Ga naar de inhoud
Magazine

Speeddaten: in 3 minuten een gloednieuwe liefde

In tegenstelling tot Tinder en datingsites weet je bij speeddaten meteen wat voor vlees je in de kuip hebt. Weekend Magazine’s Peper Hofstede en Matthijs van der Pol lieten zich keuren tijdens een reeks minigesprekjes.

Matthijs (44): 'Als ik vertel dat ik freelance stukjes schrijf, betrekt haar gezicht'

Miniatuurvoorbeeld

Bij binnenkomst in een groot Utrechts etablissement zet een repeterende bigband net een nieuw liedje in. Snel dirigeert een dame van de organisatie alle deelnemers aan de speeddate-avond een zaal aan de zijkant in. Hier staan tafels voorzien van een nummer.

Ik krijg een formulier en een muntje in handen gedrukt. Huppend van het ene been op het andere ga ik met een drankje in een hoek staan, loerend naar de dames en heren tussen de 30 en 45 die schoongeboend en wild geparfumeerd binnendruppelen. De heren zijn veruit in de meerderheid. De dames hebben het vanavond voor het uitkiezen. Wachten op aanmeldingen die niet op komen dagen, is zinloos. Volgens het meisje van de organisatie beginnen we daarom maar gewoon.

Voor ik hier naar binnenstapte, heb ik eerst duizend doden gestorven. Overleeft mijn ego dit wel? Wat als ik de vrouw van mijn leven ontmoet maar het niet doorheb? In de auto op weg oefen ik, geheel overbodig, wat kansloze openingszinnen. ‘Hey, ben je uit de hemel komen vallen ofzo?’

Het principe van speeddaten is simpel, legt het meisje van de organisatie uit. De dames krijgen een vaste plek aan een tafeltje met een nummer. Een minigesprekje duurt niet langer dan drie minuten. Daarna klinkt een bel, kruis je ja of nee aan en trekt de karavaan verder. Door naar een volgende kennismaking van honderdtachtig seconden.

'Vanuit mijn ooghoek zie ik haar 'nee' aankruisen'

Mijn openingsgesprek start bij nummer 11. Een blonde Poolse in spijkerbroek en witte, kanten blouse vertelt dat ze eerst in Engeland en Frankrijk heeft gewoond en recent naar Nederland is gekomen. Ik vraag of de kwaliteit van de Franse keuken aanleiding was om naar Nederland te verhuizen. Ze legt met vlakke stem uit dat ze daar woont waar haar werk haar naartoe brengt, als kwaliteitscontroleur van koffiebonen. Als de bel gaat, neemt ze zichtbaar opgelucht afscheid. Ik zie haar vanuit mijn ooghoek ‘nee’ aankruisen. De kop is eraf.

De volgende kandidaat geeft leiding aan vier afdelingen. Ze somt ze allemaal op, maar het lukt me niet om er eentje te onthouden. Als ik vertel dat ik freelance stukjes schrijf, betrekt haar gezicht. Ben ik niet bang dat mijn inkomsten op een gegeven moment opdrogen, vraagt ze bezorgd. Ze kijkt erbij alsof ze wil zeggen: ‘denk maar niet dat ik ga jou redden ventje, met mijn vaste salaris’.

Voor de eerstvolgende speeddatekandidaat schakel ik een tandje bij. In liefde en oorlog is tenslotte alles toegestaan. Dus heb ik al oogcontact gemaakt terwijl ze nog met mijn voorganger aan het praten was. Familie, werk, vrije tijd, ambities; dat zijn dingen waar iedereen wel iets over te zeggen heeft. Dus vraag ik: wat zou je in plaats van je huidige baan willen doen, als je de keuze had? Ze flapt er uit dat ze dan een hospice zou willen beginnen. Op de een of andere manier vind ik iemand die liever mensen naar hun levenseinde begeleidt dan marketingplannen maakt, vreselijk aantrekkelijk. Een ‘ja’ dus.

Vanwege het wegblijven van een flink aantal vrouwelijke kandidaten, valt er een korte pauze. Dat biedt de gelegenheid om mijn voorganger en nakomer te bekijken. De jongeman die voor mij de tafeltjes afgaat, zweet zich een ongeluk, maar lijkt de dames toch behoorlijk in te pakken. Sommigen raken zelfs zijn arm aan, de hoofdprijs op speeddate niveau. De dater achter mij, een kop kleiner, hangt relaxt achterover in zijn stoel en weet iedere gesprekspartner keihard aan het lachen te maken.

'De eisen waar een droompartner aan moet voldoen worden steeds explicieter' 

Terwijl de dates zich in steeds hoger tempo aandienen, valt op dat het gezelschap warm begint te draaien. Na de eerste pauze, slaat de sfeer om in een soort vrolijke joligheid. Het speeddaten begint ook steeds meer over speeddaten te gaan. Populaire vraag: ‘Heb je dit weleens eerder gedaan?’ En populaire ontboezeming: ‘Ik was vooraf heel zenuwachtig, maar het valt hartstikke mee’.

De eisen waar een droompartner aan moet voldoen, worden ook steeds explicieter. Zo zegt de rijschoollerares die samen met haar vriendin bij binnenkomst alle mannelijke aandacht naar zich toe zoog onomwonden: ‘Ik zoek gewoon iemand om ’s avonds tegen aan te kruipen op de bank.’ Daar kan ik me iets bij voorstellen.

Ik praat verder met horecameiden, intercedentes, onderzoeksters en middelbareschoolleraressen. Iedereen praat graag over werk, waar men woont en of dat wel of niet leuk is (iedereen vindt waar die woont heel erg leuk). Halverwege tref ik collega Peper die haar stem bijna kwijt is. We concluderen dat speeddaten ontzettend leuk is. En dat iedereen leuk is. En dat dit veel leuker is dan swipen en stomme berichtjes sturen waar je drie uur op hebt zitten broeden. Meteen zien wat voor vlees je in de kuip hebt; eigenlijk onbegrijpelijk dat niet iedereen die op zoek is naar een nieuwe partner dit doet.

Peper (38): 'Ik sla me al raspend en piepend door alle gesprekken heen en weet zeker dat ik maar een vreemde indruk maak'

Miniatuurvoorbeeld

‘Sorry, wat wil je weten?’ De jongen tegenover me stelt niet eens zo’n gekke vraag, maar het is meer dat ik ‘m al zeker twintig jaar niet meer gehoord heb. Of ik hobby’s heb. Daar moet ik even over nadenken. Ik hou van wandelen en van lezen en naar de kroeg gaan, maar of dat nou hobby’s zijn… Ik houd het maar op koken. En geef datzelfde antwoord die avond nog een paar keer, want het al dan niet hebben van hobby’s blijkt een populair speeddate-thema. Net als de vraag die Matthijs ook vaak kreeg: doe je dit vaker?

Voor mij is het niet de eerste keer: een paar weken eerder ben ik met een vriendin gaan speeddaten in Amsterdam. Toen was ik wingwoman, zodat we naderhand haar dates zouden kunnen doornemen. Maar het aanbod aan knappe, of toch in ieder geval gezellige mannen bleek zo karig, dat we halverwege vertrokken om dan maar gewoon samen ergens een borrel te drinken.

Mijn verwachtingen voor deze avond zijn dus niet per se hooggespannen. Maar bij binnenkomst kan ik opgelucht ademhalen: de mannen die er al zijn, lijken me behoorlijk normaal. Gewoon: frisse kerels, prima gekleed, misschien niet opvallend knap, maar zeker ook niet lelijk. Ik ben hier puur uit journalistieke interesse, maar hé: wel vrijgezel. Als er iemand bij zit met wie het goed klikt, zou ik best nog eens kunnen afspreken. Ik bestel een glas wijn en ga – net als veel van de andere aanwezigen – een beetje bleu om me heen staan kijken.

Een jongen spreekt me aan bij de bar. Hij vertelt dat hij geen alcohol drinkt. Ik lust er doorgaans wel eentje – in de kroeg hangen is tenslotte m'n hobby – waarop hij benadrukt dat hij ‘wel heel goed kan feesten’. Laatst is hij nog een keer tot vijf uur opgebleven! Ik vind het lief dat hij zo probeert een connectie te vinden. Als we even later afscheid nemen, vertrouwt hij me alvast toe dat hij me een ‘ja’ zal geven. Ik weet niet of ik me nu ook verplicht moet voelen en besluit het af te wachten: we moeten straks tijdens de ‘echte date’ nog 3 volle minuten met elkaar doorbrengen. Eerst even zien hoe dat uitpakt.  

'Een van de mannen zegt dat hij een maatje zoekt. Niks voor mij dus'

En dan begint het circus: op een moordend tempo schuift de ene na de andere man bij me aan. Ik ben mijn stem kwijt, dus ik sla me al raspend en piepend door alle gesprekken heen. Die zijn overwegend leuk overigens. Ik spreek een eigenaar van een bouwbedrijf, een filosoof, een jongerenwerker, een geotechnisch ingenieur en opvallend veel ICT’ers. Het gaat veel, heel veel over werk. Logisch, want lekker neutraal, en ik vind het ook daadwerkelijk interessant om te weten.

Een enkele keer wordt het persoonlijker: twee mannen vertellen dat hun vorige relaties uitgingen omdat ze het te druk hadden met werk. Een ander zegt dat hij het maar niks vindt om vrijgezel te zijn: hij zoekt ‘een maatje’. Niets voor mij dus, maar ik knik beleefd. Een nerveuzige jongen die tijdens het hele gesprek maar één keer knippert, deelt zonder enige aanleiding mee dat hij de dag ervoor ontslagen is.

Ondertussen blijkt het meisje naast mij een hoge entertainmentwaarde te hebben. Ze ziet er onopvallend uit – geen make-up, keurige trui – maar steeds als mijn bezoek moet doorschuiven, blijft dat van haar nog even zitten. Ik hoor later van Matthijs dat ze onderzoekster is en graag over haar werk praat. Leuk, maar voor mij levert het een paar ongemakkelijk momenten op: na twee keer afscheid nemen, heb je het ook wel gezien.

Sommige mannen maken dan maar een kleine detour langs de bar. En ik besef nog eens extra dat ik niet graag aan één plek gebonden ben. Het liefst zou ik, net als de mannen, af en toe van tafel wisselen. Heb je nog eens een loopje. En ik val doorgaans niet op vrouwen, maar ik zou het ook best geinig vinden een aantal van hen even te spreken. Maar ja, daar komen zij natuurlijk niet voor.

'Op deze manier maak ik waarschijnlijk een heel vreemde indruk'

In de pauze fantaseren Matthijs en ik over een speeddate-avond met homo’s, hetero’s, lesbi’s en alles wat daartussen zit door elkaar heen, zodat iedereen met iedereen praat en flirt en je eigenlijk van tevoren niet weet of je überhaupt een kans maakt. Die gedachte maakt dat ik bij een volgende date – een man uit Rotterdam met mooie ogen - vraag wie van de vrouwen hij me zou aanraden om mee te praten. Maar dat is natuurlijk een hele gekke vraag tijdens een date: net alsof ik wil dat hij me koppelt. Dat ik inmiddels nauwelijks verstaanbaar ben, maakt het er niet duidelijker op. Ik maak maar een vreemde indruk zo.

Dat is af en toe ook andersom. Zoals de man die vertelt dat hij voor zijn beroep fietspaden opmeet en dat onlangs ook in Amsterdam Nieuw-West heeft gedaan. “Nou, dan leer je een wijk wel kennen”, zegt hij nogal enigmatisch. De filosoof wil het vooral even duidelijk hebben dat hij graag diepgravende gesprekken heeft en dat hij niks opheeft met ‘vrouwen die naar een scherm staren’. Hij heeft tot nu toe ook helemaal geen leuke avond – erg diepgravend wordt het niet in 3 minuten.        

Als de laatste date erop zit, vul ik m’n lijstje in: een onafgebroken rijtje nee’s. Er waren heus aardige mannen bij, maar niemand zo aantrekkelijk dat ik er mijn zeer gewaardeerde vrijgezellenstatus voor in gevaar zou brengen. Matthijs en ik maken ons snel uit de voeten voor de nabespreking. Conclusie: ik heb een vrolijke avond gehad met veel grappige gesprekjes. Maar of ik van het speeddaten nou m’n nieuwe hobby ga maken? Ik denk het niet.

€27,50 voor een hele hoop mini-afspraakjes

Matthijs en Peper gingen speeddaten via Speeddaten.nl, maar er zijn ook heel veel andere aanbieders. In dit geval kostte deelname €27,50 per persoon, inclusief een drankje. Matthijs kreeg uiteindelijk vier 'ja's', van wie er twee een match waren. Peper kreeg niet te horen hoeveel mannen bij haar een 'ja' hadden aangekruist, waarschijnlijk omdat ze zelf niemand had aangekruist. Wel kreeg ze een nieuwe, gratis speeddate-avond aangeboden, om alsnog een leuke date te vinden.  

Door Matthijs van de Pol en Peper Hofstede