Ga naar de inhoud
Stintverbod

D-day stint: 'Op hol geslagen. Ongeval. Te belangrijk. Nu overleg. Veel sterkte'

Beeld © ANP

Zaterdag 29 september was het D-day voor de stint. Op basis van onjuiste informatie besloten inspectie en ministerie die dag om in nauwe samenwerking toe te werken naar een verbod van de stint. Veel fracties hadden begrip dat minister Cora van Nieuwenhuizen veiligheid boven alles plaatste. Uit nieuw onderzoek van RTL Nieuws blijkt dat de tijdlijn die zij vrijdag gaf, de helft van het verhaal niet vertelt. Dit is het verhaal dat door het ministerie wordt achtergehouden.

Conclusies

  • De inspectie en het ministerie misbruikten op zaterdag 29 september gezamenlijk een proces-verbaal om de stint zo snel mogelijk van de weg te krijgen.

  • Degene die betrokken was bij een incident met de stint in Amsterdam, was door politie en inspectie niet gehoord.

  • Een ‘aanvullend proces-verbaal’ van 3 oktober, waarin de melding sterk werd genuanceerd, werd lang verzwegen door het ministerie. Al op 12, 15, 17 en 18 oktober is het ministerie hierop gewezen.

  • Dit is weggelaten uit het feitenrelaas dat vrijdagavond naar de Tweede Kamer is gestuurd.

Minister
Lees ook:
Minister jokte over 'ongeval' met stint in Amsterdam

Boetekleed

Vorige week maandag reconstrueerde RTL Nieuws de paniek die op 20 september ontstond bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). We onthulden dat informatie was achtergehouden.

Donderdagavond gaf de minister in de Tweede Kamer toe dat er jarenlang geen enkel toezicht is geweest op de 'bijzondere bromfiets' – de naam waaronder de stint in 2011 is toegelaten tot het verkeer. En ze trok het 'boetekleed’ aan, en zei dat het ‘netter’ was geweest als ze de Kamer eerder en beter had geïnformeerd.

Het ministerie moest vanaf 2015 het toezicht op de bijzondere bromfiets – zoals de stint - alsnog regelen. De ILT werd toen 'bevoegd toezichthouder'. De afdeling 'Markttoezicht, productveiligheid' van de ILT startte op 20 september, de dag van Oss, een onderzoek. Op 21 september zei Van Nieuwenhuizen dat er geen aanleiding was om de stint van de weg te halen. De ILT beschikte over geen enkele informatie dat de stint onveilig was.

Op donderdag 27 september voert het NFI een 'quick scan' uit om te komen tot 'werkhypothesen'. Het NFI meldt in het officiële rapport niet dat de ILT hierbij aanwezig was. (Op woensdag 31 oktober geeft de minister toe dat de ILT-aanwezigheid 'abusievelijk' is verzwegen.)

Op die donderdag concludeert de ILT dat de NFI-rapportage te dun is om de stint van de weg te halen. In de woorden van de teamleider ILT: conclusies wijzen ‘enigszins’ in de richting van mogelijke problemen met remmen, stoppen en veertje in de gashendel. 'Enigszins'. De minister geeft de NFI-rapportage niet vrij. Dat gebeurt later, nadat RTL Nieuws meldt dat selectief is geciteerd uit de bevindingen.

'Enigszins' is te dun voor de serieuze twijfel die de minister nodig heeft om de stint te verbieden. Het ILT heeft meer nodig.

Die donderdag 27 september vraagt de ILT aan de politie om haast te maken. Er zijn 'aanvullende bevindingen' nodig om de stint van de weg te halen. De politie werkt vrijdag 28 september aan een proces-verbaal. Naar aanleiding van een melding van 20 september in Amsterdam was de meldster op 21 september gebeld door de politie Oost-Brabant, over rem en stopproblemen.

Dat gebeurt nogmaals op 28 september. Dan vertelt de medewerkster van een kinderopvang ook over een probleem met een stint, waarbij de sleutel uit het contact moest gehaald om tot stilstand te komen. De collega die bij dat incident betrokken was, wordt niet gehoord. Er komt wel een 'proces-verbaal van bevindingen'. Dat wordt op zaterdag 29 september overhandigd aan de ILT.

De laatste druppel

Die zaterdag is cruciaal. Het proces-verbaal ook. En vooral wat de inspectie ILT ermee doet. Het is letterlijk de 'trigger' voor het van de weg halen van de stint, blijkt uit een voor de Tweede Kamer achtergehouden gespreksverslagDe interpretatie van dat proces-verbaal  is de cruciale aanleiding voor de ‘maatregelen’ die de ILT dat weekeinde aankondigt.

RTL Nieuws had inzage in contacten van die zaterdag. Ze worden allemaal weggelaten uit het feitenrelaas dat de minister afgelopen vrijdagavond naar de Kamer stuurde. De informatie in die tijdlijn daarin is 'afgestemd' met OM, politie Oost-Brabant en ILT.

Het Afdelingshoofd Markttoezicht en productveiligheid van de ILT informeert de ILT-inspecteur die zaterdagochtend 29 september over het proces-verbaal. Ze maakt ervan dat een stint in Amsterdam 'op hol is geslagen'. De ILT-inspecteur neemt die formulering later over, en omschrijft het als 'ongeval', en dat dit 'de druppel' was.

De ILT alarmeert eigen leidinggevenden én hoge ambtenaren op het ministerie. Er is afstemming nodig, en een mandaat voor de ILT om direct te kunnen handelen. Ook de minister wordt door de ILT geïnformeerd.

Om 14.21 uur vraagt de plaatsvervangend Directeur-generaal Mobiliteit (en directeur Wegen) van het ministerie in een app aan stint-baas Edwin Renzen: "Edwin, er zou een ongeval met een stint in Amsterdam zijn geweest. Weet jij daarvan?"

Renzen geeft om 15.14 uur antwoord, en stuurt dan een feitelijk, zakelijk bericht door van de kinderopvang uit Amsterdam. Er staat niets over een ongeval. De kinderopvang werkt niettemin mee aan het technisch onderzoek van de politie, en heeft daarom desgevraagd al een stint ingeleverd.

De plaatsvervangend DG antwoordt om 15.20 uur: "Ok. Waarom levert ze hem dan in bij politie. Blijft vreemd." Renzen antwoordt nog dat het gaat om gevoel bij de kinderopvang en onzekerheid. De stint werd ingeleverd, omdat de politie het vroeg.

Rond dat tijdstip, om 15.18 uur, ontvangt de ILT een mail van de politie-Oost-Brabant, met daarin het proces-verbaal van 28 september.

Een half uur later, om 15.49 uur meldt de inspecteur van de ILT zich bij Renzen. "Hallo Edwin, ik heb net informatie van de politie Amsterdam ontvangen die belangrijk genoeg is om niet tot morgen te wachten (Er stond nog geen afspraak voor een volgende dag, red.) Telefonisch ben je even niet bereikbaar. Wil je mij bellen en aangeven waar ik met jou kan afspreken?"

Sterkte met alles

Renzen, die volgens de ILT zelf tot dat moment open is, alle benodigde informatie levert en zich 'kwetsbaar' opstelt, belt en zegt: anytime. Nu? De ILT heeft meer tijd nodig. De afspraak is om 18.30 uur.

ILT en ministerie overleggen over te nemen stappen. Renzen zal worden gevraagd een terugroepactie te doen, of een verzoek om alle stints stil te zetten. Wetende dat de bewijsvoering (te) dun is, bereidt de ILT 'maatregelen' voor. Na de 'trigger' van het proces-verbaal Amsterdam, volgt de executie van een stappenplan. Afgestemd met de ILT-top en het ministerie. En de minister.

Om 16.37 uur meldt de hoge ambtenaar van het ministerie aan Renzen: "ILT vindt het ingewikkeld als er twee lijnen lopen naar jou en verzoekt alles via hun te laten lopen. Dank voor fijne en open lijn tot dusver. En sterkte met alles. (Voornaam)." 

Al deze informatie is weggelaten in het feitenrelaas van minister. En er wordt meer achtergehouden.

Renzen is verbijsterd, na het gesprek op zaterdagavond, met twee mensen van de ILT. Hij herkent zich niet in de afhandeling van de incidenten in Amsterdam, waar zijn bedrijf bij betrokken was. Hij belt met de medewerkster van de kinderopvang. Niet wetend dat het lot van zijn stint al beklonken is, probeert de ondernemer uit te zoeken wat er gaande is.

Zondagochtend 30 september laat de medewerkster aan de ILT-inspecteur weten zeer ontstemd te zijn over de draai die de inspectie geeft aan de oorspronkelijke melding van mogelijke problemen van 20 september. 'Er was geen ongeluk, de betrokken stint sloeg niet op hol", zegt de medewerkster. Ze heeft geen inzage in het proces-verbaal van de politie, waarin ook feitelijke onjuistheden staan.  Ze vraagt om intrekking van de verklaring, en, als dat niet kan, om een 'aanvullende verklaring'.

Speelbal

Het maakt niet meer uit. Het besluit is al genomen. In een spoedgesprek op zondag, van 15.30 tot 17.30 uur, in Tiel, kondigt een team van vier ILT’ers (onder wie een juriste) aan dat het ILT 'maatregelen' zal nemen. Om 19.01 uur meldt Renzen aan de plaatsvervangend directeur-generaal dat de informatie niet klopt.

De directeur van de kinderopvang laat de ILT in niet mis te verstane bewoordingen weten dat het niet deugt. "Mijn collega heeft jou in zeer heldere bewoordingen laten weten dat zij haar verklaring intrekt omdat zij zich totaal niet herkent in de bewoordingen die jullie hanteren." Omdat ze het niet vertrouwt, alarmeert ze om 22.43 uur de staatssecretaris. 'Wij voelen ons erg onplezierig bij de gang van zaken en hebben de indruk dat we nu speelbal zijn in iets anders dan een goed en objectief technisch onderzoek", staat letterlijk in een sms van het kinderdagverblijf.

Maandag 1 oktober neemt Van Nieuwenhuizen rond 12.00 uur het besluit om de stint van de weg te halen. De informatie over de wankele basis wordt achtergehouden voor de Tweede Kamer. Afgelopen donderdag zei de minister tegen de Tweede Kamer dat ze bij het besluit al wist dat de medewerkster een aanvullende verklaring wilde afleggen, en dat dat is 'meegewogen', maar dat de melding in Amsterdam eigenlijk helemaal niet belangrijk was: "Het is niet van invloed geweest bij de keus van de schorsing".

Toch trok ze het ‘boetekleed’ aan voor het feit dat dit 'aanvullend proces-verbaal' pas woensdagavond 31 oktober, ’s avonds laat, naar de Tweede Kamer is gestuurd.

Uit onderzoek van RTL Nieuws blijkt dat de tijdlijn van de minister ook over dit aanvullend proces-verbaal niet waar is. Als ILT en ministerie al niet eerder wisten, dan wist het ministerie in ieder geval op 12 oktober dat er op 1 oktober een aanvullende verklaring was afgelegd over de melding in Amsterdam, en dat daarvan door de politie een verslag was gemaakt. Het is dus niet waar dat haar ministerie dit in een ‘heel laat stadium’ wist.  

Ze zei dat er 'onduidelijkheid' was over een bijlage, dat het ministerie dacht dat dit ging om een kopie van de oorspronkelijke melding van 20 september, en dat het ministerie pas op 27 oktober in de gaten had hoe het zat: "En toen werd ons pas duidelijk dat het een aanvulling op het eerste proces-verbaal moest zijn." Het ministerie en ILT herhalen dit in een reactie.

Aan de haal gegaan

Eind vorige week vraagt RTL Nieuws aan het ministerie: hoe zit het met die aanvullende verklaring? Waar is die gebleven? Op zaterdagavond komt het officiële antwoord: "Mede naar aanleiding van een bericht van het kinderdagverblijf, voorafgaand aan de zitting, is door de ILT nog geïnformeerd bij de politie of een nadere verklaring van het kinderdagverblijf bekend was. Dat bleek niet het geval. Een aanvullende verklaring van 1 oktober is ons dus niet bekend."

Op dezelfde zaterdag is deze vraag neergelegd bij het Openbaar Ministerie (OM) en de politie Oost-Brabant. Er komt dan geen antwoord.  Woensdagochtend 24 oktober om 10.31 uur volgt het antwoord van het OM aan RTL Nieuws, mede namens de politie Oost-Brabant.

Het OM meldt dat op maandag 1 oktober om 13.30 uur een gesprek heeft plaatsgevonden met de meldster uit Amsterdam, waarin is vastgelegd dat het ILT met de conclusies uit het eerdere proces-verbaal 'aan de haal' is gegaan. Om 15.00 uur die dag belt de politie om de ILT te informeren dat er een aanvullende verklaring is, en dat die zal worden vastgelegd in een tweede proces-verbaal. Dit proces-verbaal is van 3 oktober.

Het ILT heeft tot dat moment nimmer gevraagd naar het aanvullend proces verbaal. Het wordt die dag – nadat RTL Nieuws meldt dat de staatssecretaris haar eigen minister over de kwestie heeft gealarmeerd – door ILT alsnog 'gevorderd' bij de politie. 's Avonds laat gaat het als bijlage naar de Tweede Kamer.

Het OM informeert het College van procureurs-generaal op 1 november over het gedonder over het aanvullend proces-verbaal.

Niet met 100% zekerheid

In het feitenrelaas van vrijdagavond 2 november staat een nieuwe versie van de waarheid, een aanvulling op wat het OM eerder meldde: "De politie laat op 2 november 2018 weten dat de verbalisant achteraf niet met 100% zekerheid kan zeggen of er wel of niet melding is geweest van een aanvullend pv (proces-verbaal – red). De ILT-inspecteur is van oordeel van het aanvullend pv niet aan de orde is geweest tijdens het gesprek."

Wat niet in het feitenrelaas staat, is dat het ministerie in elk geval al op 12 oktober wist van dit proces-verbaal. En op 15 oktober. Dit blijkt uit de correspondentie tussen kinderopvang en ministerie die RTL Nieuws heeft ingezien. Het ministerie wilde alleen het eerste proces-verbaal van 28 september inbrengen in de rechtszaak die op 18 oktober zou dienen. Omdat dit belangrijk was voor de bewijsvoering van de minister om de stint van de weg te halen. Deze informatie wordt weggelaten uit het feitenrelaas.

Onvolledig en onjuist

Op maandag 15 oktober, om 10.33 uur, ontvangt de senior jurist van het ministerie dit bericht. Er kan geen enkel misverstand bestaan over waar dit over gaat: "Zoals vrijdag reeds aan u aangegeven en een aantal weken geleden aan de heer (medewerker van de politie Oost-Brabant) en de heer (productinspecteur ILT) is de verklaring onjuist. Op 1 oktober hebben mijn leidinggevende en ik telefonisch contact gehad met de heer (medewerker politie Oost-Brabant) en de onjuiste verklaring besproken. Een verslag van dit gesprek hoort bij het proces-verbaal. Indien dit verslag niet wordt toegevoegd, is het PV niet volledig en daarmee niet correct."

Op 10.51 uur antwoordt de juriste van het ministerie: "Dank voor uw bericht."

Het eerste proces-verbaal van 28 september zal ondanks het verzet van de kinderopvang gewoon naar de rechter worden gestuurd.

Op 17 oktober, een dag voor de rechtszaak, laat de kinderopvang om 21.48 uur aan het ministerie nogmaals weten dat het proces-verbaal niet mag worden gebruikt: "Graag wil ik nogmaals bevestigen dat wij nooit een volledige verklaring c.q. proces verbaal hebben gezien van de drie gesprekken die zijn gevoerd met de politie." Het kinderdagverblijf wil dat ook het laatste gespreksverslag van 1 oktober aan het dossier wordt toegevoegd. "Dit is een onmisbare toevoeging."

Op dezelfde dag, om 23.19 uur krijgt de juriste van het ministerie nog een bericht. De kinderopvang wijst erop dat het ministerie alleen het eerste proces-verbaal overlegt. "Er mist een belangrijk gespreksverslag dd 1 oktober. Een gesprek dat twee personen van mijn organisatie, waaronder ik, hebben gevoerd."

Op donderdag 18 oktober doet het ministerie nogmaals alsof niet duidelijk is dat naar het om dit aanvullend proces-verbaal. Het ministerie verstuurt die dag om 11.33 uur het oude proces-verbaal en de meldkamerlogging van 20 september (de eerste melding) naar de kinderopvang.

Informatie achtergehouden

Per kerende post laat de kinderopvang om 11.46 uur – vlak voor het kort geding - nogmaals weten: "Deze verklaring van 1 oktober is zeer relevant. U weet nu al een aantal dagen dat deze verklaring bestaat. Als deze niet in de rechtszaak wordt ingebracht, wordt er dus relevante informatie achtergehouden."

Daarna blijft het een tijd stil.

Met een brief op 22 oktober vraagt het ministerie opnieuw aan de kinderopvang, of het proces-verbaal van 28 september mag worden gebruikt. Nu met het oog op het Kamerdebat van 1 november.

Op 27 oktober laat de kinderopvang nogmaals weten: alleen als het een volledig verslag is van álle contacten met de politie, inclusief het verslag van 1 oktober. "Als u een onvolledige weergave van de werkelijkheid wenst te verstrekken aan de Kamer, kunnen wij daar vanzelfsprekend niet mee instemmen."

Op woensdagavond 31 oktober, op de valreep, tegen 23.00 uur, stuurt de minister het aanvullend proces-verbaal naar de Tweede Kamer.

De Tweede Kamer is ontstemd over het weglaten van deze informatie uit het feitenrelaas. De aanvullende verklaring die aantoont dat de ILT er op zaterdag 29 september mee ‘aan de haal’ ging. En die blootlegt dat het proces-verbaal Amsterdam niet de druppel kón zijn die de inspectie ervan maakte.

Alle reacties zijn hier te lezen (.pdf).