Libanezen weer massaal de straat op: 'De regering moet weg'

Voor de vierde dag op rij zijn honderdduizenden Libanezen de straat opgegaan om te demonstreren tegen de corruptie door de regering van premier Saad al-Hariri en de politieke elite. "We zijn hier om tegen onze leiders te zeggen dat ze moeten vertrekken", zegt Hanan Takkouche, lid van een protesterende groep vrouwen in de hoofdstad.
Door de protesten kwam het openbaar leven tot stilstand in hoofdstad Beiroet, de tweede stad Tripoli en de zuidelijke havenstad Tyrus. Takkouche: "We hebben geen vertrouwen in de regering, maar we hebben wel goede hoop dat deze protesten verandering zullen brengen. Ze kwamen hun zakken vullen. Het zijn allemaal boeven en dieven."
Reactie regering
De Libanese regering heeft gereageerd op de protesten. De Libanese premier Saad al-Hariri kondigde aan dat het salaris van hooggeplaatste regeringsfunctionarissen, ex-presidenten en oud-ministers en voormalig topambtenaren met 50 procent zullen inkrimpen. Verder wil Hariri dat de centrale bank en particuliere banken 3 miljard euro bijdragen om de staatsbegroting voor 2020 sluitend te krijgen.
De regering wil verder de telecombedrijven in staatseigendom privatiseren en het krakkemikkige elektriciteitsnet moderniseren.
Zo zag Beiroet eruit vandaag:
Bellen via Whatsapp
De protesten van vandaag waren de omvangrijkste tot nu toe. De afgelopen dagen waren er al betogingen waarin de demonstranten hun onvrede uitten over hoge werkloosheid, corruptie en belastingverhogingen.
Ook werd een heffing op telefoneren via WhatsApp en vergelijkbare diensten aangekondigd. Hoewel de WhatsApp-tax niet veel later weer werd ingetrokken, nam de onrust in het land verder toe.
Deze karatetrap staat symbool voor de demonstraties:
