Loes (43) kan het soms niet meer volgen: de moeilijke vriendschap tussen haar tienjarige zoon en zijn beste vriend. Moet ze zich hiermee bemoeien?
Niets zo veranderlijk als een kindervriendschap, heeft Loes gemerkt. Ze kan geen peil trekken op de vriendschap van haar zoon Boris en zijn beste vriend: "Boris en Stijn hebben een soort haat-liefde verhouding met elkaar. Het ene moment kunnen ze elkaar niet luchten of zien, het andere moment zijn ze bloedbroeders 'for life'.
Dat klinkt redelijk onschuldig, maar ik merk dat Boris hier soms wat verdrietig en onzeker van wordt: is Stijn nou wel of niet een goede vriend. Ik moet mezelf soms bedwingen om me hier niet mee te bemoeien. Hoe begeleid ik mijn zoon hierin zonder de boel over te nemen?"
'Je kunt een ander niet veranderen'
Het gesprek beginnen met een open vraag – dus zonder als ouder zelf iets in te vullen – is een goede start, adviseert Annelies Bobeldijk van Wow Opvoedcoaching: "Zeg bijvoorbeeld iets als: 'Jullie hebben het heel leuk samen maar hebben ook veel ruzie. Wat vind je daarvan? En wat zou je graag anders zien?' Waarschijnlijk komt je kind dan met een opsomming over wat zijn vriendje allemaal anders moet doen. Maar je kunt een ander niet veranderen. Dus vraag dan aan je kind wat hij zelf anders kan doen. Bijvoorbeeld niet meer reageren op een flauw grapje."
Ook is het nog maar de vraag of vriendschap levensvatbaar is op de lange termijn. Kindervriendschappen zijn soms op iets van vroeger gebaseerd, zoals een gezamenlijke obsessie voor Brandweerman Sam tijdens de kleuterschool. Bobeldijk: "Dan moet je je afvragen of je nog bij elkaar past. Soms groeien vrienden uit elkaar."
'Gun je kinderen dat ze hun eigen fouten maken'
En wat kan moeder Loes doen als er weer eens heibel uitbreekt? "Peilen hoe je kind erin staat en je verder niet te veel ermee bemoeien," zegt coach Bobeldijk. "Een tienjarige is prima in staat om zelf na te denken. Hij moet leren om keuzes te maken. Gun je kinderen dat ze hun eigen fouten maken, zelfs al jeuken je handen om in te grijpen. Daar leren ze alleen maar van."
Mocht je het toch niet kunnen laten als ouder, dan zou je met beide kinderen het gesprek aan kunnen gaan. Bobeldijk: "Stel dan open vragen en wees geen scheidsrechter. Maar de vraag is of kinderen wel zitten te wachten op zo’n gesprek. Soms hebben ouders meer problemen met een situatie dan de kinderen zelf."