Kinderen in het midden van het land gaan vandaag voor het eerst weer naar school, Fleur (13) niet. Zij krijgt thuisonderwijs. Nooit te laat voor de schoolbel, maar ook niet gezellig kletsen met leeftijdsgenootjes in de pauze. Fleur gaat al een jaar niet naar school. Niet omdat ze dat wil, maar omdat het niet anders kan.
"'Mam, als ik nu nog langer naar school moet, zie ik het leven echt het niet meer zitten.' Toen mijn dochter dit acht maanden geleden tegen me zei, wist ik dat het menens was", vertelt Anne (niet haar echte naam). Vanaf de kleuterschool zag ze dat haar dochters ontwikkeling anders was dan dan die van leeftijdsgenootjes.
Fleur (niet haar echte naam) had veel vriendinnen en als ze met hen speelde, zag je niks geks. Maar ze nam zelf weinig initiatief. Op de basisschool werd ze een muurbloempje. Voor een leerkracht was ze haast onzichtbaar. Haar cijfers werden steeds lager, maar waren wel voldoende. Anne: "Ik zag dat ze faalangst ontwikkelde. Groep 8 was een moeilijk en zwaar jaar. Ze deed mee, maar voelde zich waardeloos, machteloos en vooral dom."
Gefrustreerd na eerste schooldag
Fleur kreeg een vmbo-tl advies. Dat vond ze onrechtvaardig. Anne: "Ze was zo boos. Daarom ging ze naar een brugklas waar de keuzemogelijkheden voor het niveau nog even open bleven." De eerste dag kwam ze gefrustreerd terug uit school. "Mam, ik ga weer niks nieuws leren", had ze tegen haar moeder gezegd. "Ze gaan weer stof van groep 8 herhalen."
Interne begeleiders, coaches, niemand wist waarom Fleur zo aan het worstelen was op school. Maar nadat Anne tijdens haar werk met hoogbegaafdheid in aanraking kwam, liet ze Fleur testen. Anne: "Haar IQ was boven de 130; Fleur was hoogbegaafd."
Thuis is er rust, maar het is ook eenzaam
Er is geen school in de omgeving die goed onderwijs heeft voor hoogbegaafde kinderen. Daarom kwam Fleur thuis te zitten. Er volgden talloze overleggen met verschillende instanties over het lot van Fleur. Anne: "Er volgde een enorme bureaucratische rompslomp. Ze móest volgens de instanties onderwijs krijgen, want Nederland heeft nu eenmaal de leerplichtwet. Maar waar moest ze heen? Er waren geen goede opties meer voor haar in de buurt."
Anne zag onderwijs thuis als enige oplossing. Verschillende professionals en de leerplichtambtenaar keurde het goed. Fleur kwam thuis tot rust, maar ze voelde zich soms ook eenzaam. Anne: "Haar vriendinnen en haar broertje gaan naar school, ik moet een paar dagen in de week werken." Anne kocht een hond voor Fleur zodat ze haar dagelijkse ritme terugvond. "Ze kwam haar bed weer uit en ging naar buiten."
Hoe ziet thuisonderwijs eruit?
Vanaf vandaag krijgt Fleur thuis onderwijs. Een gespecialiseerde leerkracht gaat Fleur testen. Zij bekijkt per vak op welk niveau Fleur zit. Vervolgens stelt het gezin samen met de leerkracht een pakket samen met verschillende vakken van het vwo. Bij Nederlands en Engels ligt Fleur ver voor en zal ze in het derde of vierde leerjaar instappen. Als extra vakken krijgt ze Latijn en Filosofie.
De ingehuurde leerkracht begeleidt Fleur eens per week thuis met het leren. Twee dagen per week hebben Fleur en haar leerkracht contact via Skype. Ze gaat haar eigen planningen maken en bepalen hoeveel tijd ze per vak nodig heeft. De gewone middelbare school waar Fleur nu is ingeschreven volgt haar vorderingen.
Thuisscholing als hoge uitzondering
Staatssecretaris Dekker vindt dat de school verantwoordelijk is voor kinderen die vanwege een beperking niet naar de klas kunnen komen. De school moet dan zelf een passende oplossing zoeken. Is die er niet, dan kan het kind als uitzondering thuis les krijgen. Bijvoorbeeld via een particuliere instelling.
Niemand weet wat de kwaliteit van de lessen is die de kinderen thuis krijgen. En of de kinderen die bijvoorbeeld vanwege hun geloof thuis blijven überhaupt wel onderwijs krijgen. Daarom wil Dekker eisen stellen aan het thuisonderwijs. Hij wil dat de ouders die hun kinderen thuis les geven aan minimum opleidingseisen voldoen. Ook moet de ouder een uitgebreid onderwijsplan hebben.
Moeder geen leraar
De reacties uit de omgeving zijn pittig. Anne: "Mensen oordelen graag. Ze vragen hoe Fleur zich sociaal ontwikkelt als ze thuis zit. Ik weet dondersgoed dat mijn dochter later de maatschappij in moet en wil graag dat ze naar school gaat, maar als ik nu blijf pushen, ben ik oprecht bang dat ze over een tijdje niet meer leeft."
Bij veel gezinnen waarvan de kinderen thuis onderwijs krijgen, geeft een van de ouders les. Dat wil Anne niet. "Ik ben de moeder van Fleur, niet haar leerkracht." Een ingehuurde leerkracht gaat haar nu begeleiden. Net zo lang tot Fleur weer naar school kan.
Fleur is erg gedreven en wil graag leren. Uiteindelijk wil ze twee universitaire studies tegelijkertijd gaan doen. Maar hiervoor moet ze eerst haar vwo-diploma halen. Daar gaat Fleur nu in haar eigen tempo aan de keukentafel mee aan de slag. Ze voelt zich weer welkom op haar school en hoopt binnenkort gewoon weer in de klas te zitten.
Leerplicht en vrijstelling
Kinderen tussen 5 en 16 jaar oud zijn leerplichtig en moeten naar school. Het is niet precies bekend hoeveel kinderen thuis onderwijs krijgen. Wel is bekend hoeveel kinderen vrijstelling hebben van de leerplicht. Een deel van die kinderen krijgt mogelijk alsnog thuisscholing.
- Een handicap. Deze groep kinderen is niet leerplichtig als ze niet in staat zijn om te leren. Denk aan kinderen die in een medisch kinderdagverblijf of in de dagopvang zitten. In het schooljaar van 2015-2016 maakten 5.537 kinderen gebruik van deze vrijstelling. Dit is een stijging van 9 procent ten opzichte van het jaar ervoor.
- Een geloof. Dit geldt voor ouders die geen school in de buurt hebben die bij hun geloofsopvattingen past. De kinderen hoeven niet naar school en hun ouders zijn niet verplicht vervangend onderwijs te geven. Dit ging om 705 kinderen. Een deel krijgt mogelijk thuis onderwijs.
- Het buitenland. Deze kinderen zijn ingeschreven bij een onderwijsinstelling in het buitenland. Denk aan kinderen van expats en schipperskinderen. Met je kinderen de wereld over reizen als ze leerplichtig zijn mag dus niet. Tenzij dit onder toezicht van een school gebeurt. Ieder jaar zijn er zo’n 7.000 kinderen die een beroep doen op deze vrijstelling.
Thuisonderwijs is iets anders dan thuiszitters. Dat zijn kinderen die op een school staan ingeschreven en toch (tijdelijk) thuis komen te zitten. Ze kunnen vaak niet naar school vanwege medische, sociale, intellectuele of emotionele problemen. Zij hebben geen vrijstelling van de leerplicht. In uitzonderlijke gevallen kunnen zij wel alsnog thuisonderwijs krijgen.