordt de Eerste Kamer elke vier jaar gekozen, na de verkiezing van de Provinciale Staten. De zittingsduur van de senaat moet zes jaar worden, en elke drie jaar wordt de helft van de Eerste Kamerleden gekozen – nog steeds door Provinciale Staten.
Grondwetswijziging
Het stemmen over een grondwetswijziging wijzigt ook. Een grondwetswijziging moet met tweederdemeerderheid in zowel Eerste als Tweede Kamer worden aangenomen. Nu is het nog zo dat er twee keer over wordt gestemd: één keer in de Tweede Kamer, één keer in de senaat.
In het nieuwe voorstel komt er een gezamenlijke vergadering van Eerste en Tweede Kamer. In die vergadering moet de grondwetswijziging met tweederdemeerderheid worden aangenomen.
