Op de dag dat veel docenten staken, is het ook de Dag van de Leraar. Een mooi moment om leerkrachten eens in het zonnetje te zetten, want ze zijn vaak van onschatbare waarde voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren. Daan (20) beschouwt de lessen van zijn mentor en lerares Omgangskunde als de waardevolste die hij ooit kreeg. “Ik durf wel te zeggen dat ik dankzij juf Esther nog leef.”
In zijn puberteit maakte Daan een moeilijke periode door. Thuis zat zijn vader hem op zijn kop, op school was hij het pispaaltje. Toen hij na de basisschool terechtkwam op de Spinaker, speciaal voortgezet onderwijs, ging het niet lekker met hem. Hij maakte lastig vriendjes, viel buiten de groep, werd gepest. Leren lukte niet. Eigenlijk lukte niets, voor zijn gevoel. Maar er was één les waar hij naartoe leefde: Omgangskunde van juf Esther, die in dat jaar ook zijn mentor was.
'Ze vertelde ook gerust persoonlijke dingen. Dat had ik nog niet eerder meegemaakt'
“Ik merkte meteen dat juf Esther anders was dan andere docenten”, vertelt Daan. “Ze was heel direct en open. Ze had een mentaliteit die ik bij weinig andere leraren gezien heb. Een soort vechtersmentaliteit, type Lucia Rijker. Zij snapt mij, dacht ik gelijk. Ze was heel begripvol. Als er thuis wat aan de hand was, dan ging ze even met je zitten. Dan vertelde ze ook gerust persoonlijke dingen, hoe zij dingen had aangepakt bijvoorbeeld. Dat had ik nog niet eerder meegemaakt bij docenten.”
Problemen thuis
De ouders van Daan zijn gescheiden, hij woont bij zijn vader. Maar de band tussen de twee is moeizaam. Zeker toen. “De hele familie van mijn vaders kant heeft een universitaire achtergrond. Van mij verwachtte hij datzelfde niveau. Als ik met een rotcijfer thuis kwam, kreeg ik soms enorm op mijn kloten van hem.” Juf Esther merkte het direct als er thuis zoiets was voorgevallen. “Ze zag het meteen als ik anders uit mijn ogen keek of in mezelf gekeerd was. Dan hoefde ik niets te zeggen en nam ze me na de les even apart. Ze pikte dat soort signalen gelijk op.”
In het begin had Daan daar wel moeite mee. “Ik kende haar niet goed. Maar later begon ik het toch wel heel fijn te vinden dat ik alles bij haar kwijt kon. Als ik bijvoorbeeld ruzie had met een leraar, dan kon ik daar met haar goed over praten. Dan zei ze: oké, ik heb begrip voor je gevoelens, maar wat is je eigen aandeel hierin? En hoe kun je dit de volgende keer beter aanpakken? Ze was heel oprecht, empathisch en realistisch. Aan twee woorden had ze genoeg om je te begrijpen. Niet alleen bij mij, andere leerlingen hadden dat gevoel ook bij haar. Ze stond middenin de groep in plaats van erboven. Ik ga altijd met leraren in discussie, bij haar deed ik dat niet. Ze dwong respect af. We waren nooit stil te krijgen, maar op het moment dat haar les begon kon je letterlijk een speld horen vallen.”
Behandeld als gelijke
Bij juf Esther kreeg je nooit ‘op je flikker’, zegt Daan. “Ze probeerde samen een oplossing te zoeken. Ze zag je niet zozeer als leerling, maar behandelde je als gelijke. Ze kon je heel goed een spiegel voorhouden om je zelfinzicht te geven. In haar lessen Omgangskunde leerde ze ons hoe je met bepaalde situaties in het leven kan omgaan. Je zou het haast levenstherapie kunnen noemen. Het waren waardevolle lessen, waardevoller dan taal of rekenen. Levensbeschouwing in de puurste vorm. Ik beschouw het nog steeds als een van de waardevolste jaren uit mijn schoolcarrière.”
De steun die hij bij zijn vader niet kreeg, vond hij bij juf Esther wel. “Ze gaf me het gevoel dat ik wel iets waard was. Mijn vader miste dat inzicht. We zijn weleens met z’n drieën gaan zitten. Dan maakte ze mijn vader duidelijk dat zij er anders over dacht dan hij. Dat ik goed presteerde. Dan was hij de dagen erna wat positiever.”
Leraar en mental coach ineen
Juf Esther was leraar en mental coach ineen, zegt Daan. “Ze hielp me om te focussen op de belangrijke dingen. Zij heeft me inzichten gegeven waardoor ik weer aan de bak ging en iets van mijn leven ging maken. Mijn mentaliteit veranderde, dat was een van de punten waar ik een probleem mee had. Ik had de kennis wel, maar ik was zo in elkaar gedoken. Ze heeft me geleerd dat ik sterker ben dan ik dacht, om uit te gaan van mijn eigen kracht. Ze gaf me het vertrouwen: ik kan dit wel en ik ga het ook gewoon doen. Haar hulpheeft me echt geïnspireerd, en nog steeds.”
'Als ik het niet meer zag zitten, dacht ik aan haar en vond ik de kracht in mezelf om te focussen op het positieve'
Vorig jaar worstelde hij met een forse burn-out. “Heel rot die periode, maar door haar lessen kon ik er op een andere manier mee omgaan. Ik durf wel te zeggen dat zij ervoor heeft gezorgd dat ik in leven ben gebleven. Haar lessen gelden nog steeds, laat ik het zo zeggen. Toen ik bepaalde dingen niet kon tijdens mijn burn-out, vroeg ik me af: wat zou juf Esther gezegd hebben? ‘Kijk naar wat je wél kan, kijk naar je mogelijkheden’. Dat soort dingen. Op momenten dat ik het helemaal niet meer zag zitten, dacht ik aan haar en vond ik de kracht in mezelf om mijn schouders eronder te zetten en te focussen op het positieve. Alsof ze me met een hamer wakker tikte.”
Met Daan gaat het nu een stuk beter, zegt hij zelf. “Ik ben keihard bezig om mijn papiertjes te halen, doe nu MBO 2 facilitaire dienstverlening. Dat is niet wat ik later wil gaan doen, ik wil dezelfde richting op als juf Esther, maar dan als jeugdwerker ofzo. Daarin heeft ze me ook geïnspireerd. Ik zocht een doel in mijn leven, dat heeft zij me gegeven: ik wil mensen helpen.”
Esther Wokke, docent Omgangskunde: "Bij mij mogen ze zijn wie ze zijn, met al hun plussen en minnen."
“Bijzonder om te horen dat ik zoveel voor Daan heb betekend. Kippenvel heb ik ervan. Een paar weken geleden kwam hij hier op school langs. ‘Ik wil één ding tegen u zeggen: u bent zo belangrijk voor mij geweest’, zei hij. Ik was blij verrast. Ik merkte destijds wel dat Daan de lesstof als een spons in zich opzoog, maar voor mijn gevoel heb ik niet meer voor hem gedaan dan voor andere leerlingen. Zo gaaf dat hij dit dan komt vertellen. Hij was de derde die dat deed in de vijf jaar die ik nu op De Spinaker werk.”
'Ik kijk altijd naar wat iemand wél kan'
Ze noemt de school ‘een beetje een afvoerputje, oneerbiedig gezegd’. “Voor veel leerlingen die het op andere scholen niet redden is het de laatste kans om er nog iets van te maken. Iedereen zit daar met een reden. Dit zijn jongeren die op andere plekken zijn uitgespuugd, niemand vindt ze leuk, ze zijn nergens welkom. Ze hebben het niet makkelijk. Ze horen vaak alleen maar dat ze dingen niet kunnen. Bij mij mogen ze zijn wie ze zijn, met al hun plussen en minnen. Het lukt je even niet? Dat maakt niets uit. Ik probeer van het positieve uit te gaan. Kijk naar wat je wél kan.”
Drie gewapende overvallen
Esther werkte jarenlang als sportinstructrice en runde daarnaast het benzinestation van haar familie, maar na niet minder dan drie gewapende overvallen daar, liet ze ze zich omscholen tot docent. “Ik ben vrij snel weer aan het werk gegaan, maar bleek daar helemaal nog niet klaar voor te zijn. Toen iemand op een dag een portemonnee uit zijn zak wilde pakken en daar iets langer over deed, dacht ik dat het een pistool was. Daarop ben ik in therapie gegaan. EMDR, om het trauma te verwerken. Ik ben er sterker uitgekomen. Ik kreeg een gevoel over me van: het zal toch niet zo zijn dat ik me mijn levenslust laat afpakken door een stel overvallers?”
'Ik heb drie keer een gewapende overval meegemaakt. Daar vertel ik ook over in de klas'
Ze besloot het roer om te gooien en probleemjongeren te gaan helpen. Ook in de hoop om zo overvallen te kunnen voorkomen, in de toekomst. In haar lessen komt het gebeurde eens in de zoveel tijd ter sprake. “Ik loop er niet mee te koop, maar als iemand iets stoers roept, over diefstal of het plegen van een inbraak of iets dergelijks, dan probeer ik duidelijk te maken wat voor impact het heeft. Ik vertel dan mijn verhaal, zonder te melden dat het over mij gaat. Als ik vervolgens vertel dat het mij is overkomen, maakt dat altijd indruk op ze. Dan zeggen ze: ja maar u bent juf Esther, dat zou ik bij u nooit doen. Waarom dan wel bij een ander? Dan heb ik gespreksstof voor honderd.”
‘Fuck me niet’
Omgangskunde is volgens Esther een soort ‘levenskunde, opvoedkunde en gelukskunde ineen’. “Een fantastisch vak. Ik probeer jongeren bewust te maken van hun gedrag. Waarom doe je wat je doet, waarom denk je zo, waarom ga je zo met een ander om. Ik confronteer ze constant met hun eigen denkpatronen, hou hen een spiegel voor. Ik peuter van alles los, hou ze allemaal bij de les. Ik ben erg van de regels, dat hebben ze nodig. Maar dan heb ik ook geen kind aan ze. Ze weten wat ik van ze verwacht en andersom weten ze precies wat ze aan me hebben, dat vind ik heel belangrijk als docent. Ik zeg altijd: fuck me niet, want dan heb je een probleem. Ze kunnen me ook vertrouwen. Ik wil dat mijn leerlingen zich veilig voelen. Ze kunnen me alles vertellen, ik zou nooit ouders gaan mailen. Alleen als ik denk dat je gevaar loopt, grijp ik in.”
Boven alles probeert ze haar leerlingen normen en waarden mee te geven. “Ik ben er niet om ze te veranderen, maar om ze dingen te laten inzien. Er zullen altijd jongeren zijn die keuzes maken die ik niet zou maken. Maar in het minimaatschappijtje dat mijn klas is, geloof ik erin dat ik veel jongeren de goede kant op duw. Als ik maar één iemand gelukkig kan maken, dan heb ik al iets bereikt. Ik zie zoveel positieve resultaten. Niet om mezelf op de borst te kloppen, maar sinds ik hier deze lessen geef, wordt hier minder gepest, zijn er minder escalaties en is het gedrag an sich echt verbeterd op school.”
Les of therapie?
Ze geniet elke dag van haar werk. “Het klinkt misschien raar, maar ik smul van mijn eigen lessen. Ik bedenk ze zelf, met mijn eigen creativiteit. Ik stop er veel tijd in, ook privé. Vind ik niet erg. Ik heb nog nooit iemand gehad die mijn lessen stom vond. Na schooltijd ben ik gesloopt, maar dat vind ik een goed teken: dat betekent dat ik alles heb gegeven wat ik kon geven. Soms zeggen mensen: je geeft geen les, je geeft therapie. Kan mij het schelen, ik zie dat het aankomt bij de jongens. Het geeft me zo’n rijk gevoel dat ik zulke banden opbouw met die jongens, dat ik dit mag doen.”
Door Roxanne Vis