1 op de 7 vrouwen krijgt borstkanker. Dat betekent dat het ook iemand kan overkomen die jij kent. Of jouzelf. Dat is hoe dan ook verschrikkelijk, maar een goede vriendin aan je zijde kan het leed verzachten. Dat weten ook Saskia en Chantal, die allebei van borstkanker genazen en daarbij veel liefde en steun kregen van hun vriendinnen.
Chantal (49): ‘Jolanda is er de hele tijd voor me geweest, ook als dat betekende dat ze haar eigen angsten opzij moest zetten.’
“Als je kanker krijgt, leer je de mensen om je heen goed kennen. Veel mensen vinden het ontzettend eng en durven er niet over de praten. Of ze zeggen: ‘Je laat het wel weten als ik iets voor je kan doen, hè?’ en laten dan vervolgens niets meer horen. Met Jolanda was dat wel anders: die was er steeds voor me, liep niet weg, ook niet op de moeilijkste momenten.”
En die waren er genoeg. Chantal vond in 2014 uit dat ze ziek was. Ze voelde zelf een knobbeltje in haar borst, maar de huisarts stuurde haar twee keer naar huis. De derde keer zat er een andere arts, die haar direct naar de mammapoli doorverwees. “Drie en een half uur later wist ik zeker wat ik al vermoedde: ik had borstkanker.” Even was er nog de angst voor uitzaaiingen, er zat een rare plek op haar lever. “Maar de oncoloog zei: ‘Wat je ook doet, ga niet zelf googelen’. Normaal ben ik niet zo braaf, maar daar heb ik me aan gehouden. En maar goed ook, want het bleek geen kanker te zijn, maar een wijnvlek. Op m’n lever!”
Omdat Chantal verder heel fit was – ze gaf en geeft nog steeds aerobicsles – kon ze meedoen aan een toen nog experimentele behandeling: voor de immunotherapie werden twee nog nooit gecombineerde medicijnen voor het eerst samen gebruikt. “Een Amerikaanse arts die ik ken had er zelfs nog nooit van gehoord. Volgens mij was ik de 20e in Nederland die het mocht proberen. Ik zweer je: die behandeling heeft mijn leven gered.”
Niet dat het een feestje was. Bepaald niet: “Stel je de griep voor, maar dan duizend keer erger. En je krijgt enorme pijn in je botten.” Haar vriendin Jolanda, die ze kende van het schoolplein van hun kinderen, was er
'Jolanda stond met een doos tompoucejes in het ziekenhuis, tegen de kater van de chemo'
steeds voor haar. “Jolanda en ik zijn eigenlijk tegenpolen. Ze is rustig en introvert en was voor mij echt een rots in de branding. Ze ging mee naar de chemo’s en was gewoon heel betrokken.”
Zo maakte ze bijvoorbeeld een koffertje met allemaal kleine cadeautjes – een pakje pleisters, zakdoekjes, lieve briefjes – om mee af te tellen naar de laatste behandeling. “En op een gegeven moment stond ze in het ziekenhuis met een doos tompoucejes, tegen de kater van de chemo. Er zijn meer mensen die me heel veel steun hebben gegeven, maar dit soort dingen waren zo lief. “
“En laat me je eerlijk vertellen: dat prikken, dat is gewoon driewerf kut. Als je daar ligt, valt alle decorum weg, je bent alleen nog maar kwetsbaar. Dat geeft zo’n enorme connectie als je dat samen doormaakt. Het kan voor haar ook niet leuk zijn geweest. Maar ze bleef.”
Na de chemo, de immunotherapie en een borstbesparende operatie, hebben artsen aangegeven dat ze geen afwijkende cellen meer hebben aangetroffen. Ze is nog wel vaak erg moe en moet één keer per jaar naar het ziekenhuis voor controle. “Dan schijt ik echt in zeven kleuren, ik ben altijd bang dat ze weer iets vinden. En als dat dan niet zo is, neem ik me gelijk weer voor mijn leven te beteren. Het voelt alsof ik opnieuw langs start mag.”
Met Jolanda had Chantal naderhand een tijdje minder contact. “Met iedereen eigenlijk, ik moest echt weer leren op eigen benen te staan. Nu zien we elkaar zo eens in de twee maanden, gaan we lekker samen gin-tonics drinken. Ik weet niet of ik Jolanda ooit voldoende heb verteld hoeveel ze voor me betekend heeft. Ik weet ook niet zo goed hoe zij deze periode nou beleefd heeft. Wat dat betreft ben ik wel benieuwd naar haar kant van het verhaal!”
Chantal schreef een boek over haar ervaringen, Gewoon K. Hier lees je er meer over.
Jolanda (45): “Op de dag dat Chantal vertelde dat ze kanker had, stond ik op de stoep met een fles bubbels. Om het leven te vieren.”
“Ik zat samen met mijn man op de fiets toen mijn telefoon ging. Ik wist dat Chantal naar het ziekenhuis moest die dag, dus toen ik zag dat zij belde, stapten we even af en gingen in een parkje zitten. Mijn man kon aan m’n gezicht zien dat het goed mis was toen Chantal vertelde dat ze borstkanker had. Mijn gevoel zei: dit kan niet. Maar ik wist ook gelijk dat ik er voor haar wilde zijn.”
Diezelfde middag stond ze bij Chantal voor de deur, met taart en een fles bubbels. “Ik wilde laten zien dat ik er voor haar was. En samen met haar het leven vieren. Dat liet trouwens wel nog even op zich wachten, want Chantal was hartstikke misselijk van het nieuws.” De taart ging de koelkast in, de bubbels besloten ze te bewaren voor als Chantal weer beter was.
Ook naar de chemo-behandelingen ging Jolanda regelmatig mee. “Ik vond het niet eng, ik heb zelf lang met langdurig zieke kinderen gewerkt. Maar het was wel confronterend: je bent daar in een zaal met mensen die allemaal hetzelfde gevecht vechten. Daar zitten ook mensen bij die het niet halen. Dat was voor Chantal natuurlijk ook niet makkelijk om te zien.”
'Het maakt niet uit wat je doet, zolang je je vriendschap maar kenbaar maakt'
Ze bewondert de enorme veerkracht van haar vriendin. “Ik merkte dat Chantal meer op haar leven ging reflecteren. Ze bleef heel lang vasthouden aan haar werk, ze wilde denk ik dat het zo veel mogelijk ‘normaal’ bleef. En ook voor haar gezin bleef ze een lieve en betrokken moeder. Maar ze heeft ook soms moeten loslaten. Bijvoorbeeld mensen van wie ze niets meer hoorde zodra ze ziek bleek.”
Jolanda snapt wel dat het moeilijk is: wat moet je nou precies zeggen tegen iemand die kanker heeft? “Kreeg Chantal een kaart met ‘Kanker heb je niet alleen.’ Moesten we vreselijk om lachen, want natúúrlijk heb je kanker wel alleen. Jij bent ziek, jij ligt daar in die stoel, jij wordt kaal. Maar het was wel lief en zo veel beter dan maar niks meer laten horen.” Dat is ook haar tip voor mensen die zelf iemand met kanker in hun omgeving hebben: “Stuur een kaartje, een appje, een bloemetje. Het maakt niet uit, zolang je je vriendschap maar kenbaar maakt.”
Dat betekent niet dat je maar voortdurend op iemands lip moet zitten. “Ik voelde op zich goed aan wanneer ik er kon zijn, en wanneer ik een beetje afstand moest houden. Maar soms kom je toch op een verkeerd moment. Chantal kon dat steeds beter aangeven, als het gewoon even niet ging. Niet alles was meer vanzelfsprekend, dat hebben we allebei leren accepteren.”
Hun vriendschap is er beter op geworden. Ze zien elkaar minder, maar er is nog meer diepgang dan voorheen. “Tuurlijk hebben we het ook weleens over een leuk jurkje of zoiets, maar we zijn door Chantal’s ziekte allebei bewuster gaan leven. Wat wil je bereiken? Wat voor mens wil je zijn? Hoe leef je zo goed mogelijk?” Een waardevolle vriendin voor elkaar zijn, gaat Jolanda en Chantal in ieder geval goed af.
Saskia (42): ‘Na de immunotherapie gingen Roos en ik lekker chic lunchen in Laren. Werd de dag toch nog een feestje.’
“Echt waar, al mijn vriendinnen zijn heel bijzonder voor me. Als alleenstaande moeder waren ze echt onmisbaar toen ik ziek werd, net als mijn ouders. Maar mijn band met Roos is in die periode enorm verdiept. Ze was er voor me in elke stap van het proces, van de eerste chemo tot mijn operatie tot ik er weer bovenop was.”
Daar ging wel anderhalf jaar overheen. Het is begin 2016 als Saskia een knobbeltje in haar borst voelt. “Ik lag in bed, op m’n zij en kreeg ineens een steek vanuit mijn borst. Ik had nog niet eerder zelfonderzoek gedaan, maar voelde gelijk: dit is niet goed.” Na enige aansporing van vrouwen in haar omgeving, ging ze toch maar naar de huisarts, die haar direct doorstuurde naar het ziekenhuis.
Een dag later volgde de uitslag. Die trad ze bang, maar ook strijdbaar tegemoet. “Ik was net naar de kapper geweest, ik had me netjes aangekleed. Mijn moeder was bij me. Die zag het al aan het gezicht van de arts: foute boel.” En dat bleek. In Saskia’s linkerborst bleken drie tumoren te zitten. “Ik wist wat me te wachten stond. Ik voelde heel sterk: er zit iets in mijn lijf dat er zo snel mogelijk uit moet.”
En zo zat ze in maart van dat jaar aan haar eerste chemo, met Roos aan haar zijde. “We kenden elkaar toen al een paar jaar. We ontmoetten elkaar op een feestje, de klik was er direct. Ik herkende veel van mezelf in
'Bij Roos kon ik me letterlijk en figuurlijk blootgeven'
Roos, druk en aanwezig, maar ook puur en met een goed hart. Ze staat altijd voor iedereen klaar, niet alleen voor mij.”
En wat ook hielp: ze konden zo goed lachen samen. Ze liepen de hele tijd grapjes te maken. “Ging ik bijvoorbeeld op een behandelstoel zitten die het beste bij mijn kleding paste, maakte Roos me uit voor diva. Maar juist ook op de moeilijke momenten, als ik ’s nachts lag te malen, kon ik bij haar terecht.” Na de immunotherapie gingen ze soms samen lekker lunchen in Laren. “Gewoon even het leven doornemen, over mannen kletsen. Dat gaat ook gewoon door.”
Saskia besloot al snel dat ze allebei haar borsten wilde laten amputeren – ook in de rechter zat het niet goed. Het waren Roos en hun gezamenlijke vriendin Wendy die met haar meegingen naar een naaktfotoshoot. “Ik wilde graag een portret van mijn lijf zoals ik het van mijn ouders gekregen had, met de borsten waarmee ik mijn kinderen heb gevoed. Dat was belangrijk voor me. En heel intiem om dat met Roos en Wendy te delen. Je geeft je letterlijk en figuurlijk bloot.”
Inmiddels heeft Saskia mooie nieuwe borsten en is ze volgens de dokters weer gezond. “Ik slik nog steeds hormonen, maar de immunotherapie is afgerond. Ik ben door dit hele gebeuren vervroegd in de overgang geraakt, maar dat neem ik voor lief. Ik ben vrouw genoeg, heb niets te bewijzen.”
En ze voelt zich weer fit, sport vijf keer in de week, soms ook met Roos. Maar de prestatiedrang is eraf. Saskia: “Ik luister nu heel goed naar mijn eigen lijf. Ik ben rustiger en ik merk dat mijn kinderen daar ook baat bij hebben. Eigenlijk is mijn leven verrijkt door wat me is overkomen. Ik ben dankbaar voor alle inzichten die het me heeft opgeleverd en voor de steun die ik heb gekregen. Ik koester al mijn vriendschappen, maar Roos mag nooit meer mijn leven uit. Ik ga er alles aan doen om onze vriendschap voor altijd in stand te houden!”
Roos (41): “Hadden we de hele dag in het ziekenhuis gezeten voor chemo, wilde zij daarna nog gaan stappen. Zo energiek als Saskia zie je ze zelden!”
Het telefoontje kan ze zich nog goed herinneren. Roos was op werk en kon even niet opnemen. Maar toen Saskia direct daarop nog een keer belde, wist ze dat het wel belangrijk moest zijn. “Ze vertelde dat ze borstkanker had, was helemaal in rep en roer. Ik probeerde haar te kalmeren, maar was zelf ook totaal overrompeld. Ze vroeg of ik de volgende dag met haar mee wilde naar een gesprek met haar arts. Daar hoefde ik niet over na te denken.”
En zo maakte ze samen met haar vriendin het hele proces door, vanaf het begin. “Ik ben een aantal keer meegeweest naar het ziekenhuis, het Alexander Moro in Bilthoven. Er hing een fijne sfeer, we werden echt als mensen behandeld, niet als nummers. En Saskia was vanaf het begin zo strijdvaardig! En zei resoluut ik ga dit overwinnen! Ze is ook een echte diva, veel make up op, prachtig haar en altijd goed verzorgd. Lag ze daar te stralen in de behandelstoel na een kuur, ze had nog net geen glas champagne in haar hand, zeg maar. Dat is zo uniek aan haar, altijd positief en blij.”
'Toen ze het gedichtje voorlas, brak ze. Wij allemaal trouwens'
Maar het meest bewondert Roos het gevoel voor humor van haar vriendin. “Ik moest vaak rijden na die afspraken, zij kon dat niet. Ik ben echt een ramp in de auto, dat weet iedereen. En dan zei Sas: ‘Ga ik niet dood aan de kanker, waag ik m’n leven bij jou in de auto!’ En dan hadden we allebei weer tranen over onze wangen van het lachen.” Of die keer dat Roos haar vriendin aan een knappe dokter probeerde te koppelen. “Die speelde voor de gelegenheid ook leuk mee. Dat soort gekkigheid maakt het draagbaar.”
Tranen van verdriet of onmacht, daar is Saskia geen type voor, vertelt Roos. Behalve die keer dan dat ze een mooi gedichtje tegenkwam. “We zaten met een paar mensen rond haar bed. Ze las het voor:
‘Mooi mens, dat ben je
Met nog onvervulde verlangens,
Soms niet wetend waar je het zoeken moet,
Jezelf regelmatig afvragend, doe ik het wel goed?
Mooi mens, volg je hart en
Blijf op jouw manier je dromen waar maken.
Je zal er niet alle, maar wel vele harten mee raken.’
Toen brak ze en moest huilen. En wij natuurlijk ook allemaal. Dat kwam zo binnen.”
Roos leefde ontzettend mee met haar vriendin en had af en toe wel slapeloze nachten. “Ze is toch een alleenstaande moeder van twee jonge kinderen. Ik ben ook moeder en vond het ontzettend confronterend. Ik heb haar op haar allerkwetsbaarst gezien, hoe ze moest vechten.” Een machteloos gevoel.
Het helpt dan als je kan helpen. En dat kon gelukkig. Bijvoorbeeld ook toen Pink Ribbon Saskia vroeg blogs te schrijven. Roos heeft schrijfervaring en bood aan te helpen. “Zat ik weer een zondagmiddag die teksten te redigeren. Want ja, Sas kan behoorlijk lekker kletsen en dat merkte je ook op papier: ze leverde zo zes A4’tje bij me in. Maar ook dat bracht ons dichter bij elkaar.”
Want dat heeft de ziekte tot gevolg gehad. Saskia en Roos zijn heel close geworden. “Haar positiviteit was echt een inspiratie. Zij heeft ook óns erdoor geslagen, met haar humor en gekkigheid. En ik heb geleerd dat je, wat er ook is, het moet delen. Erover praten helpt echt, je staat niet alleen.”
Cijfers over borstkanker
• In 2016 werd er bij ruim 17.315 mensen borstkanker vastgesteld (inclusief DCIS - een voorstadium van borstkanker)
• Onder hen waren 137 mannen
• Bijna 20% van de borstkankerpatiënten is jonger dan 50 jaar
• De overlevingskans van borstkanker is de afgelopen jaren gestegen met 1% per jaar
• Er overlijden jaarlijks ruim 3.000 mensen aan de gevolgen van borstkanker
• Dagelijks sterven er ongeveer 9 mensen aan de gevolgen van borstkanker
In Nederland krijgt 1 op de 7 vrouwen de diagnose borstkanker. Een heftig gegeven waarbij je toch vaak aan een ander denkt. Zoals je moeder, een vriendin of je collega met borstkanker. Met een statistiek van 1 op de 7 komt de ziekte wel erg dichtbij. Sterker nog, het kan ook jou overkomen. Doneer jij voor jezelf?
Dankzij onder meer de verkoop van de Pink Ribbon Armband worden wetenschappelijke onderzoeken en projecten op het gebied van behandeling, nazorg en langetermijneffecten van borstkanker gefinancierd. Daarmee komen we weer een stapje dichterbij ons doel: een beter en langer leven voor de (ex)borstkankerpatiënt. Kijk op pinkribbon.nl voor meer informatie en verkoopadressen.
* Dit artikel is tot stand gekomen uit een samenwerking tussen Weekend Magazine en Pink Ribbon, maar het gaat hier niet om een commerciële samenwerking.