Noor en Nilab zijn behoorlijk actief op social media, waar ze af en toe een reactie plaatsen. Als ze dat doen, krijgen ze erg veel haat en racistische opmerkingen over zich heen. Terwijl Jan juist dat soort comments plaatst. RTL Nieuws sprak met hen. "Ik doe het als mensen onzin vertellen. En om de tijd te verdrijven."
Dagelijks worden socialmediaplatforms overladen met racistische en haatdragende comments. Maar die worden nauwelijks opgespoord of bestraft, blijkt uit onderzoek van RTL nieuws.

Noor (25) uit Amsterdam heeft vaak te maken met dat soort reacties. "De opmerkingen over mij op social media zijn echt trash, het is echt te veel." Ze vindt dat het vaak wel heel ver gaat. "Men schrijft dan dat ik dood moet vallen of terug moet naar mijn eigen land." Inmiddels is ze er wel aan gewend. "Het hoort erbij", verzucht ze.
'Daar gaan we weer'
Ze heeft inmiddels wel een dikke huid, zegt ze zelf, maar dat betekent niet dat het geen impact heeft. "Al die opmerkingen, dat telt echt wel op. Dan denk ik: 'Daar gaan we weer, nog steeds niet beter. Dit is nog steeds wat ze van ons denken'."
Noor maakt zich vooral zorgen om jongeren die ermee te maken krijgen. "Die hebben hier echt veel last van. Ze lezen dit elke dag en voelen zich minder welkom in Nederland, daarom doen ze mee aan #datmeenjeniet. Wij gaan het gesprek aan en proberen zo de norm te vergroten dat racisme online niet normaal is."
Veilig achter je scherm
Ze vindt het storend hoe mensen reageren als ze er iets van zegt: "Het was maar een grapje, zeggen ze dan, maar dat is het niet echt. Ik probeer me er niet te veel van aan te trekken. Die mensen zitten veilig achter hun scherm, het is dan niet heel persoonlijk."
Wat er nu wel en niet mag op social media is onduidelijk, zegt Noor. "Je hebt natuurlijk het recht om je mening te uiten. Maar waar ligt die grens? Dat is echt voor heel veel mensen onduidelijk. En wanneer doe je nou aangifte? Die kennis ontbreekt."
Noor werkt mee aan het project #datmeenjeniet van Movisie, Diversity Media en de Hogeschool Inholland. Jongeren en jongvolwassenen worden daar getraind om voor elkaar op te komen als ze online op discriminatie stuiten. Zo willen ze laten zien dat online discriminatie niet acceptabel is.
Altijd over afkomst
Ook Nilab (29) werkt mee aan #datmeenjeniet. Ze vindt het een belangrijk project: "De afgelopen jaren is het zoveel erger geworden. Het is intens. Ook hoeveel likes zo’n racistische opmerking krijgt. "
"Het gaat vaak al gauw niet meer over het echte gesprek, maar over afkomst. Dat leidt zo af van het onderwerp. Ik snap niet waarom het dan daarover moet gaan."
Soms krijgt ze hele erge berichten in haar inbox. "Kankerhoer, hoe durf je Nederland racistisch te noemen." Haar reflex is om alles te deleten, dan is het weg.
Niet strafbaar
Ze heeft het gevoel dat er weinig aan te doen is. "Het komt te vaak voor dat er gescholden wordt met discriminerende kenmerken en dit niet vervolgd kan worden. Ook de islam beledigen kan grenzeloos, moslims lijken vogelvrij in dat opzicht." Ze wordt er moedeloos van. "Er is zoveel haat. Inmiddels ga ik bijvoorbeeld de comments bij nieuwsberichten helemaal uit de weg.”
Er moeten echt goede regels komen, vindt Nilab. "Nu is het debat over maatschappelijke problemen of politiek onmogelijk, omdat het alleen maar (racistisch) gescheld is. Als er regels komen, kunnen we misschien weer eens normaal in gesprek."
Wat mag je wel en niet zeggen op sociale media?
Discriminatie is in Nederland verboden en dat geldt ook voor sociale media. Dat staat in artikel 1 van de Grondwet. Discriminatie is het maken van een verschil in de behandeling van mensen, op basis van ras, godsdienst, handicap of seksuele voorkeur.
Hierbij komen verschillende wetten en regels om de hoek kijken:
- Verbod op discriminatie: artikel 1 van de Grondwet
- Belediging: artikel 266 van het Wetboek van Strafrecht
- Groepsbelediging: artikel 137 van het Wetboek van Strafrecht
- Aanzetten tot geweld: artikel 137 van het Wetboek van Strafrecht
Tijdverdrijf
RTL Nieuws benaderde ook 15 schrijvers van de racistische comments en vroeg hen waarom zij dit opschrijven, van wie er twee reageerden. "Ik doe het als mensen onzin vertellen", zegt Jan (echte naam bij de redactie bekend). "En om de tijd te verdrijven."
Hij was boos over de rellen die plaatsvonden na het bekendmaken van de avondklok. "Ze maken alles kapot. En ze verpesten het voor de rest." Hij laat zich vaak meeslepen als hij een reactie plaatst, geeft hij aan.
Of het mag wat hij opschrijft, weet hij niet. "Internet is meer een uitlaatklep dan in het echt. Dan roep je meer." Jan voelt zich niet anoniem, zijn hele leven is openbaar op het platform. "Ik wil geen ruzie, ik ben vader van twee mooie dochters."
Boosheid of frustratie
Ook een andere anonieme reageerder mogen we vragen stellen. Hij geeft aan dat het vaak boosheid of frustratie is. "En door de frustratie floep ik er soms wel eens een scheldwoord of twee uit." Maar hij geniet ook wel van de discussie, zegt hij.
Over een racistische opmerking die hij plaatste bij een verhaal over het slavernijverleden, zegt hij: "Ik vind dit een belangrijk thema en dan kan ik me nog wel eens laten gaan."
"In het algemeen denk ik dat het internet meer ongeremd is qua meningen ja. Er lijkt wat meer privé en afstand te zijn dan in het echt, dus voelen mensen zich veiliger om zich te uiten."