Ga naar de inhoud
Magazine

Familie vinden in de DNA-databank: 'Ik hoor eindelijk ergens thuis'

Adoptiekinderen die weinig tot geen informatie hebben over hun biologische familie, zoeken steeds vaker hun toevlucht bij commerciële DNA-databanken om bloedverwanten op te sporen. Op deze manier vond de uit Zuid-Korea geadopteerde Tanne Beudeker (46) een paar maanden geleden haar halfbroer in de Verenigde Staten.

Tanne kwam in 1972 vanuit Zuid-Korea naar Nederland, toen ze bijna een jaar oud was. Herinneringen aan haar geboorteland heeft ze niet. Geen enkele. Het enige wat ze van haar biologische ouders heeft, zijn een paar vellen papier met wat gegevens. De naam en geboortedatum van haar moeder, de naam en het geboortejaar van haar vader. Maar van de informatie over haar vader staat inmiddels vast dat die niet klopt. “Ik ben 25 jaar op zoek geweest naar ene ‘sergeant David Pollman’. Maar de naam van de man die nu waarschijnlijk mijn vader blijkt te zijn, lijkt daar in de verste verte niet op: Phillip Neil of Neil Phillip.”

Miniatuurvoorbeeld

Tanne groeit op in het Drentse Sleen, tussen geiten, schapen, katten, kippen en pony’s. Ze heeft er een gelukkige jeugd. Als haar adoptieouders rond haar negentiende gaan scheiden, gaat ze voor het eerst op zoek naar haar biologische vader. “Waarom juist mijn vader? Het was een gevoel. Informatiegewijs was het handiger geweest om voor mijn moeder te gaan, want daar wist ik meer van. Misschien had het iets te maken met het feit dat mijn adoptiemoeder in de scheiding degene was die mijn vader verliet. Dat ik onderhuids dacht: die moeders, die laten je maar in de steek. Ik had op de een of andere manier meer voeling met mijn vader dan met mijn moeder op dat moment.”

Wapenen tegen de teleurstelling
Via de stichting Wereldkinderen gaat ze op zoek naar hem. Zonder resultaat. Een aantal jaar later schrijft ze naar het tv-programma Spoorloos, maar als ze na twee jaar nog niets gehoord heeft, trekt ze zelf haar verzoek weer in. “Zo’n zoektocht is een proces”, legt ze uit. “Je moet je er elke keer weer voor opladen. Je krijgt nieuwe hoop, maar moet je tegelijkertijd wapenen tegen de teleurstelling. Toen ik zwanger was van mijn zoon, heb ik de zoektocht even geparkeerd. Ik kon het er niet bij hebben, wilde gewoon bij hem zijn. Maar zijn geboorte bracht ook nieuwe gevoelens met zich mee, omdat ik toen pas kon voelen hoe het is om zelf een kind te hebben. Wauw, je zou dit maar moeten weggeven, je zou dit maar moeten afstaan, dacht ik. Sindsdien voel ik een stuk meer empathie naar mijn moeder. Mijn god, wat moet ze daaronder geleden hebben.”

In de summiere informatie die Tanne bij haar adoptie meekreeg, staat dat haar moeder een affaire had met een Amerikaanse man, die in augustus 1971 terugkeerde naar de VS. Zij had verwacht dat hij haar zou laten overkomen, maar dat deed hij niet. Daarop bracht zij Tanne in februari 1972 naar een kindertehuis. “Wat ervan klopt weet ik niet, maar feit is dat er vanaf de jaren '50/'60 een heleboel kinderen vanuit Zuid-Korea zijn geadopteerd met een soortgelijk verhaal. Het paste niet in de cultuur dat je ongehuwd een kind kreeg, en al helemaal niet met een buitenlander. Daar werd schande van gesproken. Ook mochten vrouwen in Korea hun kind niet laten registreren, dat moest de vader, een man, doen. Geen registratie betekende geen bestaansrecht. Dat droeg eraan bij dat veel vrouwen geen andere uitweg zagen dan hun kind op te geven voor adoptie.”

‘Wij zijn familie, mailde hij’

Miniatuurvoorbeeld

Na een jarenlange zoektocht op basis van de al dan niet correcte gegevens in haar dossier doet Tanne begin dit jaar nog een laatste poging om haar biologische familie te vinden. Ze schrijft zich in voor de Amerikaanse DNA-databank Family Tree en stuurt wangslijm op voor een DNA-profiel. “Ik zag het meer als een afsluiter dan als het begin van een zoektocht. Om mezelf recht aan te kunnen kijken, dat ik er in elk geval alles aan gedaan heb. Ik had niet verwacht dat het echt iets zou opleveren.”

Groot is dan ook haar schok als ze een paar maanden later een mail krijgt van iemand wiens DNA wel heel sterk overeen komt met dat van haar. “Wij zijn familie van elkaar, mailde hij. De testresultaten waren zodanig dat daar geen twijfel over mogelijk was. DNA liegt niet. Ik was volledig van de kaart. Ik was net uitgeweest met een vriendin en checkte half aangeschoten mijn mail. Ineens dat bericht uit Amerika. Ik begon te schreeuwen en rond te rennen als een kip zonder kop. In eerste instantie sloeg de schrik me om het hart. Ik ben er mijn halve leven mee bezig geweest, had er echt niet meer op gerekend.” Maar al snel kwamen de tranen van blijdschap en opwinding. “Serieus? Is dit echt? Ik kon het haast niet geloven. Ik had me er ondertussen al een beetje bij neergelegd dat het 'm niet zou gaan worden, en ineens werd het 'm wel. Zo overweldigend, alles staat op zijn kop.”

Verwantschapsonderzoek via DNA-databanken in opkomst

Chamila Seppenwoolde, bestuurslid bij belangengroep UAI (United Adoptees International), merkt dat onderzoek via commerciële DNA-databanken in opkomst is onder de ruim 40.000 geadopteerden in Nederland. “Het leeft ontzettend. Vooral sinds de uitzendingen van Zembla over adoptiebedrog krijgen we er veel vragen over. Iedereen wil weten van wie hij afstamt. Het is een basisrecht. Voor sommige geadopteerden is zo’n databank de enige manier om nog iets van familie te vinden.”

Dit jaar organiseerde UAI twee drukbezochte informatiebijeenkomsten over internationale DNA-databanken. Donorkinderen maken volgens Seppenwoolde al langer op grote schaal gebruik van DNA-databanken, maar nu ontdekken ook steeds meer geadopteerden de mogelijkheden. Tegen betaling (vanaf +/- 60 euro, maar het varieert per aanbieder) kan iedereen een DNA-profiel laten aanmaken bij databanken als Ancestry en Family Tree. Daar wordt je DNA vervolgens vergeleken met miljoenen andere geregistreerden. “Het mooie van zo’n internationale databank is dat er op 700.000 dna-markers wordt getest”, zegt Seppenwoolde. “Zo kun je niet alleen directe verwanten vinden, maar ook verre verwanten die je misschien een stapje dichterbij kunnen brengen. Het is veel breder en groter dan de één-op-éénonderzoeken die in Nederland worden gedaan.”

The real deal
Tanne belt de Amerikaanse Bella Siegel op, mede-oprichtster van 325Kamra, een organisatie die zich inzet om Koreaanse adoptiekinderen te herenigen met hun familie. Zij gaan de boer op met DNA-testen, tot in Koreaanse bejaardentehuizen aan toe. Ze helpen Tanne ook met het uitpluizen van de matches en resultaten in de databank van Family Tree en met het opzetten van een stamboom. “Bella ging het voor me uitzoeken. Al snel kreeg ik de bevestiging: dit is the real deal, zei ze. ‘Kan niet missen. Hij is in elk geval een neef of halfneef van je.’ Toen hebben we gevraagd of zijn ouders ook een test wilden doen, om te zien of ik van de kant van zijn vader of moeder kom. Zij wilden dat ook heel graag. Met zijn vader, Darrell, bleek ik bijna het driedubbele aan DNA-markers gemeen te hebben. We hebben vrijwel zeker dezelfde vader. Mijn halfneef en ik bleken op zoek te zijn naar dezelfde persoon. Hij was op zoek naar zijn opa, de vader van mijn broer en waarschijnlijk ook mijn vader. Die is heel kort in het leven van mijn broer geweest en daarna met de noorderzon vertrokken. Het is ze nooit gelukt om hem te vinden. Ik loste voor hen een stukje van de puzzel op. Zij wisten wel dat hij uitgezonden was geweest, maar niet dat dat naar Korea was.”

Na de ontdekking neemt Tanne prompt een week vrij. “Ik ben tientallen jaren bezig geweest om eindelijk familie te vinden, ik wilde me er helemaal op kunnen richten. De eerste dagen welden de tranen steeds op. Van opluchting, het gevoel eindelijk iemand te vinden met wie je een bloedband hebt. Het voelde als het vinden van het bewijs dat ik er mag zijn.”

Eindelijk aansluiting
Inmiddels heeft ze in anderhalve maand tijd vier keer gebeld met haar halfbroer. “Dat is best heel spannend. Normaal maak ik makkelijk een praatje met mensen, maar bij hem was ik heel erg bang om het te verpesten, dat ik niet leuk genoeg zou zijn en hij het contact dan zou verbreken. Toen ik dat uitsprak, bleek hij dat ook te hebben. Daarin vonden we elkaar. Bij elk telefoongesprek dringt het wat meer tot me door dat het echt is. Ik merk dat ik een behoorlijk muurtje om mijn hart heb gebouwd. Daar gaat nu af en toe een steentje af, maar ik blijf er toch voorzichtig in. Het is een stukje zelfbescherming, na al die teleurstellingen.”

Miniatuurvoorbeeld

Teleurstelling was er ook toen haar adoptiedossier, of in elk geval een deel ervan, een leugen bleek te zijn. “Nu de naam van mijn vader niet blijkt te kloppen, kan het heel goed dat er veel meer dingen niet kloppen. Klopt mijn eigen naam dan wel, en mijn geboorteplaats? Alles wat ik voor waar had aangenomen, was plotseling onzeker. Dat bracht me aan het wankelen. Ik ben 25 jaar lang op zoek geweest naar een geest, naar iemand die nooit bestaan heeft.” Toch overheerst de blijdschap dat ze eindelijk familie heeft gevonden. “Ik heb een heerlijk leven hier, geweldige ouders en een zusje, maar ik heb heel lang het gevoel gehad overal een beetje tussen te zweven. Voor Nederlanders ben ik gekleurd, voor Aziaten ben ik Afrikaans, voor Afrikanen ben ik te licht. Nergens vond ik helemaal aansluiting. Nu voelt het eindelijk alsof ik ergens bij hoor.”

Zoektocht gaat verder
Tanne heeft haar broer nog niet in levenden lijve gezien. Hij stuurde wel al wat foto’s van zichzelf op. “Omdat hij Afro-Amerikaans is en ik deels Aziatisch, is het lastig om gelijkennisen te zien. Maar ze zijn er wel. Vooral mensen om me heen herkennen dingen.” In januari hopen ze elkaar in het echt te gaan ontmoeten. “We zijn een bezoek aan het plannen. Superspannend. Dat maakt het ook een stukje echter denk ik, als ik ze zie.”

Ondertussen is het team van 325Kamra bezig om meer te weten te komen over hun vader. Het eerste stukje van de puzzel ligt er, nu is het hopen dat er nog meer wordt gevonden. “Het kan heel goed zijn dat onze vader al overleden is. Hij schijnt op leeftijd te zijn. Als ik hem niet meer vind is dat jammer, maar dan ga ik niet enorm teleurgesteld zitten zijn. Ik ben al zo ontzettend blij met wat ik wél gevonden heb.”

Door Roxanne Vis