Het kabinet en de provincies hebben een akkoord bereikt over ruim 900.000 woningen, die tot en met 2030 gebouwd moeten worden. Per provincie is nu exact vastgelegd hoe veel erbij komen. Corporaties spreken over een veelbelovende stap, maar maken zich zorgen of de plannen snel uitvoerbaar zijn.
Volgens het akkoord, dat vanmiddag wordt ondertekend, moet een meerderheid van de woningbouw betaalbaar zijn. Daarom is getekend voor de bouw van 350.000 huur- en koopwoningen in het middensegment (40 procent) en 250.000 sociale huurwoningen.
Minister De Jonge voor Volkshuisvesting spreekt over een 'enorme opgave'. "Dit vraagt om een gezamenlijke inzet – schouder aan schouder - van overheden, corporaties en marktpartijen."
De bouwplannen per provincie tot en met 2030
Nieuwe woningen per provincie | |
Drenthe | 13.631 |
Flevoland | 39.193 |
Friesland | 17.500 |
Gelderland | 100.000 |
Groningen | 28.359 |
Limburg | 26.550 |
Noord-Brabant | 130.600 |
Noord-Holland | 183.600 |
Overijssel | 42.300 |
Utrecht | 83.500 |
Zeeland | 16.500 |
Zuid-Holland | 235.460 |
Totaal aantal woningen | 917.193 |
Woningcorporaties: positief maar ook zorgen
Provincies en gemeenten moeten de plannen nu verder uitwerken, zoals waar de woningen exact gebouwd kunnen worden en hoe het aantal huur- en koopwoningen exact is verdeeld.

Volgens de woningcorporaties wordt die stap de lakmoesproef. In een reactie laat de landelijke brancheverenging Aedes weten zich zorgen te maken of er op afzienbare termijn echt gestart kan worden met de afgesproken bouw van sociale woningen.
Weliswaar is de minister volgens de vereniging 'op stoom' met de plannen op papier, maar is 'de praktijk in de regio weerbarstig.' De branchevereniging stelt dat projecten te vaak worden vooruitgeschoven terwijl juist een versnelling van concrete plannen nodig is. "Vergunningsprocedures zijn nog te tijdrovend, die moeten een kortere doorlooptijd hebben."
11 miljard beschikbaar
Daar komt bij dat er genoeg onzekerheden zijn: de stikstofcrisis, de hoge bouwkosten en de oplopende rente.
Het kabinet stelt in totaal 11 miljard beschikbaar om de plannen te realiseren, en wijst ook op de afspraken met de woningcorporaties: die moeten meer dan 60 miljard euro investeren als vanaf volgend jaar de verhuurdersheffing wordt afgeschaft.