In de eerste tien maanden van 2022 zijn er zeker 56 minderjarigen veroordeeld voor moord, doodslag of een poging daartoe. Dat blijkt uit cijfers die RTL Nieuws heeft opgevraagd bij de Raad voor de Rechtspraak. Experts maken zich zorgen: "Het gemak waarmee vuurwapens worden gebruikt valt echt op."
Vorige week vrijdag ging het mis in Amsterdam-Zuidoost. Op de bewuste avond werd een 17-jarige jongen doodgeschoten. Twee minderjarige verdachten werden aangehouden. Een van de jongens is 15 jaar, de ander 16.
Deze schietpartij is geen uitzondering, zegt Rianne de Back, landelijk jeugdofficieer van justitie. "Sinds 2019 zie ik veel meer vuurwapens, steekpartijen en een enkele keer een liquidatie in het criminele milieu. Het gemak waarmee vuurwapens in omloop zijn en worden gebruikt door minderjarigen valt echt op en daar maken we ons zorgen over."

De totale jeugdcriminaliteit daalt volgens De Back al jaren. Maar dit geldt niet voor de zware jeugdcriminaliteit. "De kleine groep die verdacht wordt van zware geweldsdelicten zoals moord, doodslag en een poging daartoe neemt toe."
Verdubbeling
Het gaat vaak om jongeren tussen de 15 en 17 jaar die nog niet eerder te maken hebben gehad met justitie. "Deze jongeren hebben vaak geen strafblad. Het valt op dat ze ineens in beeld komen met een 'instapdelict' dat direct heel fors is."
RTL Nieuws bekeek de cijfers over de afgelopen tien jaar. Ondanks dat de cijfers over 2022 nog niet compleet zijn, ligt het aantal veroordeelde minderjarige nu al hoger dan in de jaren 2013 tot en met 2020. Vergeleken met vijf jaar geleden is er zelfs sprake van een verdubbeling.
Jasper van de Kemp, criminoloog aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, vindt dit een zorgelijke trend. "Het feit dat je geen harde daling ziet, laat zien dat we het tij niet kunnen keren of er niet genoeg grip op is."
Verassend vindt hij dit niet. "De jeugdzorg is de afgelopen jaren steeds verder afgeschaald en via online kanalen zijn wapens relatief makkelijk verkrijgbaar. Dit zijn allemaal factoren die op lange termijn meespelen."
Meer aandacht voor preventie
Volgens Van der Kemp gaat het in Nederland te veel om straffen en is er te weinig aandacht voor preventie. "We moeten er structureel voor zorgen dat jongeren niet in die situaties terechtkomen. We moeten daarom proberen om met deze jongeren in contact te komen. Dat betekent veel straatwerk, jongerenwerk en ondersteuning."
Daarnaast is het volgens De Back belangrijk om aandacht te hebben voor onderwijs. "Ik zie bij deze jongeren een gemene deler en dat zijn de problemen met op school. We moeten jongeren perspectief bieden. Want als dat niet gebeurt kan schoolverzuim een voorspeller zijn van crimineel gedrag."

Want als jongeren deze feiten plegen is het kwaad al geschied, zegt De Back. "Dan is het heel lastig om in het jeugdstrafrecht nog bij te sturen."
De Back pleit ervoor om meer te investeren om te voorkomen dat jongeren afglijden. En dat er op korte termijn wetenschappelijk onderzoek gedaan wordt om te kijken wie deze jongeren zijn en op welk moment eventuele bijsturing gewenst is.
Extra geld
Het verschilt per gemeente wat er gedaan wordt aan preventie. Voorbeelden zijn voorlichtingslessen vanuit Halt, jongerenwerkers en straatcoaches in de wijk, wijkagenten die contact hebben met scholen of initiatieven van buurt vaders en moeders. Het Openbaar Ministerie geeft aan mee te denken over preventie en samen te werken met de gemeente en politie in wijken bij de aanpak van problematische jeugdgroepen.
Het kabinet maakte afgelopen juli bekend extra geld vrij te maken om jeugdcriminaliteit tegen te gaan. Het gaat om 61 miljoen euro structureel per jaar. Eerder werd besloten om jaarlijks 82 miljoen te investeren in het tegengaan van drugscriminaliteit onder jongeren.
Samen komt dat vanaf 2025 op 143 miljoen euro per jaar om te voorkomen dat kinderen en jongeren in aanraking komen met criminaliteit of daarin doorgroeien.